Omdat de uitstoot van stikstof vanuit mest zorgt voor de neerslag van ammoniak op natuurgebieden, is beleid gemaakt dat die uitstoot moet beperken. Ammoniak is schadelijk voor de natuur. Volgens de boeren helpt het beleid niet en hebben zij hun bedrijfsvoering tevergeefs aangepast. Volgens de overheid klopt het beleid wel. Boeren beweren dat de overheid het RIVM cijfers zodanig laat bewerken dat het beleid lijkt te werken. Daarom lieten zij in samenwerking met het agrarische vakblad V-Focus 3 onderzoekers uitzoeken of dat het geval is. Zij presenteerden hun oordeel begin dit jaar en concludeerden dat de overheid de ammoniakconcentraties overschat.

Volgens het RIVM klopt die conclusie niet. Vandaag laten de onderzoekers weten dat het wetenschappelijk blad Soil Use & Management hun bevindingen heeft getoetst en wetenschappelijk in orde heeft bevonden. Daarom zijn hun bevindingen nu in het blad opgenomen.

In plaats daarvan wordt gebakkeleid over een model dat in zijn tijd vermoedelijk het best mogelijke was, maar door nieuwe en meer ervaringen inmiddels verouderd moet heten
Roostervloeren
Dit nieuws is de jongste zet in een dossier dat steeds maar voortsleept. Eerder dit jaar analyseerde Foodlog het verloop van het dossier als een uit de hand gelopen relatie tussen overheid en boeren. Het beleid is ooit gemaakt om de ammoniakproductie van de roostervloeren van Nederlandse melkveehouders te compenseren. Door poep en pies van de koe bij elkaar te laten lopen ontstaat de zogeheten drijfmest, die meer ammoniak produceert dan nodig is. In oudere stalssystemen werd vaste mest geproduceerd die veel minder ammoniak uitstoot. Het zou dan ook aan te bevelen zijn te kiezen voor moderne 'oude' stallen.

Stalsysteem staat haaks op natuurbeleid
Eigenlijk zou de discussie dan ook moeten gaan over het type stal dat gewenst is. In plaats daarvan wordt gebakkeleid over een model dat in zijn tijd vermoedelijk het best mogelijke was, maar door nieuwe en meer ervaringen inmiddels verouderd moet heten. Omdat er echter veel beleid en maatregelen op gebaseerd zijn, heeft herijking grote juridische consequenties in de vorm van claims door boeren. Daarom is het moeilijk het beleid te herijken. Deze complicatie leidt enorm af van de wezenlijke vraag: moet Nederland het aantal roostervloeren in melkveestallen niet beperken?
Vanuit het oogpunt van technische innovatie en schaalvergroting is destijds een keuze voor een stalsysteem dat haaks staat op het natuurbeleid dat pas later in zwang kwam en werd aangescherpt. Toen was het echter te laat om de vele duizenden reeds gebouwde stallen nog aan te passen. Nog steeds worden nieuwe stallen met roostervloeren gebouwd. Inmiddels zelfs met open wanden zodat de ammoniak meteen kan ontsnappen; bij varkensstallen is zoiets niet toegestaan. Om ook moderne Nederlandse boeren met roosterstallen een oplossing te kunnen bieden, vond boer Klaas Wolters een alternatief systeem uit om mest uit te rijden dat beter voor de bodem zou zijn dan drijfmest die door het geldende beleid verplicht moet worden geïnjecteerd. Bodemgezondheid en insectenleven zijn voor een groeiende groep boeren een reden om zich tegen het geldende ammoniakbeleid te verzetten.

Het persbericht van de onderzoekers luidt:
De daling van Nederlandse ammoniakemissies is niet overtuigend aangetoond. Dat is een van de conclusies van de publicatie A volatile discourse – reviewing aspects of ammonia emissions, models and atmospheric concentrations in The Netherlands in het wetenschappelijke tijdschrift Soil Use and Management. Die conclusie staat haaks op een eerder gepubliceerd Wagenings artikel in hetzelfde tijdschrift. Het nieuwe artikel van Jaap Hanekamp, Matt Briggs en Marcel Crok komt voort uit de door hen uitgevoerde ammoniakreview onder de vlag van V-focus.

De Wageningse onderzoekers stelden in 2016 dat overtuigend is aangetoond dat lage-emissie technieken (bijv. mestinjectie) de ammoniakemissies sterk verlaagt. Het nieuwe artikel laat zien dat deze claim onjuist is. Alle data waarop deze conclusie gebaseerd is, zijn niet meer beschikbaar en de gerapporteerde emissiefactoren zijn dus niet na te rekenen. Hanekamp et al tonen bovendien aan dat er substantiële onzekerheden gemoeid zijn met de gebruikte methode. Die onzekerheden werken door in de nationale emissiecijfers, maar zijn niet of nauwelijks gerapporteerd. Emissies zijn daarom mogelijk minder afgenomen dan de berekeningen suggereren. Die conclusie wordt versterkt door een andere conclusie in het artikel, dat ammoniakconcentraties sinds 1993 geen duidelijke trends omhoog om omlaag laten zien.

Ammoniakconcentraties lager

Hanekamp et al hameren er bovendien op dat de ammoniakconcentraties structureel worden overschat. De ammoniakmetingen worden in Nederland namelijk op een onjuiste manier gemiddeld, door het gemiddelde te gebruiken in plaats van de mediaan. Correctie daarvan leidt ertoe dat de ammoniakconcentraties in de lucht tientallen procenten lager liggen dan door de overheid wordt gerapporteerd. Vermoedelijk betekent dit dat de ammoniakemissies en -depositie in Nederland lager zijn dan gedacht.

Staatssecretaris Martijn van Dam schreef eind 2016 nog in een brief aan de Kamer: “Uit de internationale review [het Sutton-rapport, red.] bleek dat het kennisinstrumentarium dat Nederland inzet in de hele kennisketen wetenschappelijk goed is onderbouwd.” Met de publicatie van dit SUM-artikel is die conclusie niet langer houdbaar.

Het artikel in SUM is een internationale peer-reviewed uitwerking van het eerder gepubliceerde rapport Ammoniak in Nederland, Enkele Kritische Wetenschappelijke Kanttekeningen.
Hanekamp, J.C., Briggs, W.M., Crok, M. 2017. A volatile discourse – reviewing aspects of ammonia emissions, models and atmospheric concentrations in The Netherlands. Soil Use and Management doi: 10.1111/sum.12354.
Dit artikel afdrukken