Dat schrijft de Belgische minister van Economie en Consumentenzaken, Johan Vande Lanotte in antwoord op een kamervraag. Volgens RetailDetail wordt hij in zijn opvatting gesteund door de Belgische chocolatiers, die al langer pleiten voor beschermende maatregelen.

Chocolade maakt een belangrijk deel uit van Belgische voedingsindustrie; de sector biedt werk aan 6400 mensen en zorgde in 2011 voor een omzet van 4,3 miljard. België voerde voor 2,4 miljard euro aan chocolade uit en realiseerde een positief handelssaldo van 1,25 miljard euro. De toegevoegde waarde van de sector werd in 2011 berekend op meer dan een half miljard euro.

Vande Lanotte stelt in zijn antwoord “dat het oneigenlijk of ongerechtvaardigd gebruik van de benaming ‘Belgische chocolade' aanzienlijke schade kan toebrengen aan het imago van dit product en aan de concurrentiepositie van de chocoladeproducenten die terecht aanspraak maken op deze benaming”.

Hij gaat verschillende manieren onderzoeken om tot een wettelijke bescherming te komen. Daarbij kan hij kiezen uit verschillende insteken, zoals de beschermde oorsprongsbenaming (BOB), de beschermde geografische aanduiding (BGA) of de gegarandeerde traditionele specialiteit (GTS).

Om aanspraak te kunnen maken op de Europese bescherming zoals die ook voor Parmaham geldt, moet de sector een productdossier indienen "waarin de link wordt aangetoond tussen het geografisch gebied en de kwaliteit of faam van het product", schrijft De Standaard. Voor andere typisch Belgische producten is dit al gelukt, zoals Hervekaas, Ardennerham, Pâté gaumais, Beurre d'Ardenne, de Geraardsbergse mattentaart, de Vlaams-Brabantse tafeldruif, Brussels grondwitlof, de Gentse azalea en verschillende varianten lambiek, kriek, geuze en wijn.

De grondstof voor chocolade, cacaobonen, groeit niet in Vlaanderen, noch in Wallonië. Zou het de Belgische chocolatiers lukken?

Fotocredits: Belgian pralines, uitsnede, iwona_kellie
Dit artikel afdrukken