Ongeveer de helft van de Nederlanders is te dik. Overgewicht (BMI tussen 25 en 30) komt bij 40% voor en ongeveer 11% is obees (BMI boven 30). Obesitas wordt momenteel hoofdzakelijk behandeld door (para)medici, zoals diëtisten en artsen, en het wordt voornamelijk bestudeerd door biologen, medici en epidemiologen. Psychologen hebben zich lange tijd weinig of niets aangetrokken van het probleem.
Recent onderzoek laat zien dat obesitas een gedragsprobleem is waarbij de gebrekkige regulatie van eetgedrag centraal staat. Obesen zijn impulsief en uiterst gevoelig voor onmiddellijke beloningen en relatief ongevoelig voor uitgestelde negatieve gevolgen. Onderzoek naar voedingsvoorkeuren en eetgedrag laat zien dat obese mensen een hoge belonende waarde toekennen aan vet en hoogcalorisch voedsel. Tegelijkertijd is er sprake van verminderde zelfcontrole of zelfregulatie; het is moeilijk voor obese mensen om zichzelf in de hand te houden. Cognitieve gedragstherapeuten zouden de aangewezen hulpverleners zijn om obese mensen te leren hun disfunctionele gedrags- en denkpatronen te veranderen. ‘Cue exposure’ met responspreventie is een effectieve methode om aangeleerde excessieve eetlust te verminderen en inhibitietraining zou de impulsiviteit kunnen verminderen.
Pakweg de helft van de obesen is in meer of mindere mate depressief.
Obesitas staat niet in de diagnostische bijbel Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders en wordt dus niet erkend als een psychologisch probleem. Er is op dit moment geen Diagnose-Behandel-Combinatie (DBC) om obesitas mee te behandelen binnen de GGZ. Dat betekent dat cognitieve gedragstherapeutische behandeling niet door de zorgverzekering betaald wordt en dat moet veranderen. Een mogelijkheid die de auteurs zien is het voorlopig in het DBC-systeem op te nemen onder de diagnose ‘eetstoornis NAO’ (Niet Anderszins Omschreven).
Het volledige artikel heet: Waarom obesitas in de GGZ behandeld moet worden, door Anita Jansen, Chantal Nederkoorn, Anne Roefs, Carolien Martijn, Remco Havermans en Sandra Mulkens en het verscheen in GZ-Psychologie 2, van december 2009.
Bron: persbericht Universiteit Maastricht
Op 30 december krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Dit is zeer interessant. Wat ik mij afvraag is of eetgedrag er van nature inzit, of dat het geinduceerd wordt door bepaalde voeding. In andere woorden, is iemand impulsief van zichzelf of wordt iemand impulsief door het eten van junk food?
Het antwoord luidt waarschijlijk beide. Met soms iets meer van het een en soms iets meer van het ander. Wat zou het leuk zijn als we gedragsonderzoek zouden combineren van voedingsonderzoek, geen eigen wielen meer uitvinden maar communiceren. Ben heel benieuwd of de auteurs van dit artikel dat doen!