We kijken door het raam naar de zeug met biggen. Met de varkenshouders verplaatsen we ons in de criticus: wat voor beeld ziet die? De zeug ligt in een soort kooi, ze kan staan en liggen, eten en drinken, maar ze kan zich niet omdraaien. Is dit 'geen leven'? 30 jaar geleden was het heel gewoon om je koe een winterlang aangebonden te laten staan. Een koe kon letterlijk geen stap verzetten. Nu we vrijloopstallen hebben vinden we achteraf bezien ook wel dat de koeien toen wat weinig bewegingsruimte hadden. Hoe kijken we over 20 jaar naar dit systeem voor de zeug? Is het dieronwaardig? Dat weet ik niet, zegt André. Dat is mogelijk. Ik verdedig niet zozeer dit systeem, wie een beter systeem weet mag het zeggen. Maar op dit moment begrijp ik heel erg goed waarom het zo is. Geef je de zeug meer bewegingsvrijheid, dan gaat dat onmiddellijk ten koste van de biggen, die dan veel meer risico lopen onder de zeug terecht te komen. Het doodliggen door de moeder is verreweg de grootste reden voor biggensterfte. Dat beperk je op deze manier. En voor mezelf is het ook veiliger, want een zogende moeder kan best vinnig uit de hoek komen. Dan vind ik het een prettig idee dat ze vaststaat, als ik in het hok moet zijn om de dieren te verzorgen.
Maar waaróm ligt die moeder haar eigen biggen dood? Is dat niet omdat ze teveel biggen heeft, of overfokt is, of een te klein hok heeft? Nee, zo ligt dat niet, vertelt André. In de biologische houderij is het aantal biggen per worp zelfs iets hoger. Daar heeft de zeug meer vrijheid om te bewegen, maar dat zorgt dan ook voor een veel groter aantal dode biggetjes. Kies je voor het welzijn van de moeder of voor het overleven van de biggen?
We gaan we naar de skybox, dat is een kijkruimte boven de stal waar de dragende zeugen gehouden worden. Hier zien we ongeveer 120 zeugen in een groepsruimte op beton. Ze rusten en kunnen rondlopen. Als ze willen eten gaan ze naar de voerautomaat, die aan de chip die ze dragen afleest of ze hun portie al op hebben. Wat er allemaal door het voer gaat is tentoongesteld in de kijkruimte: wel 20 of 30 verschillende ingrediënten. Heel vaak zijn het bijproducten, die overblijven van de humane voedselketen, of graan wat niet geschikt is voor ons brood. Een groot deel komt uit de streek, een deel zoals palmpit of soja komt van overzees.
Mijn interesse gaat uit naar het ondernemersverhaal. André vertelt erover, zonder enig spoor van misnoegen. Nadat de uitbreidingsplannen goedgekeurd waren verkocht de familie een aangelegen woonhuis om die plannen te kunnen financieren; de kopers van het huis werden dus de nieuwe buren. Vanzelfsprekend werd bij de verkoop melding gemaakt van de geplande uitbreiding. Toch werd later bezwaar gemaakt tegen de uitbreiding. Toen moesten de vleesvarkens onverwacht wijken. Een oplossing werd gevonden door die tak van het bedrijf te huisvesten op een andere lokatie 2 km verderop.
De ventilatoren van de stal maakten teveel lawaai volgens omwonenden. Daar zijn regels voor: na 6 keer geluidmeten werd inderdaad een 2 decibel overschrijding aangetoond. Nu is geïnvesteerd in ventilatoren die dubbele capaciteit hebben zodat ze op lagere toeren kunnen werken. Het gezoem van de ventilatoren is zo zacht, dat het overstemd wordt door het geruis van struikgewas of van het wateroverlaatje in de peilsloot verderop. Zélfs op een zwoele windstille zomeravond als de varkens veel ventilatie nodig hebben.
De volgende investering staat al op stapel. Voor 2013 moet er op de stallen een luchtwasinstallatie komen. Totale investering voor André: 200.000 euro. Wie niet de nodige aanpassingen doet, kan niet langer doorboeren. Men schat dat 25 tot 30 % van de boeren stopt. De varkensrechten worden overgenomen door collega's die de benodigde investering over meer afgeleverde dieren willen spreiden.
Bij mij buitelen de vragen over elkaar heen: Twee ton investeren zonder dat je het kan terug verdienen, kan Bruin dat trekken? Varkenshouders teerden in 2009 voor het derde jaar op rij in op hun vermogen. Overleef je 2013? En dan, hoe ga je verder? Wat zal het volgende zijn? Hoe ga je om met die onzekerheid? Worden je kinderen straks nog boer in zo'n ondernemersklimaat? Uit het antwoord van André blijkt dat hij het nuchter bekijkt:
“Nou ja, dat weet ik nog niet. Als de varkensprijs een beetje goed blijft.”
Op 31 oktober krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Florine zei:
"Ik ben voorstander van anders verkregen rendement voor boeren en dat moet worden betaald door de consument."
Mijn 'hulde!' aan Florine was oprecht gemeend. De daaropvolgende vraag 'maar hoe dan, in een vrije wereldmarkt?' kwam bits over maar dat is vooral mijn eigen worsteling met die vraag.
Willem(vwep) verwoordt de twijfels die al maanden rondzingen in ieder landbouwdebat:
"dat het bevorderen van ecologische, economische en sociale duurzaamheid in een (totaal) vrije wereldmarkt moeizaam verloopt, vooral bepaalde groepen hier profijt van hebben en zeker ook vervelende bijwerkingen heeft."
Ik wil inderdaad die liberaliserende markt niet verheerlijken en ook niet bij het vuil zetten. Ik heb er zorgen over, ik heb kritiek, maar ik zie geen alternatief model wat we makkelijk kunnen invoeren. Terwijl we werken aan een nieuwe, groene economie, zie ik dat de liberale wereldmarkt toch een soort gegeven, een omstandigheid.
En nu stelt Kaput me de vraag "waar zie jij die vrije wereldmarkt?"
Ik zie die wereldmarkt op deze plaatsen:
als producent:
Wij maken melk, onze buren maken verse kaas voor een regionaal afzetgebied. Relevante marktsignalen voor de buren zijn: hun klanten, het weer, het seizoen, feestdagen, of er een akelig bericht over geiten op TV is geweest. Onze relevante marktsignalen zijn: economische indicatoren, internationale noteringen voor boter, kaas en melkpoeder. (En olie en valuta.) En te kijken naar de stand van zaken in drie productieblokken: Australie & NZ, de US en Europa.
als consument:
Het aanbod in de supermarkt wordt wereldwijd ge-sourced. Of de kaas op je kant-en-klaarpizza überhaupt kaas is, is de vraag, maar als het dat is, dan heb je grote kans dat het van een nieuwzeelandse koe was.
Zeg Josien waar zie jij die "vrije" wereldmarkt? Vanmorgen hadden ze het in de Vk ook al over het Ricardiaanse economische wereldbeeld. Klein foutje geen Brit maar een Joods Portugese jood die met zijn wet van de comparatieve kostenverschillen graag wilde dat het goed ging met beide landen. Historisch verantwoord? Een wet? Ik betwijfel het zeer!
Robin, op de foto onder dit item zie je hoe stallen in groepshuisvesting leven bij de Ten Have's in Groningen. Zij produceren fokgelten, moeders dus van de moeders die zorgen voor de varkens waarvan we het vlees eten.
De varkens die je daar ziet kunnen zelfs oma worden van varkensvlees dat je als biologisch op je bord krijgt.
Thanks, dat is dus ongeveer een kwart van haar leven.
Robin, de draagtijd van zeugen bedraagt ca 112 tot 117 dagen. Komt de tijd van werpen gaan ze naar de kraamafdeling en daar verblijven ze in totaal ca 30 dagen, op bedrijven die eerder spenen(biggen afwenden) enkele dagen korter, in het kraamhok. Tussen de stangen dus om biggen en boer te beschermen.
Na het spenen komen zeugen in de dekstal, dat kan loslopend zijn en in een kooi. Na ca 4 dagen worden de zeugen bronstig(berig) en dat duurt een dag of vier. Voor de boer de kunst om het juiste moment van insemineren te vinden voor het beste resultaat. Die 4 dagen dat de zeug berig is moet je haar voor ieders veiligheid ook vast zetten. De totale groep dus wel een week omdat ze niet allemaal tegelijk berig zijn.
Sommige dierenvrienden willen dit vastzetten beperken tot 3 dagen maar dat is onverantwoord.
Dierenwelzijn wordt zo geschaad.
Groepshuisvesting voor zeugen wordt in de EU in 2013 verplicht zodat niemand meer zeugen in de periode tussen dekken en werpen vast mag zetten. Stabiele productiegroepen hebben de voorkeur om onderlinge twisten te beperken.
Met optimaal gebruik van de zeugencyclus kun je 2,5 keer per jaar dit geintje herhalen.
Optelsom: maximaal 35 dagen maal 2.5 worpindex is maximaal 87 dagen per jaar dat een zeug in haar vrijheid beperkt wordt.
Tot Uw dienst.