Mijzelf, als ware vakidioot, maakt het niets uit. Ik sta altijd met plezier te koken buiten, of er nou zweetdruppels of ijspegels aan mijn neus hangen. Maar de wat minder met het barbecuevirus besmette medelanders trekken hun barbecue toch pas uit de spreekwoordelijke mottenballen als de lentezon zich voor het eerst laat zien en verbannen het arme ding weer naar de donkere schuur zodra de herfstblaadjes weer van de bomen vallen.
Maar dit jaar heb ik het idee dat de barbecue in het geheel niet onder de hoes verdwenen is, gedurende de seizoenen. Afgelopen weekend nog: 21 graden buiten, terwijl het toch geen mirakel was geweest gezien de tijd van het jaar, als we nog in winterjas een hagelbui hadden moeten trotseren.
En daar stond ik dan, een prachtig viergangenmenu bereidend, compleet met glühwein en erwtensoep als amuse. Want ja, de belangstellenden hadden zich in de zomer reeds ingeschreven voor een workshop ‘winterbarbecue’... Prachtig barbecueweer, dus. Of juist niet? Aankomend weekend gaat het sneeuwen, hoorde ik zojuist. Zegt ú het maar...
Laat ik voor mijn eerste barbecuerecept op Foodlog dan maar iets verzinnen dat alle weertypes aankan: rundersukade. Mijn oma en moeder hebben dit heerlijke stukje vlees vaak op de zondagse dis doen belanden, na een hele dag en het liefst de zaterdag ervoor nog, sudderen op een laag vuurtje... Toen ik ze vertelde dat ik hun draadjesvlees gewoon op de barbecue gooide keken ze me aan alsof ze water zagen branden.
Wanneer we namelijk een goed stukje sukade gebruiken en de zeen in het midden verwijderen, is dit vlees ook zeer geschikt voor de barbecue! Gewoon, een paar minuutjes op een gloeiend hete barbecue grillen en eten als biefstuk. Er bestaat bijna geen lekkerder stukje rundvlees! Zoals gezegd, zorg dat je een geschikt stuk rundersukade gebruikt; ikzelf ben helemaal weg van O’Sullivans Irish Beef. Prachtige, grasgevoederde Ierse Angus!
Ik wens u smakelijk eten en ‘bijpassend’ barbecueweer toe!
Steak sandwich van gegrilde rundersukade met gepofte paprika en mierikswortelmayonaise
Porties: 8 stuks
Moeilijkheidsgraad: 2
Voorbereidingstijd: 15 minuten
Grill tijd: 10 tot 12 minuten
Grill methode: Direct grillen
Benodigdheden: plastic zakje (voor het losweken van de paprikaschil)
Ingrediënten:
- 800 gram sukade (O'Sullivan Irish beef!)
- 2 rode paprika's
- 1 bos peterselie
- 250 gram crème fraîche
- 250 gram Zaanse mayonaise
- 2/3 potje mierikswortelpuree
- sap van 1 limoen
- 8 ciabatta's
- bieslook
- 50 gram rucola
- scheutje witte balsamicoazijn
- olijfolie
- peper & zout
Voorbereiding:
Vul de houtskoolbarbecue voor één-derde met houtskool en laat twee-derde leeg! Op deze manier creëer je drie verschillende hittezones, zodat je het vlees kunt verplaatsen wanneer het door moet garen of wanneer de zone te heet is. Rechtstreeks boven de gloeiende kolen grillen noemen we ‘direct grillen’. Een gasbarbecue moet worden voorverwarmd op de hoogste stand.
Bereiding:
Leg de rode paprika's rechtstreeks in de gloeiende kolen en laat ze aan alle kanten zwart blakeren. Haal ze uit de barbecue en doe ze een kwartietje in een plastic zakje zodat de zwarte schil gemakkelijk loslaat.
Grill de sukade aan één stuk op de hete barbecue, ongeveer 5 minuten per kant.
Bak de ciabatta's af in de oven (of in de barbecue). Maak ondertussen de mierikswortelmayonaise: Doe de crème fraîche en mayonaise in een kom en voeg daarbij de mierikswortelpuree, het limoensap en de bieslook. Maak op smaak met peper en zout.
Verwijder de zwarte schil van de paprika's, verwijder de zaden en snij de paprika's in dunne reepjes. Voeg hier de fijngehakte peterselie toe, samen met een druppeltje witte balsamico en olijfolie. Maak de rucola op smaak.
Bestrijk de ciabatta's met de mierikswortelmayonaise, bedek met rucola en paprika-peterseliesalsa.
Trancheer de sukade en verdeel de tranches over de broodjes.
Bestrooi met versgemalen zwarte peper en zeezout!
Ralph de Kok is gegrepen door de BBQ. Hij werd in 2010 Nederlands BBQ Kampioen tijdens de eerste wedstrijd ter promotie van het BBQ-en. Ralph heeft zijn eigen BBQ speciaalzaak in Cuijk die Het Barbecuepaleis heet.
Fotocredits: Ralph de Kok
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Zoute Angus = Ierse marketing.
Soja voer = Ierse werkelijkheid.
Heb die twee door elkaar gehaald. Doen vleesmensen vaak. Niemand die het verschil opmerkt ;-)
Nee José, als simple-man voor mij geen prijzige import, maar deze mooie aanbieding:
http://www.kaufland.de/Home/01_Angebote/Aktuelle_Woche/01_Fleisch,_Gefluegel,_Wurst/index.jsp?FilialID=6380
Hohe Rippe a 5,99. Drie keer zo goedkoop als Iers, vier keer als Argentijns. Volgende keer een smaaktest.
Overigens vond ik via jouw link geen info over zoute Angus, maar een verhaal over soya en een skinny-dippende Cameron Diaz
Lourens, het was toch wel een echte O'Sullivan riblap ? Wist je dat de zilte smaak van het O'Sullivan rundvlees afkomstig is van oesters die vlak voor de Ierse kust langs de weidegronden van de O'Sullivan runderen zwemmen ?
Hier lees je meer over deze Angus oesters: link
Afgelopen maandag de suggestie van Ralph opgevolgd, en een mooie runderlap op de BBQ. 't Was geen sucadelap, maar Riblap, dus iets droger (minder vet) vlees. Het resultaat was uitmunten; a.h.w. Biefstuk voor de prijs van kippepoten. Voor herhaling vatbaar.
Overigens kan ik Astrid's aversie tegen rokende BBQ ook wel invoelen als je vlak naast zo'n vuurtjestoker woont. Vooral slechte aanmaakblokjes en te langzaam aanmaken zorgt voor overlast.
http://www.youtube.com/watch?v=2NxRtQpYWP8
Overigens is zo'n starter-schoorsteentje zeer aan te bevelen. Even kort rook, en na 10 minuten hete (bijna) reukloze kolen. Die vieze witte aanmaakblokjes zouden verboden moeten worden!
Mijn ouders bezochten vroeger regelmatig een tante in Perth en verbleven daar een paar maanden. Grilden daar van alles. Van langoest tot mutton, maar nooit op een rooster.
Dat doet men daar een op maat gesneden stalen plaat, instelbaar op hoogte, boven een houtvuur dat uren nagloeit. De plaat wordt tijdens het grillen regelmatig schoongemaakt door er met een halve citroen over te wrijven. Geen enkel vlamcontact.
Ik heb het nooit geprobeerd, omdat ik op de gloeiende houtskool-as regelmatig grove Provençaalse kruiden gooi, of opgespaarde dode takjes van druivelaar, die even opvlammen, of er gewoon verse mint en lavendel (olieachtige mooie geur) uit de tuin er op gooi. Niets rook of stank.
Veel voor zaken in Texas (olieboeren) geweest; daar stookt men hout in combinatie met mesquite of volledig op mesquite wat aan de steaks een bijzonder fijne smaak geeft.
Ik zal nooit op gas of electra grillen… Dat is geen grillen.
À la recherche du temps perdu:
- stokbrood
Al tienjarige jongetje zeurden we bij ma om ‘blomme’. Meer hadden we niet nodig. Met water uit onze bidon kneedden we de bloem met water tot een stevige massa; rolden die tussen onze handen tot dikke slierten en knoopte die rond een vers geschilde wilgentak, die we boven de as van een vuurtje hielden. Dat was letterlijk en figuurlijk stokbrood.
- aardappel
Ook na de aardappeloogst werd er gegrild. Als de aardappels uitgereden waren (het loof was al ‘biologisch dynamisch duurzaam’ doodgespoten en verdroogd) en de aardappels in jute zakken afgevoerd, dan was het onze beurt. Van het aardappelloof maakte we een vuurtje en daarboven roosterden we aan stokjes de overgebleven aardappels. Je brandde je tengels als je de zwarte schil er af peuterde, en thuis begrepen ze er niets van dat je bord niet meer leeg kreeg.
In vergelijking met mijn generatie heeft de jeugd (lees: bevolking) nog nooit zo ver van de natuur gestaan. Niet ééntiende promille zal ooit een pruim of perzik plukken, een lam of big geboren zien worden of een vers ei vanuit een kip een z’n hand voelen vallen, om een varkensblaas vechten, of een (geslachte kip) in stukken snijden.
Vanuit die absolute onmogelijkheid is als alternatief substituut voor ‘betrokkenheid’ het geouwehoer en het bet-weteren hoe je met de natuur om ‘moet’ (!) gaan, geboren.
Vrees ik.