Hoewel het vertrouwen de laatste jaren licht is toegenomen, suggereert de studie dat een gebrek aan vertrouwen een gezonder en duurzamer dieet in de weg staat.
Bouwen aan vertrouwen
Om het voedselsysteem te verduurzamen is de betrokkenheid van de consumenten vereist. Dat gaat lastig als de motieven van spelers waaruit het systeem bestaat niet vertrouwd worden.
Consumenten vertrouwen de spelers in de voedselketen als ze:
- Open zijn: eerlijk zijn en alle relevante informatie verstrekken;
- Zorgvuldig zijn: handelen in het algemeen belang, en luisteren naar wat de consument te zeggen heeft;
- Competent zijn en de benodigde vaardigheden beschikken.
En hoe staan de actoren in de voedselketen ervoor?
Terwijl Europese consumenten producenten doorgaans competent vinden (58% van de consumenten is het daarmee eens) en over de nodige vaardigheden beschikken (55%), is slechts een derde van mening dat zij voldoende open (37%) of eerlijk zijn over hun rol in het voedselsysteem (36%). Dat wijst erop dat een gebrek aan transparantie het gebrek aan vertrouwen veroorzaakt.
"Consumenten willen meer transparantie van voedselproducenten. Ze zijn op hun hoede voor 'greenwashing' en vinden dat de labels die fabrikanten maken te ingewikkeld zijn voor de gemiddelde consument om te begrijpen," legt Saskia Nuijten uit. Zij is directeur communicatie en publieke betrokkenheid, EIT Food.
Ook autoriteiten scoren onder consumenten niet erg hoog op transparantie en betrokkenheid. Slechts 39% van de Europese burgers vindt dat zij voldoende open zijn; 37% vindt dat zij genoeg doen om naar de mening van de gewone mensen te luisteren.
Retailers genieten een groter vertrouwen van het publiek. Meer dan de helft (54%) van de consumenten zegt retailers te vertrouwen op het punt van deskundigheid, openheid en zorgvuldigheid.
Het vertrouwen in boeren is het grootst; 67% van de consumenten spreekt vertrouwen in hen uit.
Het vertrouwen in boeren is het grootstWat betekent dit voor de verduurzaming van het voedselsysteem?
Het lage vertrouwen van de consument in het Europese voedselsysteem heeft weinig invloed op de dagelijkse aankoopbeslissingen. Consumenten maken zich bij het kopen van voedsel weinig zorgen over voedselveiligheid, omdat ze de kwaliteit van het voedselaanbod en de wijze waarop de kwaliteit wordt gecontroleerd in orde achten.
Maar consumenten zijn terughoudend als het gaat om innovaties die een oplossing zouden kunnen bieden voor het klimaat- en milieuvraagstuk. Denk bijvoorbeeld aan kweekvlees. Om dergelijke innovaties gemakkelijker te laten omarmen, is meer vertrouwen onder consumenten nodig.
Slechts 37% van de Europeanen staat open voor innovatie in voeding; een ruime meerderheid van de Europeanen twijfelt. Wat naar voren komt is scepsis en een gebrek aan vertrouwen. Ze weten niet zo goed waarom ze er baat bij hebben en ze willen een gedegen bevestiging van de gezondheidseffecten en duurzaamheid op de lange termijn. Meer vertrouwen in het voedselsysteem vergroot de acceptatie van vernieuwing in het voedselsysteem.
In het EIT Food Trust onderzoek werden 20.326 consumenten uit 18 Europese landen ondervraagd om het vertrouwen in het voedselsysteem en in voedselproducten te meten. Daarnaast voerde Future of Food Institute een kwalitatief onderzoek naar de meningen van consumenten in 18 Europese landen.
Vertrouwen in het voedselsysteem werd gemeten door middel van de TrustTracker, een empirisch onderbouwd, 'peer-reviewed' instrument om het consumentenvertrouwen te meten dat sinds 2018 loopt.
EIT Food is onderdeel van het European Institute of Innovation and Technology (EIT), een initiatief van de Europese Unie waarin Europese bedrijven participeren. De studie is uitgevoerd door Future of Food Institute en een consortium van pan-Europese academische partners, waaronder de Universiteit van Reading, de European Food Information Council (EUFIC), de Universiteit van Aarhus, de KU Leuven, en de Universiteit van Warschau.
Op 30 december krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Krishnamurti on the corrupt and immoral society
Laten we wel wezen.
#12 Sander, daar zeg je een waar woord. Feitelijkheden zijn vaak ondergeschikt aan emotie. En juist daarom wilde ik het woord Fake er zo graag bij zetten omdat je dan direct struikelt over de kwalijke kant van marketing. Er zitten zeker ook goeie kanten aan maar tegenwoordig wint populisme van realisme. Ik wilde wat tegenwicht geven.
Ton, je hebt gelijk. Als sector hebben we (ik ben wat gekleurd deze discussie) veel aan vertrouwen te winnen.
Contact is één, maar kennis is net zo goed belangrijk.
Journalisten en NGO's als Foodwatch hebben een belangrijke controlerende taak.
Jammer dat de biochemici, levensmiddelentechnologen en andere bèta's bij die organisaties op nul tot één hand te tellen zijn. Terwijl ze wel heel belangrijk zijn voor de beeldvorming en daarmee het vertrouwen.
#9 Sander, het gaat er niet zo zeer om mij te overtuigen, het blijkt dat het vertrouwen in de detaillist niet groot is, dat komt naar mij idee door Fake Marketing, een term die ik graag introduceer om alles wat door marketing recht gepraat wordt dat feitelijk krom is.
Jouw gedachte dat de detaillist om de hoek zich misschien wel meer met fake marketing bezig houdt geloof ik direct. Maar vertrouwen krijg je niet door marketing maar door contact. Door dit contact heb je mij rijker gemaakt en vertrouw ik je hierin.
Mijn opmerkingen hebben veel meer te maken met de kwalijke uitingen van verhullen en verkeerde illusie wekken door marketeers en niet met de voedselveiligheid, die zal bij grote bedrijven zonder meer beter zijn.
Sander Koning Labadie heeft in zijn reacties hieronder absoluut gelijk. Een voorbeeldje van de bakkers, vrijwel geen bakker in NL maakt zelf brood. Mijn definitie van brood maken is: zelf meel met ingrediënten mengen, water erbij, deeg kneden en afbakken. Vrijwel alle warme bakkers in Nederland kopen hun pre-mixen in bij partijen zoals Zeelandia. Brood maken is dus: recept van Zeelandia lezen, water erbij kneden en afbakken op basis van wat Zeelandia als instructies geeft.
Ik hou ook van de romantiek van de kleine man/vrouw (zo beschrijft mijn rijke schoonzus in Rotterdam de lokale kleine ondernemers), maar de feitelijkheid is dus anders. Ook voor de slagers (wie slacht er nog zelf? Wie maakt nog zelf hun eigen producten?) en de groenteboer. Ook dat is ‘marketing’ (nadruk leggen op de beleving), en van een orde grootte die geen haar beter is dan wat supermarkten doen.
En fabrieken en supermarkten hebben inderdaad een hoop zaken beter op orde: ingredientendeclaratie, food safety, allergene, etc. etc.
We kunnen het hebben over “vertrouwen”, ja en dat is een emotie. Maar ik vertrouw de inkoper van de Lidl meer dan de lokale groenteboer als het bijvoorbeeld gaat om de kwaliteit van blauwe bessen.