Website dierwelzijnsweb schrijft:

In zijn proefschrift bepleit Pompe een andere invulling van de bedrijfs- en dierethiek. Deze moeten afstappen van het bepalen wat ‘het beste’ is en waar we naar toe moeten, en zich richten op hoe ‘het betere’ gerealiseerd kan worden. Hierdoor ontstaat er een ethiek van binnenuit, waarbij een bedrijf zelf het complex van waarden en belemmeringen waarin het zich bevindt gaat onderzoeken. Bedrijven hebben een eigen ethische ruimte om te manoeuvreren waarin nieuwe mogelijkheden gecreëerd kunnen worden om een situatie voor mens, dier of natuur te verbeteren, maar deze wordt niet goed onderzocht waardoor de potentie te weinig wordt benut. Bedrijven kunnen pro-actiever in de maatschappij staan door gemeenschappelijke waarden en producten te creëren. Pompe pleit voor moreel ondernemerschap dat gericht is op het vermogen om proactief bij te dragen aan meer dierenwelzijn in plaats van reactief daarmee te profileren in rapporten en logo’s.

Pompe geeft in het proefschrift aan weinig vernieuwing te verwachten van vanuit principes afgedwongen dierwelzijnspolitiek. Een beter dierwelzijn moet van binnenuit komen en moet verankerd worden in het handelen van ondernemers. De promovendus pleit dan ook voor een pragmatische ethiek. Dit pleidooi is opmerkelijk. Het staat haaks op de huidige praktijk in Nederland die via sterren (Dierenbescherming) en maatschappelijke actie (Wakker Dier, Varkens in Nood, Partij van de Dieren) ondernemers dwingt tot verandering zonder henzelf verantwoordelijkheden te laten.

Het proefschrift laat zien hoe de kalvermesterij van de Van Drie Groep - die bij dierwelzijnsvechters onder vuur ligt - zelf verantwoordelijkheid nam. Dat is opmerkelijk en mag voor het brede publiek als nieuws gelden.

Het proefschrift laat niet zien hoe de varkenshouderij of de kippenhouderij - die beide afhankelijker zijn van concurrentie - tot een dergelijke attitude-verandering kunnen komen. Tegen de achtergrond van de denkwereld die Pompe opbouwt komt een interessante stelling op. Mogelijk is in die gevallen de ontwikkeling van een pragmatische ethiek van de zijde van de consument nodig. Hoe dat zou moeten is een prikkelende vervolgvraag.
In het geldende krachtenveld wordt de houding van de consument vanuit een principiële ethiek gevormd.

Het proefschrift van Pompe is te downloaden.

Dit artikel afdrukken