Wildernis boven van goed beheerd cultuurlandschap
Ja, ik kan genieten van goed beheerd cultuurlandschap. Maar, eerlijk gezegd, geniet ik het meest van wildernis, landschappen waar geen mens te zien is. waar niet of nauwelijks sporen van mensen waarneembaar zijn. Ik herinner me de prachtigste wandelingen in gebieden die aan die beschrijving voldoen. Die door de Hardangervidda in Noorwegen, waar ik 11 uur lang geen mens zag, mijn record; het regenwoud van Pangandaran op Java met zijn rafflesias, de grootste solitaire bloem op aarde, het ‘Forêt de Taï’ in Ivoorkust, met chimpansees, de bossen met reuzen sequoia’s in Noord Californië ....
Natuurbescherming is niet overal en altijd biodiversiteit op peil houden, de wildernis moet - waar maar mogelijk - gespaard worden. Om zoveel mogelijk mensen daarvoor warm te maken, moet van kinds af aan natuurliefde worden bijgebrachtDan zijn er die delen van onze mierenhoop die aan wildernis doen denken, landschappen zoals heidevelden, blauwgraslanden en de kwelders van de Waddeneilanden. Prachtige natuur met grote biodiversiteit, ontstaan door afvoer van voedingsstoffen door grazend vee, om elders de vruchtbaarheid van akkerland op peil te houden. Die man made natuur wordt nu het meest bedreigd door aanvoer van voedingsstoffen voor vee, voor de luxe consumptie van nu, op basis van kunstmest plus uitputting elders.
Wildernis sparen, biologische landbouw anders gaan zien
Natuurbescherming is niet overal en altijd biodiversiteit op peil houden, de wildernis moet - waar maar mogelijk - gespaard worden. Om zoveel mogelijk mensen daarvoor warm te maken, moet van kinds af aan natuurliefde worden bijgebracht. Daarvoor zit er in een land als Nederland niets anders op dan man made landschappen, delen van de mierenhoop, zo goed mogelijk in stand te houden. En om elders wildernis over te houden om te beschermen, moet het geloof ondermijnd worden dat biologische landbouw in zijn diverse vormen de wereldbevolking kan voeden en klimaatverandering kan stoppen.
Ik ben er van overtuigd dat die vormen van landbouw de menselijke mierenhoop de hele aarde laten beslaan, en geen ruimte laten voor wildernis. Koolstof, vastgelegd in venen, in bodemorganische stof, in bomen, struiken en andere vegetatie komt vrij en versnelt klimaatverandering. Dat is de poten onder onze stoel vandaan zagen. Waarbij ik mij afvraag of er andere dieren zijn die dat doen. De zelfmoord van lemmingen is namelijk een fabel.
Met kunstmest met name plantaardige voeding produceren
Natuurbescherming is zoveel mogelijk wildernis behouden of zelfs herstellen. Dat betekent wereldwijd op de beste gronden via optimaal kunstmestgebruik zoveel mogelijk - met name plantaardig - voedsel produceren, en beschikbare hulpbronnen eerlijker verdelen, waardoor ook in arme landen bevolkingsgroei wordt gestopt.
Als dat betekent dat in Nederland man made natuur moet worden opgeofferd, dan heb ik daar vrede mee.
Op 11 april krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
#58 Henk, ik sluit me aan bij jou opvatting, maar wil wel graag de kanttekening plaatsen dat stikstof mest de bodem verzuurt en daarom moeten we in mijn ogen dat probleem in ogenschouw nemen. Zowel ecologisch, agrologisch als economisch. Elke keer alleen of de agrologische of ecologische kant belichten zonder de economische gevolgen voor de samenleving te benoemen en die afwentelen op de boer of burger is niet de weg. Niet dat jij dat zegt overigens hoor Henk.
Sorry, mensen, Dick #38 moest mij excuseren; op de camping midden in het Duitse nationale park van de “Müritz” was meedoen in de discussie n.a.v. mijn notitie over natuur en natuurbescherming ondoenlijk. Fijn dat jullie desondanks hebben doorgepraat. Op enkele onderwerpen wil ik nog even ingaan.
Henric #7 vraagt waardoor ik teruggekomen ben van het idee dat de mens de beheerder is van al wat leeft. Dat ben ik niet, maar ik weet niet meer goed wie de opdrachtgever is. Als er een scheppende God is dan is er maar één, één en dezelfde voor alle mensen. Die van de vrijgemaakt gereformeerde mensen (ik was actief binnen die groep) dacht ik te kennen, maar ik heb daar nog geen duidelijke vertaling voor gevonden. Ondertussen blijf ik er van overtuigd dat voor het menselijk overleven respect voor en waar mogelijk beheer van de natuur een conditio sine qua non is. Meerderen onder jullie onderstrepen dat ook.
Ik proefde ook een vorm van overeenstemming m.b.t. Herman’s #12 voorstel: “Laten we eens naar onze verzengende leefwijze kijken…… Als we anders willen moeten we allemaal in de beugels. Zo denk ik over natuur….” Olivier Honnay werkt dat uit, in het artikel waar Dick #6 naar verwijst, voor wat onze voedselverspilling betreft. Het ingrijpend verminderen van die verspilling is één van de voorwaarden om ook in 2050 de wereldbevolking nog te kunnen voeden en de klimaatverandering onder controle te houden.
Een andere voorwaarde is minder vee. Ik hamer daar ook op en ik proef bijval in meerdere reacties. Voor de productie van dierlijk eiwit is tot acht maal meer land nodig dan voor plantaardig eiwit! Mee daardoor is voor biologische landbouw veel meer land nodig dan voor gangbare landbouw, en dus is er veel minder ruimte voor wildernis, voor vastleggen van CO2 , voor het onder controle houden van klimaatverandering.
Gezien de aandacht die dit aspect in de discussie krijgt en het verzoek van Herman #3 zal ik dit hier wat verder uitwerken:
1. Dick #6 verwijst naar de weerlegging van mijn stelling door Toon van Eijk. Ik vind die weerlegging niet erg sterk. Zo stelt hij dat wanneer landbouwkundig onderzoek gedurende 50 jaar zich op biologische landbouw zou hebben gefocust i.p.v. op de huidige door externe input gedragen landbouw, de opbrengst verhoudingen anders zouden liggen. Via trial & error, kennis, ervaring en onderzoek heeft de mensheid zich “altijd” via biologische landbouw gevoed. De eerste chemische fosfor- en kalium kunstmest werd pas in de eerste helft van de 19e eeuw ontwikkeld, de eerste stikstof kunstmest een eeuw later. Grootschalige productie en gebruik startte pas na de Tweede Wereldoorlog, toen ammoniaproductie voor munitie werd omgeturnd in productie voor stikstof kunstmest. Het onderzoek sindsdien is ook meer dan nuttig voor het begrijpen van de potenties en beperkingen van biologische landbouw. Ik denk aan het levenswerk van Prof. C.T. de Wit, die methodes ontwikkelde om de opbrengstniveau ’s van gewassen te bepalen i) zonder gebruik van externe input; ii) bij gebruik van meststoffen of plaagbestrijding; iii) bij gebruik van beide voorgaande inputs, en iv) als extra ook verbeteren regenafhankelijke waterbeschikbaarheid via irrigatie. De opbrengsten van biologische landbouw zijn afhankelijk van de zelfde beschreven achterliggende processen onder de 4 condities. Een detailstudie laat zien dan in Nederland 13 miljoen mensen gevoed kunnen worden door een landbouw die geen stikstof kunstmest gebruikt, “maar er zijn condities nodig die de Duitse druk tijdens de Tweede Wereldoorlog niet wist te realiseren”.
Voor het staven van zijn stelling verwijst Toon naar onderzoek van het Rodale instituut. De verwijzing brengt mij bij onderzoek dat laat zien dan biologische landbouw wel 1,5 keer zo veel kan produceren dan conventionele landbouw. Er wordt niet bij verteld welke kunstmest in welke hoeveelheden aan de betreffende maïs is toegediend, en de weergegeven opbrengst is veel lager dan de potentiële opbrengst. Een zinniger verwijzing zou b.v. zijn geweest naar Badgley, C., J. Moghtader, E. Quintero, E. Zakem, M.J. Chappell, K. Avilés-Vazquez, A. Samulon & Y. Perfecto, 2007. Organic agriculture and the global food supply. Renouvelable Agriculture and Food Systems, 22, 2007, p. 86-108. Zij synthetiseren een groot aantal gegevens m.b.t. biologische landbouw voor hun conclusie dat biologische landbouw de wereld kan voeden. Zie voor mijn weerlegging “The agro-ecological solution!? Food security and poverty reduction in sub-Saharan Africa, with an emphasis on the East African Highlands.” H. Breman, 2013. In: Vanlauwe, B., P. van Asten & G. Blomme, 2013. Agro-ecological intensification of agricultural systems in the African Highlands. Earthscan. p. 36 - 52.
2. In laatstgenoemde studie laat ik zien dat in de East African Highlands, de mest van 4 tot 5 koe + kalf eenheden nodig is voor een graanopbrengst van 2,3 t/ha. Dat betekent dat per hectare biologisch gebruikt akkerland 4 hectares natuurlijke weiden nodig zijn. Uit studies die Barbara #48 gebruikt blijkt dat momenteel ruim ¾ van werelds’ landbouw land wordt gebruikt voor veeteelt en bijna ¼ voor akkerbouw (waarvan nog weer een groot deel voor veevoer productie!). Echt, ruimte voor het voeden van 2x meer mensen (2050) en voor beschermen en uitbreiden van de wildernis (DE conditie voor CO2 vastlegging), kan alleen worden gecreëerd door minder dierlijke eiwitten te consumeren. Voor het produceren van plantaardig eiwit via peulvruchten is een kwart nodig van het areaal om een zelfde hoeveelheid dierlijk eiwit te produceren. En wanneer graan wordt gebruikt heb je een nog kleiner areaal nodig.
3. Marco #11 suggereert om eens te stoppen met dat denken over en promoten van kunstmest, en vol in te zetten op principes van de biologische landbouw zoals het gebruik van vlinderbloemigen. Een serieus probleem daarbij is dat vlinderbloemigen slechts effectief stikstof uit de lucht vastleggen wanneer alle andere voor de plant nodige nutriënten in voldoende mate beschikbaar zijn. Naast stikstof zijn er momenteel 14 andere benodigde nutriënten bekend. Wereldwijd is onder natuurlijke condities stikstof het element waarvan de beschikbaarheid in de bodem het vaakst gewasgroei beperkt, fosfor is de tweede. Daarnaast is voor de biologische stikstoffixatie voldoende molybdeen nodig.
Ook in de West-Afrikaanse Sahel is stikstof het meest beperkend, gevolgd door fosfor. Het verklaart het belang van vlinderbloemige plantensoorten in de natuurlijke vegetaties; heel veel meer dan in de savanne en bosregio van West Afrika, waar fosfor beperkender is dan stikstof. Toch is ook de fosfaatbeschikbaarheid in Sahel bodems beperkt; aan het einde van het groeiseizoen bestaat de bovengrondse plantenmassa van natuurlijke vegetaties voor slechts 5% uit vlinderbloemigen. Hun jaarlijkse stikstoffixatie is, afhankelijk van de regenval, niet meer dan 1 tot 3 kg/ha. Boeiend is dat ik vond dat ook in akkerland de vlinderbloemige gewassen voor ongeveer 5% van de opbrengst uitmaken. Hun productie en dus hun stikstoffixatie is beperkt op onbemeste akkers. Fosfor bemesting veranderd de zaak; afhankelijk van bodem, soort en regenval kan de stikstoffixatie 50 tot 150 kg/ha/jaar zijn! Maar daarvoor is effectieve gewasbescherming nodig en de prijs van fosfaat (fosfor kunstmest) is hoog. Die effectieve gewasbescherming is cruciaal, want vlinderbloemigen, vol met eiwit, zijn een erg aantrekkelijke voedselbron; niet alleen voor de mens maar ook voor dieren en micro-organismen. De kosten van gewasbescherming en de prijs van fosfaat zijn vaak dusdanig dat het (veel) interessanter is om stikstofkunstmest te gebruiken. Ik ontwikkelde een “decision support systems” voor boeren om te helpen de juiste keuze te maken.
4. Gerard #15 realiseert zich bovenstaande bottleneck vast wanneer hij stelt optimistischer te zijn dan ik wat potentie biologische landbouw betreft. Hij onderstreept dat waar nodig dan wel kalk, fosfaat, kali etc. moet worden toegepast. Barbara #16 is het hier mee eens, en wijst op de noodzaak om fosfor terug te winnen uit menselijke mest; de beschikbaarheid van natuurlijke rotsfosfaten is -relatief gezien- beperkt. “A recent (2010) reassessment suggests that with no change in demand, exploitable reserves of phosphor rock may last 300–400 years”.
Gerard heeft het daarbij vast niet over gebruik van kunstmest, maar over onbewerkte natuurlijke hulpbronnen. Over dergelijke kali bronnen weet ik niets, maar des te meer over rotsfosfaat. Kernverschillen met fosfor meststoffen zijn:
- het gehalte aan fosfor; 12% in rotsfosfaat tegen 9 – 21% in kunstmest, waarbij moet worden opgemerkt dat in dergelijke kunstmest ook direct opneembare andere nutriënten als b.v. stikstof beschikbaar zijn, terwijl in rotsfosfaat naast fosfor vooral niet direct oplosbaar calcium aanwezig is.
- de fosfor in rotsfosfaat is niet direct oplosbaar en beschikbaar, die in kunstmest voor bijna 100%.
- eigenlijk is rotsfosfaat voor weinig kapitaalkrachtige boeren alleen van een zeker belang op zure gronden, waar het oplosbaar worden van de fosfor relatief snel gaat. In vormen van industriële grootschalige akkerbouw wordt rotsfosfaat gebruikt om gewassen voor langere periodes van fosfor te voorzien. Er wordt dan bemest met 500 – 1000 kg/ha.
Samenvattend, het was niet zonder reden dat ik schreef dat om elders wildernis over te houden en te beschermen het geloof ondermijnd moet worden dat biologische landbouw de wereldbevolking kan voeden en klimaatverandering kan stoppen.
P.s. Jopie #10, ja, als ik consequent ben betekent het ook dat de hoge Nederlandse zandgronden, zoals de prachtige Sallandse Heuvelrug hier achter ons huis, ‘gerewild’ zouden moeten worden. Ophouden met het eindeloos kappen van opslag van dennen, berken en vogelkers op de heide.
Dick #56
Ik heb het stuk gelezen waar je naar verwijst.
Het doet me denken aan het WRR rapport "Duurzame risico's , een blijvend gegeven "( 1994).
Daarin wordt ook gemeld dat je op basis van feiten nooit objectief DE beste keuze kan maken.
Wel kun je op basis van de verschillende invalshoeken van feitengebruik ( ofwel frames) scenario's beschrijven en die zichtbaar maken voor alle deelnemers.
Dit zichtbaar maken van de verschillende invalshoeken, ofwel het leren kennen van elkaar, kan ook al tot verandering van gedachten leiden. Wellicht worden feiten zichtbaar die je eerst niet kende. Ook kunnen risico's van bepaalde keuzes inzichtelijk gemaakt worden en die kunnen ook weer tot andere keuzes leiden.
Wat mij betreft gaat het niet om het overtuigen van de ander om een eigen gelijk te krijgen, ...maar meer om het inbrengen van feiten die relevant zijn voor bepaalde keuzes die ik maak.
Andere invalshoeken, mogelijk gebaseerd op andere feiten en inschatting van risico's kunnen weer tot andere gedachten en gedrag leiden en een verrijking zijn.
Mark Soetman, #39, nee Mark, het gaat niet over schoonheidsbelevingen, maar over wat ons beweegt en wat onze rationalisaties verklaart. Zoals ik probeerde in een 1-liner te zeggen: de ontdekking van de ander.
Zoals ik de discussie zich zie ontwikkelen, blijf het relevant dat nog steeds even op te merken.
#51 Fijn dat je er zo overdenkt Carolien :-)
Ik heb me ook wel afgevraagd wat er gebeurd als er heel veel leven verdwijnt op aarde. Maar er blijft altijd wel wat leven voorlopig. Ergens las ik dat evolutie biologen verwachten dat knaagdieren een grote kans hebben om te overleven. Na de massale uitsterving zo n 66 miljoen jaar geleden waren er kleine knaagdierachtige zoogdiertjes die konden overleven, en waaruit alle zoogdieren zijn geëvolueerd.
Waarom de wildernis beschermen ?
x Ik zou zeggen alleen al uit respect voor andere leefvormen dan wijzelf.
x Verder is wildernis nodig om de aarde leefbaar te houden. Voor opslag van CO2, voor buffering van neerslag, voor tegengaan van erosie, voor zuivering van verontreinigingen, voor bescherming van kustgebieden, voor behoud van genetische variatie, voor voedsel, voor geneeskunde enz. en nog veel meer.
x we kunnen genieten van wildernis, en verwondering voelen voor de rijkdom en complexiteit van leven.
x om te leren van de complexe relaties in de natuur