Wat valt op aan de volgende opsomming? Komt uit een officieel Indiaas voedingsadvies: “Matig het gebruik van ‘edible oils, animal foods, ghee, butter, vanaspati, salt, processed foods rich in salt, sugar and fats’”. Lijkt niets mis mee, met deze aanbeveling om minder ongezonde dingen te eten. Maar wat wordt er precies afgeraden? Eerst twee groepen producten, dan drie specifieke spijsvetten, een veelgebruikte chemische toevoeging, en tenslotte voedingsmiddelen die een bepaalde bereiding hebben ondergaan en drie soorten stoffen bevatten.

Verschillende categorieën door elkaar: voedingsmiddelen, nutriënten en bereidingswijze. Waar moet de Indiase consument nu op letten? Is dit een duidelijk, veelomvattend advies? Of eerder een verwarrende opsomming waar niets zinnigs voor het dagelijks gebruik aan te ontlenen is?

Dit is een uitzonderlijk voorbeeld, maar ook in veel andere officiële nationale voedingsadviezen, dietary guidelines, worden de verschillende categorieën van begrippen door elkaar gebruikt. Meestal lees je in hetzelfde advies de aansporing om te matigen met bepaalde nutriënten, zoals zout, suiker, alcohol en verzadigd vet, naast die voor voedingsmiddelen en dranken, zoals frisdrank, witbrood en chips.

Foods to limit
Die begripsverwarring is ongewenst, het leidt tot onduidelijkheid en daarmee tot een zwakker advies, maar het heeft wel een traceerbare herkomst. Dat schrijven Australische onderzoekers in een vergelijkende literatuurstudie.

De onderzoekers vonden 96 oude en actuele officiële nationale voedingsrichtlijnen, uit 95 landen (België heeft er twee). Ze keken naar de terminologie die gebruikt wordt voor foods to limit (FTL), voedingsmiddelen waarvan je minder moet eten. In de loop der tijd, vanaf halverwege de vorige eeuw ongeveer, toen in vele landen van overheidswege dergelijke richtlijnen met voedingsadviezen werden uitgebracht, verschoof de verhouding van het gebruik van de categorieën.

De onderzoekers schrijven: “Op nutriënten gebaseerde begrippen (bv. vetrijke voeding) waren de meest gebruikte type aanduidingen in zowel de huidige als in oudere voedingsrichtlijnen (resp. 91% en 85%). Voorbeelden van levensmiddelen (bv. gebak) en aan bewerking gerelateerde termen (bv. ultra processed) zijn in de afgelopen twintig jaar echter in gebruik toegenomen en worden nu vaak gebruikt in combinatie met op nutriënten gebaseerde begrippen.”

De richtlijnen speelden en spelen belangrijke rollen in het voedselbeleid en -educatie in een land. Het zijn houvasten voor professionals en voor consumenten
Reductionistisch
De richtlijnen speelden en spelen belangrijke rollen in het voedselbeleid en -educatie in een land. Het zijn houvasten voor professionals en voor consumenten. In veel landen zijn ze ook de basis voor de maaltijdsamenstelling op scholen, bedrijven, overheidsinstellingen, ziekenhuizen en gevangenissen. Het belang van goed voedingsadvies is sinds halverwege de vorige eeuw toegenomen. De voedingskunde als empirische wetenschap heeft zich ontwikkeld en dat is ook terug te zien in de soorten begrippen die gehanteerd worden in de richtlijnen.

De eerste nationale voedingsrichtlijnen stammen uit de jaren veertig, vijftig en zestig in westerse landen. Ze bevatten nog geen adviezen om van iets minder te eten, dus geen foods to limit, maar vooral aanbevelingen voor gezond en genoeg voeding.

De eerste overheidsadviezen die de onderzoekers vonden die waarschuwden voor een specifiek ingrediënt dateren uit de jaren zeventig. Landen als Nederland en Denemarken adviseren zuinig te zijn met suiker. In de jaren zeventig, tachtig en negentig domineerden de op nutriënten gebaseerde aanbevelingen. Voor een deel is dat te danken aan de (reductionistische) wetenschap, die stofjes isoleerde die schadelijk voor de gezondheid werden geacht. De bekendste zijn verzadigd vet en cholesterol, hetgeen in de Verenigde Staten de belangrijkste nieuwe boodschap werd in de Dietary Guidelines for Americans vanaf eind jaren tachtig.

Vleeslobby
Maar er is ook een andere reden waarom in veel richtlijnen nutriënten werden ontraden, en geen ‘hele’ voedingsmiddelen. Bij het opstellen van de richtlijnen had in de meeste landen de voedingsindustrie inspraak, en soms grote invloed, zoals in de Verenigde Staten. Het aanvankelijke advies van de commissie die de Amerikaanse richtlijnen opstelde was om de consumptie van vlees te ontmoedigen. De auteurs – maar ook anderen, onder wie Marion Nestle – schrijven dat de vleeslobby ervoor zorgde dat niet vlees, maar verzadigd vet en cholesterol in het uiteindelijke rapport werden ontraden.

Dat lijkt lood om oud ijzer, voedingsmiddel of nutriënt, maar het heeft een andere uitwerking. Het advies om weinig vlees te eten is direct en duidelijk. Maar wie weet wat veel of weinig verzadigd vet of cholesterol betekent? Of maximaal tien procent suiker? Of zes gram zout? Dat ondermijnt de kracht en bruikbaarheid van richtlijnen, schrijven de auteurs. Mensen eten voeding, geen nutriënten.

Woorden die verwijzen naar de (industriële) bereiding van voeding duiken pas kort voor de 21ste eeuw op. In 1998 is het advies aan de Indiase bevolking: bewerkte en kant-en-klare levensmiddelen moeten met mate worden gebruikt. In 2011 krijgen de Noren te horen: beperk de inname van rood vlees en bewerkt vlees. Na 2014 neemt het gebruik van begrippen als bewerkt en ultra processed sterk toe. Want in dat jaar verscheen de destijds alom als revolutionair ervaren Dietary Guidelines for the Brazilian Population. Dat was deels gebaseerd op de NOVA-classificatie van voedingsmiddelen in vier groepen naar hun mate van bewerking.

Vers, onbewerkt voedsel heeft een geringere milieu-impact dan kant-en-klaar verpakte producten. Wat goed is voor de mens, is ook goed voor de natuur, is de achterliggende gedachte
Verwarrend
De term ultra processed food wordt sinds 2014 in 8 van de 39 nationale richtlijnen teruggevonden, schrijven de auteurs, en nog eens 8 bezigen begrippen als bewerkte voeding en bewerkt vlees. Met de toename van een holistischer kijk op voeding nam het advies bepaalde voedingsmiddelen en niet bepaalde ingrediënten te mijden toe. Ook verschoof het accent van het advies van de persoonlijke verantwoordelijkheid naar de productie, de voedselomgeving en de duurzaamheid van het voedselsysteem. Vers, onbewerkt voedsel heeft een geringere milieu-impact dan kant-en-klaar verpakte producten. Wat goed is voor de mens, is ook goed voor de natuur, is de achterliggende gedachte.

De auteurs geven een aantal voorbeelden van verwarrend gebruik van de begrippen in de richtlijnen, zoals de bovengenoemde Indiase. Hun belangrijkste aanbeveling is om consistent te zijn in het taalgebruik en de gehanteerde begrippen. De begrippen waarmee foods to limit beschreven worden, moeten gestoeld zijn “op sterk wetenschappelijk bewijs en met een sterke focus op hedendaagse terminologie”, schrijven ze. Dat zal het best begrepen worden door consumenten, ondersteund door “definities die duidelijkheid verschaffen voor beleidsmakers en onderzoekers”. Die definities moeten ook bruikbaar zijn in andere terreinen van onderzoek, in het bijzonder milieukunde, sociale wetenschappen en economie.

Handzaam
De onderzoekers hopen dat er een duidelijke, wetenschappelijk onderbouwde definiëring van het begrip ultra processed zal komen, omdat dat soort voeding een steeds grotere plaats in het dagelijkse gebruik gaat innemen. Nu is er vaak verwarring over àlle processed food en specifiek de vierde NOVA-categorie ultra processed food. Ze zien ultra processed food als een handzaam begrip, dat zowel nutriënten als voedingsmiddelen omvat en tevens “meerdere aspecten van het huidige voedselsysteem”, waarmee naast de kwaliteit van de voeding ook het gebruik van ingrediënten en de impact op het milieu van de voedselproductie zijn bedoeld.

De begrippen en hun definities dienen tot stand te komen zonder de invloed van de industrie, schrijven de onderzoekers, “hetgeen in de geschiedenis heeft geleid tot de voorkeur voor reductionistische begrippen, die minder goed begrepen werden door de consumenten”. Verder: “Om een sterke basis te leggen voor het begrip van de consument, het beleid en toekomstig onderzoek, moeten voedingsrichtlijnen prioriteit geven aan het gebruik van eenvoudige termen met duidelijke definities en het gebruik van conceptueel verwarde terminologie vermijden.”
Dit artikel afdrukken