Laat de roomboter maar knallen en lees ondertussen een kort verslag van de epische strijd van een kritische consument tegen de advocaten van Unilever.
Ik herinner het me nog goed, het was een gure November dag en ik werd opgeschrikt door een feestelijke Becel reclame ter ere van het 50 jarige bestaan van dit product.
Via de radio werd ik attent gemaakt op actiekuipen Becel en werd ik tevens geïnformeerd dat “Becel al 50 jaar goed was voor hart en bloedvaten”.
Ik verkeerde in de veronderstelling dat alle Unilever-margarine's tot 1995 20% transvetten bevatten (smeerbare margarine) maar dit bleek - gelukkig - onjuist. In de beginjaren bevatte Becel 7% transvetten.
Gelukkig voor mijn klacht, maar helaas voor alle smeerders uit het verleden, was Becel gemaakt van 90% zonnebloemolie. Was dat niet goed voor hart- en bloedvaten dan? Nee. Ik leg het u uit.
De klacht (korte samenvatting)
a. Becel bestond uit 90% zonnebloemolie en bevatte in het eindproduct 60,5 % linolzuur en 0 tot 0,2 % alfa-linoleenzuur.
b. 20 Gram Becel was geadviseerd = 4 boterhammen met elk 5 gram Becel.
c. 2 theelepels zonnebloemolie leveren de totale dagdossering linolzuur van 3% die door de ISSFAL is gesteld.
d. 20 gram Becel levert 12 gram linolzuur + brood ( 1 gram linolzuur) = 13 gram linolzuur.
e. 13 gram linolzuur is +/- 5 energie% en is al een overschrijding van een gezonde dagdosering, er kan vervolgens niks meer worden ingenomen omdat zowel groente, noten, zaden, oliën en vlees allemaal linolzuur bevatten.
f. Becel had vroeger een spectaculair andere (slechtere) verhouding dan de huidige, zoals het volgende schema laat zien:

h. Een hoge inname van linolzuur blokkeert de omzetting van alfa-linoleenzuur en zorgt niveaux in bloedstolling, vaattonus en ontstekingsgevoeligheid die onze gezondheid negatief beïnvloeden.
i. Inflammatie, vasoconstrictie en trombocytenaggregatie zijn bekende pathofysiologische processen bij het ontstaan van hart- en vaatziekten.
j. De wetenschappelijke claim van Unilever over 50 jaar retroperspectief is onhoudbaar gezien de in die tijd ontwikkelde nieuwe inzichten en de nieuwe samenstelling van het product.
k. Een EFSA claim anno 2011 is niet te extrapoleren over een product uit 1960 met een totaal andere samenstelling, er kan niet gekeken worden naar een losstaand nutriënt om een totaal product te bestempelen als “gezond”.
Als deze wel logica gevolgd wordt dan zou een hondendrol met veel linolzuur wel eens het summum kunnen zijn voor gezonde hart en bloedvaten.
Unilever's verweer (samenvatting)
a. De klager is gevaarlijk voor de Nederlandse gezondheid door tegen het advies in te gaan van gezaghebbende autoriteiten, hij zou als medewerker in de gezondheidszorg moeten beseffen dat dit soort praat gevaarlijk is.
b. Becel is altijd goed geweest voor hart en bloedvaten aangezien het veel linolzuur bevat, linolzuur is goed voor hart en bloedvaten
c. Becel heeft boter en reuzel vervangen en daarom hebben we meer onverzadigde vetten binnen gekregen dan de slechte verzadigde vetten.
d. Om een EFSA claim te mogen hanteren moet een product 15% van de dagelijkse hoeveelheid linolzuur of 15% alfa-linolzuur bevatten.
e. Becel heeft altijd veel meer dan 15% linolzuur bevat en is daarom altijd goed geweest.
f. Veel linolzuur is niet schadelijk, verzadigd vet is fout en linolzuur en alfa-linoleenzuur zijn onafhankelijk van elkaar goed.
Uitspraak
Uiteindelijk laat de RCC het linolzuur/alfa-linoleenzuur in het midden en stellen ze me wel in het gelijk maar dan toch op basis van de transvetten.
Linksom of rechtsom het maakt mij niks uit, zolang ik een Becel feestje kan verstoren en kan bijdragen aan het vergroten en rechtzetten van één van de grotere wetenschappelijke dwalingen op het gebied van voeding ben ik van de partij.
Was ik de enige die de kleur uit haar gezicht zag wegtrekken en hoorde dat haar stem oversloeg?
Ik vroeg me af of ook ik voor een dikke maand salaris de basisregels van fysiologie en voedingsleer zou kunnen wegzetten totdat ze me wel weer zouden uitkomen.
Voor de rest van de wereld met wetenschappelijke interesse en voeding, zal het niet ontgaan zijn dat in de laatste tien jaar er een groeiende berg bewijs is die hoge linolzuurinames correleert met een waslijst aan zgn. welvaartsziektenziekten, van hart- en vaat en ADHD tot reumatische.
Becel is gezien het transvet- en linolzuur-debacle in mijn ogen geen reden om een feestje te bouwen of actie kuipen te gaan uitreiken, maar misschien een mooi moment om stil te staan bij de gemaakte schade.
Tot slot wil ik graag de uitvoerige reacties van iedereen bedanken die zowel via foodlog als via persoonlijke mails heeft bijgedragen aan dit succes.
Tot slot een citaat van Michel de Lorgeril, bekend van The Lyon Diet Hart Study: “Nu steeds duidelijker wordt dat het huidige advies (verminder de inname van verzadigd vet, maar gebruik meer linolzuur om de cholesterol te verlagen) een averechts effect heeft, is dat natuurlijk ontzettend pijnlijk voor veel mensen. Er zijn deftige carrières op gebouwd. Veel instanties doen dan ook net of hun neus bloedt. De burger wordt niet ingelicht over het onschatbare belang van voldoende alfa-linoleenzuur en de schadelijke effecten van veel linolzuur. Enorme economische machten houden de boodschap doelbewust tegen. Dat kost levens. Iedere dag.”
Robert de Vos is een betrokken medewerker uit de gezondheidszorg voor wie cijfers over hart en vaatziekten geen 'gevallen' zijn maar eerder persoonlijke verhalen, en die geen financiële banden heeft met roomboterfabrikanten en die dit ook niet blogt voor zijn “15 minutes of Fame”.
Op 6 december krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Conclusie van het zoveelste onderzaak naar de relatie omega 3 en 6 was dan ook
Maximum conversion was observed in cells incubated with the mixture of [13C]LA/[13C]ALA at a ratio of 1:1, where 0.7% and 17% of the recovered [13C]ALA was converted to DHA and EPA, respectively. Furthermore, differential regulation of enzymes involved in the conversion at the transcript level, dependent on the ratio of administered n6 to n3 fatty acids in human hepatocytes was demonstrated.
Quantitation of alpha-linolenic acid elongation to eicosapentaenoic and docosahexaenoic acid as affected by the ratio of n6/n3 fatty acids
Kerstin Harnack1, Gaby Andersen1 and Veronika Somoza
@gert schuitenmakers
Er staan inderdaad een paar mooie klassiekers in het verweer waaronder deze speciale aandacht vraagt
Voor klagers stelling dat er een zogenaamde disbalans bestaat tussen omega 3 en 6, bestaat geen (serieuze) wetenschappelijke onderbouwing. Dat in het dagelijkse voedingspatroon bepaalde hoeveelheden omega-3 en -6 vetzuren worden geadviseerd, laat onverlet dat de positieve eigenschappen van deze vetzuren door voornoemde gezaghebbende instanties algemeen worden erkend en niet afhankelijk zijn gesteld van de verhouding waarin deze in het voedingspatroon worden ingepast
A.W.G. Artz, advocaat en partner Leijnse Artz, verweer dossier RCC 2010/00672
MMM geen wetenschappelijke onderbouwing voor de relatie omega 3 en 6 ? , onderstaand tekst is uit een willekeurig onderzoek wat deze relatie juist aanhaalt.
De inleidende tekst is inmiddels al zo vaak ge-copy paste dat het haast een nieuwe mantra aan het worden is, mag ik alle ongelovige uitnodigen voor een samenzang in C-mineur.., dat geld ook voor u Mw Gerichhausen
Long chain polyunsaturated fatty acids (LCPUFA) of the n6 and n3 families as well as their precursors are essential dietary components for mammalian species [1]. LCPUFAs appear to be a necessary integral part of membrane phospholipids for optimal biological function particularly in specialized cells and tissues such as brain, retina, testes, heart, liver and kidneys [2]. The constitutive properties of PUFA in biological membranes generally are regarded in terms of their contributions to the fluidity or integrity of membrane bilayer structures [3,4]. Increasing evidence for competitive interactions between PUFA of the n6 and n3 fatty acid families at the level of formation and action of eicosanoids, thromboxanes, prostacyclins, prostaglandins, and leukotrienes appear to relate directly to potential benefits attributed to an eligible dietary balance of n3 and n6 fatty acids [5]. Within the common Western diet, ALA represents the quantitatively dominant fatty acid of the n3 series. Daily ALA uptake averages 1.5 g, whereas the average daily uptake of the corresponding n6 fatty acid LA is about 10 times higher [6].
With this 10:1 ratio of dietary n6 to n3 LCPUFA, the formation of pro-inflammatory/aggregatory eicosanoids from LA is favored over those from n3 fatty acids showing anti-inflammatory/aggregatory effects. Controlling the synthesis of n3 LCPUFA, such as EPA and DHA from ALA, and the respective eicosanoids by consumption of the optimized ratio of n6 to n3 LCPUFA is, therefore, of particular nutritional interest.
UIT: Quantitation of alpha-linolenic acid elongation to eicosapentaenoic and docosahexaenoic acid as affected by the ratio of n6/n3 fatty acids
Kerstin Harnack1, Gaby Andersen1 and Veronika Somoza
Gert, Melchior hanteert - hij zegt het gelukkig zelf - een manier van aanzetten die het doel voorbijschiet. Robert heeft een bommetje laten ploffen en een forse landmijn geplaatst. En dat is niet verkeerd in het geval van een onderneming die - ondanks al het gestelde - graag het betere jongetje van de klas wil zijn. Dat is immers de strategie van de huidige voorman Paul Polman, die zich wil onderscheiden in duurzaamheid omdat Unilever achterloopt op zijn concurrenten.
Aanvullend op de 'Pyrrhus-overwinning' (Melchior, Dick): De klacht heeft Unilever in een dusdanige positie gebracht dat het een verweer heeft geschreven dat ik als een bijzonder waardevol document zie. Het heeft een erg hoog gehalte aan 'gedraai' dat zeker in de toekomst vele aanknopingspunten biedt om het linolzuurverhaal verder mee door te prikken.
Guillaume,
De vergelijking gaat mank en is misschien een beetje onzindelijk, dat geef ik volmondig toe. Effectbejag is ook mij niet vreemd. Gelukkig zijn er hier mensen die zulke uitglijers corrigeren. Wat ik bedoel is dat je het propagandisten niet kwalijk kunt nemen dat hun boodschap wordt geslikt. De blaam treft de ontvanger (de aspirant Nazi of de consument).
Robert,
Begrijp me niet verkeerd, ik vind het fantastisch wat je voor elkaar hebt gekregen. Ik ben alleen nogal cynisch geworden en vermoed dat er op hoog niveau niets verandert. Eigenlijk zou er onder de claims een disclaimer moeten staan in de trant van: "Dit product bevat relatief veel linolzuur. Wetenschappelijk onderzoek heeft niet aangetoond dat cholesterolverlaging door inname van meervoudig onverzadigde vetzuren het risico op hart- en vaatziekten vermindert. Er zijn aanwijzingen dat een hoge inname van linolzuur negatieve gevolgen voor de gezondheid kan hebben. Er zijn observationele correlaties tussen een hoge linolzuurinname en een verhoogde voorkomst van ondermeer kanker, diabetes, hart- en vaatziekten, leververvetting en auto-immuunziekten. Veel van deze waarnemingen zijn in proefdieronderzoek bevestigd." Soortgelijke disclaimers staan in de Amerikaanse bijsluiter van Lipitor ;-).
Wat dat boek betreft:
1. Ik heb te weinig tijd.
2. Margarine en 'vetzuren' vormen geen sexy onderwerp; het boek zou linea recta naar De Slegte gaan.
3. Het linolzuurschandaal is maar een deel van het totale probleem.
Willem,
Bottom up werkt. Eerst lijkt er jaren niks te geburen en dan plotseling sodemietert het hele kaartenhuis in elkaar. Let maar op!
Nog een leuke grap in deze, illustratief voor hoe de dingen werken in deze wereld. Op 30 april had AD Reiswereld de jaarlijkse Fiets Special. Ik mocht het hoofdartikel maken, een verslag van het Pieperpad, een 1000 km lange route langs aardappelboeren. Midden in dit oer Hollandse stuk stond een paginagrote advertentie voor Becel. Een jonge gezonde meid op een fiets met een pittoresk mandje met daarin tussen de picknickspullen een kuipje Becel. Nu weet ik dat ik voor Unilever niet meer dan een lastige vlieg ben, maar ze zullen toch wel even hebben geslikt ;-).
http://www.biologica.nl/content/fietsers-rijden-1000-km-lange-ode-aan-biologische-aardappel