De Cochrane Collaboration werd opgericht in Oxford in 1993, als een los netwerk van 77 wetenschappers met als doel artsen en anderen te helpen beslissingen te nemen op basis van de beste beschikbare bewijzen in de medische en gezondheidswetenschappen – waaronder de voedingswetenschap.

Sindsdien groeide het uit tot een groot netwerk bestaand uit duizenden wetenschappers en tientallen onder de paraplu van Cochrane opererende centra. Inmiddels verschenen al meer dan 7.500 systematische overzichtsstudies met het stempel Cochrane.

Robuust merk
Het 'merk' Cochrane groeide uit tot een synoniem voor degelijkheid en robuustheid. Als er al kritiek was, dan betrof die vooral de toegankelijkheid van de kennis, die door de omzichtige conclusies niet altijd even makkelijk te vertalen viel naar de spreekkamer.

Maar de laatste jaren zwol de onvrede aan en afgelopen jaar kwam het tot een heftige eruptie. De critici richten zich niet zozeer op het algehele niveau van de reviews zelf. Dat is nog altijd veel hoger dan dat van systematische overzichtsstudies zonder Cochrane label. De perikelen zijn van een andere orde, en gaan meer over de organisatie en de positie ervan in het medisch wetenschappelijke wereldje.

Clash of the Cochranes
Het begon allemaal met het aantreden als bestuurslid van een van de mede-oprichters van de organisatie, de Deen Peter Gøtzsche in 2017. Gøtzsche, directeur van het relatief onafhankelijk opererende Nordic Cochrane Center in Kopenhagen had bij zijn aantreden een duidelijke boodschap: hij zou Cochrane van binnenuit gaan veranderen. Onder meer vond hij de richtlijn rondom belangenverstrengeling voor auteurs van Cochrane-studies te slap en hij wilde de studies toegankelijker maken voor patiënten. Maar bovenal wilde hij tegenwicht bieden aan wat hij 'de bureaucratisering en centralisering van de organisatie' noemde. Die was volgens hem vervreemd geraakt van de grass roots organisatie die Cochrane volgens hem hoorde te zijn.

Die centralisatie was nu juist de missie van de andere hoofdrolspeler in dit verhaal, de in 2015 aangetreden CEO van Cochrane, Mark Wilson. Die wilde de organisatie verder professionaliseren en dat kon volgens hem niet met allerlei kleine clubjes die hun ding deden en er hun eigen missie en standaarden op nahielden.

Al met al is de belangrijkste les die we kunnen leren, dat we ook de resultaten en conclusies van Cochrane overzichtsstudies niet domweg kunnen vertrouwen en overnemen. Hoe degelijk en robuust ook, erachter schuilen aannames en beslissingen, die weer afhangen van de auteurs, hun kennis en vaardigheden, overtuigingen, academische en andere belangen
Anti-farma
En zo ontstonden er twee lijnen binnen de organisatie. Maar dat is niet alles. Gøtzsche verwierf de afgelopen jaren een reputatie als fervent farmacriticus. Hij werkte in een ver verleden zelf in die industrie en steekt niet onder stoelen of banken hoe teleurgesteld hij toen raakte in de goede bedoelingen van die sector. In 2015 publiceerde hij een publieksboek met als titel Dodelijke Medicijnen, waarin hij de farmaceutische industrie vergeleek met de georganiseerde misdaad. Twee jaar later deed hij dat nog eens dunnetjes over met 'Dodelijke psychiatrie'. Dat zou nog niet zo'n punt zijn, als hij dit activisme gescheiden had gehouden van zijn werk voor Cochrane. Maar ook de studies uitgevoerd door het centrum waarvan Gøtzsche de baas was verwierven een zekere farmakritische reputatie.

Op zich is er met een kritische houding ten opzichte van de industrie niks mis, maar het beeld van een neutrale partij die de bewijzen weegt, werd er wel door aangetast. En dat begon te wringen. Achter de schermen kwam er een discussie op gang tussen voorstanders van pluriformiteit en eenheid.

Uiteenlopende meningen
De exponenten van die twee stromingen, Gøtzsche en Wilson, konden het door die kritische opstelling en radicale ideeën van begin af aan al niet zo met elkaar vinden. Toen Gøtzsche en zijn collega's ook nog eens felle kritiek begonnen te uiten op de European Medicines Agency en daarna op auteurs van een Cochrane overzichtsstudie zelf, vonden ook verschillende bestuursleden van Cochrane het welletjes: Gøtzsche werd in september 2018 uit het bestuur gezet en ontslagen als directeur van het Nordic Cochrane Center.

Aan de ene kant worden Gøtzsche en zijn medestanders beschouwd als medisch-wetenschappelijke puristen (hij maakte recent bekend dat hij een centrum voor wetenschappelijke integriteit op gaat richten), aan de andere kant als vooringenomen farma-bashers die er alles aan gelegen lijkt om aan te tonen dat middelen niet werken.

De meningen over Cochrane die online te lezen zijn verschillen al net zo, van 'te belangrijk om openlijk aan te vallen' tot 'zeer farmagezind'.

Onvermijdelijk: zelf nadenken
De vraag die onder deze discussie ligt is: hoe streng wil je voor de industrie (en vervang 'farmaceutische' gerust door 'voedings') zijn, als je innovatieve, werkzame en veilige medicijnen en andere producten wilt? En uit die vraag komt weer voort dat die keuze, kennelijk, wel degelijk bepalend is voor de insteek en uitkomst van systematische overzichtsstudies.

Die discussie is interessanter dan die over het compromisloze karakter van Gøtzsche, de controledrang van Wilson en de vraag of Cochrane nu wel of niet meer als een bedrijf of als een samenwerking gedreven moet worden.

Al met al is de belangrijkste les die we kunnen leren, dat we ook de resultaten en conclusies van Cochrane overzichtsstudies niet domweg kunnen vertrouwen en overnemen. Hoe degelijk en robuust ook, erachter schuilen aannames en beslissingen, die weer afhangen van de auteurs, hun kennis en vaardigheden, overtuigingen, academische en andere belangen.

We zullen kritisch moeten lezen, net zoals we dat doen bij gewone studies. Want een overzichtsstudie is weliswaar meer dan één studie, het is maar één overzicht.

En dus zullen we moeten doen wat we zo graag hadden uitbesteed aan organisaties als Cochrane: nadenken.
Dit artikel afdrukken