De Rabobank verwacht dat door deze omschakeling het aantal vleeskuikens in Nederland met veertig procent daalt - een ongekende krimp in de veestapel. En dat terwijl het aantal kuikenboeren gelijk blijft. Het is dus mogelijk volgens de Rabobank: minder dieren zonder de gevreesde afname van het aantal boeren of de leegloop van het platteland. Wat er wel verandert, is de dynamiek binnen de sector. Straks produceert de helft van de vleeskuikenboeren volgens bovenwettelijke standaarden en voor de Nederlandse markt. Wat doet dit met de boerenlobby en het draagvlak voor export? Ik ben benieuwd wat dán wordt gezien als het boerenbelang.
Straks produceert de helft van de vleeskuikenboeren volgens bovenwettelijke standaarden en voor de Nederlandse markt. Wat doet dit met de boerenlobby en het draagvlak voor export? Ik ben benieuwd wat dán wordt gezien als het boerenbelangOndertussen is bij de supermarkten de geïntegreerde keten in opmars. Albert Heijn werkt met vaste boeren aan ‘Beter voor’ programma’s voor kip, zuivel en varken. Jumbo gaat vaker langetermijnrelaties aan met boeren. En Plus introduceerde ‘boerentrots’, met onder andere varkensvlees van boeren die exclusief aan de supermarkt leveren. Daarmee nemen de supermarkten verantwoordelijkheid voor de hele keten: van boerderij tot bord. En dat biedt kansen voor dierenwelzijn.
Boeren kunnen makkelijker investeren vanwege de afzetgarantie en betere prijs.
Misstanden kleven niet alleen meer aan boeren en slachterijen, maar ook aan de verkoper. En belangrijker nog: met een kwalitatief hoogstaande keten kan een supermarkt meerwaarde creëren. Daarmee komt de weg vrij om vlees anders te positioneren. Als waardevol luxeproduct, in plaats van goedkope kiloknaller.
Ook bij de overheid zie ik eindelijk beweging richting minder en beter. Zelfs het CDA geeft schoorvoetend toe dat krimp van de veestapel onvermijdelijk is! De stikstofzaak dwingt de overheid íets te doen aan de veehouderij. En in het regeerakkoord lees ik dat ze tegelijkertijd ook andere problemen wil aanpakken. Ze verwijst zelfs expliciet naar het advies van de Raad voor Dieraangelegenheden over een dierwaardige veehouderij. Het zou naïef zijn om te verwachten dat morgen alles beter wordt, maar er lijkt wél een andere wind te waaien.
Heel voorzichtig lijkt onze overheid te bewegen richting echte hervorming. Zo zijn opeens retail, sector én overheid gebaat bij een veehouderij met minder dieren, betere welzijnseisen en een beter verdienmodel, meer binnenlandse markt en veel minder export. Bij een einde aan de vee-industrie zoals we die vandaag kennen. En dat is een uitkomst waarbij iedereen wint. Niet op de laatste plaats de dieren.
Op 2 oktober krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Er zijn al veel wijze woorden geschreven hier. Mag ik toevoegen: vierkantsverwaarding van de BLK kip. Nederlanders zijn filet-eters. Hoe meer BLK delen hoe lager de meerkosten.
Retailers denken grenzeloos en zijn internationaal actief. Willen tegelijk ruime inkoopmogelijkheden hebben: prijs en risicospreiding. Dus is het kwestie van tijd voor er meer aanbieders bij komen. Kip ik heb je!
Dick die 180 miljoen kunnen die 1 ster en de biologische kip niet betalen maar wel de plof kip als je nu ziet wat de Chinezen uit de grond stampen voor veestallen zal het hier in het westen enkel een markt zijn voor sterren en biologische vlees .
Waardecreatie bij boeren heeft alleen zin bij een gelijkblijvende productie, en dat is het `em juist. In de landbouw gaan duurzaamheidseisen gepaard met productievermindering. Bij duurzaamheidseisen is productievermindering onbekend, niet in beeld en een open eind. Daardoor kunnen de geldopbrengsten vanwege productievermindering wel eens lager gaan uitvallen dan de geldopbrengsten van de toegenomen waardecreatie. En ondanks de dan vorm gegeven waardecreatie boer je per saldo alsnog achteruit.
Bij overstap van plofkip naar Beter Leven kip is de productievermindering bekend. =25%.
Maar bij de plantaardige sectoren is de productievermindering een open eind wanneer overgestapt wordt naar duurzame productie. Daarmee wordt waardecreatie in de plantaardige sectoren natte vinger werk.
Nee, Piet. Er bestaat ook ruilvoordeel in de voortbrengingsketen als geheel. Van toeleverancier (bijv. een zaad dat een smakelijker product oplevert), naar boer (die het optimaal teelt en dat zo doet dat het eindproduct extra waarde krijgt), naar verwerker (die het zo verwerkt dat het nog meer extra waarde krijgt) tot aan de detaillist (die er onderscheidend mee kan wezen naar zijn klanten).
Dat geheel heet waardecreatie en zou kunnen zorgen voor een andere 'nieuwe boerencultuur'. Boeren plaatsen zich daar graag buiten, zoals jij hier doorgaans als duidelijk voorbeeld laat zien. Daarom begrijp ik Ingrid ook wel: ze kent haar pappenheimers en snapt dat er wellicht te veel voor moet gebeuren om hen waarde te laten creëren. Niettemin verlangen de klanten van hun afnemers dat wel van hen.
Ruilvoordeel toepassen kan alleen wanneer de consument rechtstreeks bij de boer koopt. Iedere boer een eigen boerderijwinkel en supermarkten maar opheffen?