Ook in Nederland is vleesminderen 'normaal'. Meer dan de helft van de Nederlanders is flexitariër, zegt het Voedingscentrum. Minder vlees in ons voedingspatroon is gezonder voor onszelf, beter voor het milieu en vriendelijker voor dieren. Toch stagneert de daling van onze vleesconsumptie, moest Wakker Dier teleurgesteld constateren.
Wie eet vlees en hoeveel, wereldwijd? Dat liet de BBC uitzoeken door onafhankelijk onderzoeker Hannah Ritchie en Our World in Data.
Amerikanen en Australiërs zijn ’s werelds grootste vleeseters
Samen met Australië staan de Verenigde Staten bovenaan de lijst met landen die op jaarbasis het meeste vlees consumeren. Ook in Nieuw-Zeeland en Argentinië ligt de vleesconsumptie hoog, op meer dan 100 kilo vlees per jaar per persoon. In West-Europa ligt de vleesconsumptie per persoon tussen de 80 en 90 kilo karkasgewicht (inclusief de botten; het nettogewicht zoals je dat bij de supermarkt koopt, ligt - afhankelijk van het dier - op iets, maar niet heel veel meer dan de helft).
In ontwikkelingslanden is de vleesconsumptie veel lager. De gemiddelde Ethiopiër eet jaarlijks slechts 7 kilo, voor Rwandezen en Nigerianen is dat respectievelijk 8 en 9 kilo.
Meer mensen die zich vlees kunnen veroorloven
In 1960 telde de aarde 3 miljard mensen. Inmiddels zijn we met 7,6 miljard aardbewoners. De vleesproductie groeide nog veel harder. In de jaren '60 was de wereldvleesproductie zo'n 70 miljoen ton vlees per jaar. In 2017 produceerden we meer dan 330 miljoen toen, aldus de BBC. Een vervijfvoudiging van de vleesproductie, tegen een verdubbeling van het aantal mensen.
Wie eet al dat vlees op?
Er zijn niet alleen meer mensen op aarde, er zijn ook meer mensen die het zich kunnen veroorloven vlees te etenBehalve dat het aantal mensen toenam, nam ook de welvaart toe. Het gemiddelde inkomen verdriedubbelde in diezelfde periode. Leg dat gegeven naast het feit dat in rijkere landen de vleesconsumptie hoger is dan in arme en de oplossing ligt voor de hand: er zijn niet alleen meer mensen op aarde, er zijn ook meer mensen die het zich kunnen veroorloven vlees te eten. Landen als China en Brazilië laten dan ook een forse stijging in de vleesconsumptie zien.

Vleesconsumptie, bron: FAO, BBC
Dus, eten we minder vlees?
In Europa en Noord-Amerika lijkt de 'piek' in vleesconsumptie voorbij. Toch blijft vlees een populair levensmiddel, ook in Nederland.
Wel lijkt er een verschuiving op te treden in het soort vlees dat we eten, weet de BBC. Westerse consumenten kiezen voor minder rood vlees (varken en rundvlees) en meer pluimvee of een enkele keer een vleesvervanger.
In de VS is pluimvee inmiddels goed voor maar liefst de helft van de vleesconsumptie. Dat is goed voor het milieu; kip heeft van de verschillende vleessoorten de beste ecologische footprint. Kip heet ook gezonder omdat het witvlees is; roodvlees (rund, varken, schaap, geit) wordt ongezond genoemd omdat het geassocieerd wordt met een te hoge vetconsumptie en het ontstaan van kanker.
In The Lancet verscheen recent een pleidooi voor een plantaardiger menu. Het stuitte onmiddellijk op verzet van vlees- en zuivelproducenten. De belangrijkste financier achter het pleidooi bleek vaak te vliegen en kreeg het verwijt om die reden niet betrouwbaar te zijn. Ook vliegen is immers slecht voor ons leefmilieu.
De vraag naar vlees in de wereld daalt niet. Integendeel. In de komende twee decennia zal die volgens financiers van de sector nog met vele tientallen procenten stijgen*, met name in het schatrijk wordende Azië waar ook nog eens veel mensen wonen.
* Rabobank schat de groei van de vraag naar vlees in de komende 20 jaar op 45%; ruim 80% van die groei komt uit landen die zich pas recent tot welvarende economieën hebben ontwikkeld, waaronder met name die in Azië.
Op 10 juni krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Zonder te willen verzanden in statistische cijferbrij, toch nog even wat info over Chinese varkensproductie. Uit de FAO data kun je de gegevens vinden over aantal varkens in China, en ook tot hoeveel vleesproductie dat heeft geleid. Volgens die statistieken waren in China in tussen 1990 en 2000 gemiddeld ongeveer 400 miljoen varkens. Van 2000-2017 was dat ongeveer 470 miljoen. De gemiddelde productie aan varkensvlees in de jaren tussen 1990 en 2000 ruim 32 miljoen ton. In de jaren van 2010-2017 was de gemiddelde jaarproductie 54 miljoen ton. Ongerekend leverde één varkensplaats van 1990-2000 ongeveer 81 kilo vlees, terwijl dat de laatste 8 jaar is gestegen naar 115 kilo. De Chinese overheid heeft efficiëntieverbetering bij (varkens)productie tot een topprioriteit verklaart. Enkele jaren geleden leverde een zeug in China gemiddeld 12 biggen per jaar. Als dat (realistisch)met 5 stuks toeneemt, scheelt dat jaarlijks 18 miljoen ton veevoer(granen), aldus Chinese veehouderij officials. Ook ziet men al afvlakking van de consumptie naarmate de inkomens stijgen.
In (met name) Oost-Europa zien we de laatste decennia duidelijke opbrengststijgingen per hectare, terwijl (vlees)consumptie in grote West-Europese landen daalt. Tot dusverre gaan productie- en consumptie-stijgingen tamelijk gelijk op, met uiteraard jaarlijkse variaties.
Dank voor de cijfers Lourens, interessant om de mais- en sojapositie van China te zien veranderen. Wat arable land betreft (agriculture zonder bomen of gras), Hier vindt je de FAO statistieken. Je kunt zelf je grafiek samenstellen naar type land en jaren. Sinds de negentiger jaren geen grote toename van arable meer, ondanks vele verwachtingen in oost Europa en Canada gebeurt er relatief weinig. Afwachten dus maar of daar nog veel verandering in komt.
En wat de graanoogsten betreft; relateer die eens tegen het aantal inwoners, kom je in China niet zo heel ver als je bedenkt dat dit de realiteit is. De Chinezen hebben hun varkensvleesconsumptie per capita ruim verdubbeld in 25 jaar. Heb je veel graan of soja voor nodig, er zijn alleen al in die laatste 25 jaar 200 miljoen Chinezen bijgekomen.
Maar 15% van China kun je iets mee, de rest is te droog of onherbergzaam. Ze hebben 10% van alle arable land op de wereld. Het aantal inwoners is ruim 20% van de totale wereldbevolking, maar wat belangrijker is (in tegenstelling tot bv India) hun average welvaartsniveau stijgt pijlsnel. Ik heb nog even een staatje opgezocht waar iets staat over de ontwikkelingen in de Chinese middenklasse.
Vroeg of laat wordt de boel duurder, ook voor ons. En dan zal het prijsmechanisme zijn werk doen zoals ook Dick hieronder opmerkt.
In de grafiek in het artikel zijn twee opvallende landen eruit gepikt, China en Brazilië. In het (binnenkort) bevolkingsrijkste land ter wereld, India, verandert (nog?) niks in vleesconsumptie. India is de afgelopen jaren wel veranderd van tarwe importerend naar zelfvoorzienend land.
Vleesconsumptie in de VS is volgens de grafiek inmiddels gedaald naar niveau van jaren '90 vorige eeuw. Canada blijkbaar nog verder terug. Consumptie in Europa stagneert (mede daardoor ook de huidige lage varkensprijzen).
Volgens Jos #15 , bestaat China vooral uit woestijn. Toch is het land wel tweede tarweproducent ter wereld, met 133 miljoen ton, net achter de EU. China is de tweede maisproducent ter wereld, met 260 miljoen ton (VS=370 miljoen ton). China is zelfvoorzienend in mais, heeft een idioot grote voorraad en produceert daarvan bioethanol en dat levert tevens eiwitrijker restproduct als veevoer. Want aan eiwitgrondstof schort het. Naast de (toenemende) eigen productie van 16 miljoen ton sojabonen, wordt jaarlijks 90 miljoen ton geïmporteerd. (Tot vorig jaar ruim 30% uit de VS).
(Ter vergelijk, EU importeert 15 miljoen ton bonen, plus het equivalent van 11 miljoen ton in de vorm van sojaschroot).
Voor maandelijkse oogstverwachtingen van de belangrijkste voedsel- en veevoer-grondstoffen kan men kijken naar de publicatie van het ministerie van Landbouw in de VS (USDA). (Actueel beschikbaar als Trump tenminste zijn ambtenaren niet weer naar huis stuurt).
Trouwens, waarom zou alleen de VS de data hebben. Kijk ook gerust eens de steeds actuele info bij ons aller RVO (min. EZ). Cijfers op basis van EU en International Grains Council (IGC).
Op de website van de USDA staat ook een tabel met productiecijfers van tarwe, mais en rijst in China in de afgelopen 10 jaar. Niet schrikken van de cijferbrij. In grote lijnen:
Mais
areaal China 2008: 30 miljoen hectare, nu 41,5 miljoen
opbrengst/ha 2008: 5,1 ton, nu 6,1
productie 2008: 155 miljoen ton, nu 256 miljoen
Tarwe
areaal China 2008: 23 miljoen hectare, nu 24 miljoen
opbrengst/ha 2008: 4,6 ton, nu 5,4
productie 2008: 110 miljoen ton, nu 133 miljoen
Rijst
areaal China 2008: 29 miljoen hectare, nu 30 miljoen
opbrengst/ha 2008: 6,4 ton, nu 6,8
productie 2008: 131 miljoen ton, nu 145 miljoen
Etc.
Een paar jaar geleden was het nog ondenkbaar, maar in Rusland neemt de productie van granen en vlees in hoog tempo toe. Het land is inmiddels grootste graanexporteur ter wereld, en zet daarmee flinke druk op graanprijzen in Europa en VS. Met name pluimveevlees productie in Rusland is dermate gestegen dat men min of meer zelfvoorzienend is (als we de statistiek mogen geloven). In Rusland, Oekraïne, Kazachstan zijn nog miljoenen hectare beschikbaar voor productie of bieden in ieder geval potentieel voor forse opbrengststijging bij betere benutting.
Ook in Afrika is nog veel potentieel voor opbrengststijging, zonder dat het ten koste gaat van natuur en milieu. Voorwaarde is wel dat men daar een beetje kunstmest gaat gebruiken, zo vertelde Henk Breman afgelopen zomer tijdens de interessante Foodlog-dag.
Er is dus beslist hoop voor de Korenmarkt(niet kijken, is off-topic).
Lourens, in de scenarioplanning heet dat extrapoleren zonder te kijken of de dimensies wel stand houden. Zoals Jos hieronder (#15) aangeeft: de vraag stijgt, maar met de prijs is geen rekening gehouden. En dus zal het geprojecteerde aanbod nooit gerealiseerd worden. Prijs geeft in dit geval nl. de schaarste weer.
Op zich houd ik wel van rechtlijnig denken. Maar in de statistiek is het toch wel oppassen met die lineaire gedachtengangen waarmee commentatoren hun verwachtingen beschrijven. Vaak lopen ontwikkelingen anders dan gedacht. Toen ik een jaar of twintig was, kon ik een grafiek maken met mijn inkomensontwikkeling en die lijn doortrekkend, zou ik op m'n 50e al multimiljonair zijn. Op één of andere manier liep het anders :)
Eén van de beroemdste voorbeelden waarbij de lineaire voorspelling anders liep, was de Grote Paardenpoep Crisis in London van 1894, vanwege het steeds maar toenemend aantal paarden en rijtuigen.
This problem came to a head when in 1894, The Times newspaper predicted… “In 50 years, every street in London will be buried under nine feet of manure.”
The terrible situation was debated in 1898 at the world’s first international urban planning conference in New York, but no solution could be found. It seemed urban civilisation was doomed.
However, necessity is the mother of invention, and the invention in this case was that of motor transport. Henry Ford came up with a process of building motor cars at affordable prices. Electric trams and motor buses appeared on the streets, replacing the horse-drawn buses.
By 1912, this seemingly insurmountable problem had been resolved; in cities all around the globe, horses had been replaced and now motorised vehicles were the main source of transport and carriage.
Even today, in the face of a problem with no apparent solution, people often quote ‘The Great Horse Manure Crisis of 1894’, urging people not to despair, something will turn up!