Eigenlijk is de discussie over glyfosaat maar een van de vele voorbeelden van de politisering van wetenschappelijke beoordelingen van voedselveiligheidsvraagstukken. Er wordt allang niet meer zuiver wetenschappelijk discussie gevoerd over de veiligheid van stoffen, merkt Keulemans tussen neus en lippen door op.

Keulemans: "glyfosaat [is] slechts de bal die toevallig het speelveld op rolt, net nu wetenschap en ambtenarij toe zijn aan een flinke pot voetbal rond de vraag hoe overheden nieuwe wetenschappelijke inzichten moeten absorberen."

Eindelijk is er een artikel dat uitlegt hoe het mogelijk is dat de EFSA oordeelt dat glyfosaat veilig is, terwijl de IARC, onderdeel van de WHO, daar een kanttekening bij plaatst. De EFSA sluit onderzoeken uit omdat ze niet aan protocollen voldoen en accepteert onderzoeken die zijn gedaan in het belang van de industrie die het middel voert. Tegelijk sluit het om procedurele redenen onderzoeken uit die een negatieve werking van het middel op zoogdieren - en dus mogelijk ook mensen - niet langer ondenkbaar maken.



De gedachte dat officiële instanties en bedrijven risico's mogelijk onder het tapijt vegen met het oog op de ontstane zakelijke belangen en de afhankelijkheid van het landbouwbedrijf van middelen als glyfosaat vormt zich al snel. Dat mag echter geen motief zijn
Niet koel en wantrouwen
Moeten we nu schrikken van glyfosaat? Nee. Het middel is op goede gronden toegelaten. Nu het langere tijd gebruikt wordt, komen echter nieuwe, maar nog onzekere feiten uit kritische onderzoeken naar boven. Wel moeten we ons zorgen maken over de politieke neiging die zelfs onder autoriteiten bestaat om die feiten te bagatelliseren als te weinig onderbouwd. Dat zijn ze namelijk per definitie. Ze vragen om nadere studie.

De vraag is of hoeveel doden het gebruik van het middel mogelijk toch oplevert, al was de verwachting dat het product geheel veilig zou zijn voor dieren en mensen. Dat zou er eentje per tien jaar kunnen zijn, mogelijk 10, 100 of nog meer. Omdat officiële instanties en bedrijven niet voor zulke inmiddels niet langer uit te sluiten risico's uit durven te komen, worden ze onder het tapijt geveegd. De gedachte vormt zich al snel dat zulks mogelijk gebeurt met het oog op de ontstane zakelijke belangen en de afhankelijkheid van het landbouwbedrijf van middelen als glyfosaat. Dat mag echter geen motief zijn. Ter vergelijking: verontreiniging in stedelijke omgevingen zorgt jaarlijks voor honderdduizenden doden in de EU. De conclusie moet dan ook luiden dat we niet koel over risico na durven te denken en de geconstateerde risico's niet aan kennelijk geaccepteerde risico's durven te relateren.

Kromhout en de Nijmeegse toxicoloog Paul Scheepers (Radboud UMC) werkten mee aan een wetenschappelijke publicatie die de onwetenschappelijkheid en het gerommel met feiten aan de orde stelde. Bovendien wordt gewenst onderzoek naar denkbare risico's niet gedaan. Zo creëer je wantrouwen in wetenschap. Dat vindt ook de Maastrichtse biostatisticus Christopher Portier die EU-voorzitter Juncker via een open brief waarschuwde voor - door hem als potentieel serieus beoordeelde - gevaren van glyfosaat voor mens en dier.

Je moet er in ieder geval open over nadenken door de risico's steeds te monitoren en gerichter onderzoek te doen dan nu gebeurt. Dat concludeerde dit voorjaar een groep onderzoekers ook al. Daar kan niets tegen zijn als we ook accepteren dat het wonen in vervuild stedelijk gebied jaarlijks honderdduizenden vermijdbare doden oplevert. Zo koel moeten we het zowel durven als willen bekijken.
Dit artikel afdrukken