Ik krijg nog kippenvel als ik denk aan de toezegging van de supermarkten. Binnen nu en twee jaar stappen ze allemaal over op kip met minimaal één Beter Leven-ster van de Dierenbescherming. Een stap waarvoor wij bij Wakker Dier al negen jaar vechten. En die heel lang onhaalbaar leek. Een stap die heel veel ellende gaat schelen voor de 100 miljoen kippen die Nederlanders jaarlijks eten. En die mogelijk nog veel meer gaat veranderen dan dat.

De Rabobank verwacht dat door deze omschakeling het aantal vleeskuikens in Nederland met veertig procent daalt - een ongekende krimp in de veestapel. En dat terwijl het aantal kuikenboeren gelijk blijft. Het is dus mogelijk volgens de Rabobank: minder dieren zonder de gevreesde afname van het aantal boeren of de leegloop van het platteland. Wat er wel verandert, is de dynamiek binnen de sector. Straks produceert de helft van de vleeskuikenboeren volgens bovenwettelijke standaarden en voor de Nederlandse markt. Wat doet dit met de boerenlobby en het draagvlak voor export? Ik ben benieuwd wat dán wordt gezien als het boerenbelang.

Straks produceert de helft van de vleeskuikenboeren volgens bovenwettelijke standaarden en voor de Nederlandse markt. Wat doet dit met de boerenlobby en het draagvlak voor export? Ik ben benieuwd wat dán wordt gezien als het boerenbelang
Ondertussen is bij de supermarkten de geïntegreerde keten in opmars. Albert Heijn werkt met vaste boeren aan ‘Beter voor’ programma’s voor kip, zuivel en varken. Jumbo gaat vaker langetermijnrelaties aan met boeren. En Plus introduceerde ‘boerentrots’, met onder andere varkensvlees van boeren die exclusief aan de supermarkt leveren. Daarmee nemen de supermarkten verantwoordelijkheid voor de hele keten: van boerderij tot bord. En dat biedt kansen voor dierenwelzijn.

Boeren kunnen makkelijker investeren vanwege de afzetgarantie en betere prijs.
Misstanden kleven niet alleen meer aan boeren en slachterijen, maar ook aan de verkoper. En belangrijker nog: met een kwalitatief hoogstaande keten kan een supermarkt meerwaarde creëren. Daarmee komt de weg vrij om vlees anders te positioneren. Als waardevol luxeproduct, in plaats van goedkope kiloknaller.

Ook bij de overheid zie ik eindelijk beweging richting minder en beter. Zelfs het CDA geeft schoorvoetend toe dat krimp van de veestapel onvermijdelijk is! De stikstofzaak dwingt de overheid íets te doen aan de veehouderij. En in het regeerakkoord lees ik dat ze tegelijkertijd ook andere problemen wil aanpakken. Ze verwijst zelfs expliciet naar het advies van de Raad voor Dieraangelegenheden over een dierwaardige veehouderij. Het zou naïef zijn om te verwachten dat morgen alles beter wordt, maar er lijkt wél een andere wind te waaien.

Heel voorzichtig lijkt onze overheid te bewegen richting echte hervorming. Zo zijn opeens retail, sector én overheid gebaat bij een veehouderij met minder dieren, betere welzijnseisen en een beter verdienmodel, meer binnenlandse markt en veel minder export. Bij een einde aan de vee-industrie zoals we die vandaag kennen. En dat is een uitkomst waarbij iedereen wint. Niet op de laatste plaats de dieren.
Dit artikel afdrukken