In het kader van The Northern Manhattan Study vroegen onderzoekers een groep van 876 50+-ers van verschillende afkomst naar hun beweeg-gewoontes. Van deze mensen bleek 90% niet of licht te sporten en 10% matig tot intensief. Daarnaast werden de deelnemers getest op geheugen, organisatorisch vermogen, logisch redeneren en denksnelheid. Vijf jaar later namen dezelfde tests nogmaals af.

Cognitieve testen
De mensen die fysiek actiever waren, scoorden hoger op de genoemde cognitieve tests. Bij correctie van de metingen voor hoge bloeddruk, diabetes en hartziekten verdween deze associatie. Onderzoeker Clinton Wright van de University of Miami: “Deze aandoeningen kunnen een negatief effect hebben op de bloedstroom en daardoor de cognitieve functies verslechteren.”

De onderzoekers richtten zich vervolgens op de mensen die geen last hadden van deze aandoeningen. Ook hier bleek dat mensen die meer sportten hoger scoorden op cognitieve tests, terwijl de mensen die minder actief waren ook minder hoge scores behaalden.

Ook na correctie voor eventuele verstorende factoren bleef deze bevinding overeind, met name op het gebied van denksnelheid en het herinneren van eerdere gebeurtenissen.

Achteruitgang
De mensen die minder actief waren hadden in de vijf jaar van follow up een scherpere achteruitgang in de cognitieve scores dan de actievere mensen. Deze achteruitgang was gelijk aan de vermindering in cognitieve functie die normaal in 10 jaar optreedt.

Het artikel is online gepubliceerd in het tijdschrift Neurology.

Fotocredits: Walking, Pixabay.
Dit artikel afdrukken