Het was een van de eerste maatregelen die de Amerikaanse president Trump nam in zijn streven naar 'America first'. Er kwam een heffing op de import van Spaanse tafelolijven. De EU protesteerde, maar de heffing bleef in stand, als 'straf' in de handelsoorlog waarin de VS en EU inmiddels verwikkeld waren geraakt. De nieuwe Amerikaanse president Joe Biden zit ermee in zijn maag. Bovendien blijken de Amerikaanse olijventelers niet geholpen met Trump's protectionisme.
In de Verenigde Staten worden al sinds de 18e eeuw olijven verbouwd. Tafelolijven, dus voor de pizza en de salade, niet voor de olijfolie. Spaanse missionarissen brachten de olijfbomen mee en plantten die bij de 21 katholieke missies in de Amerikaanse staat Californië.

Maar de Amerikaanse olijfboeren hebben het zwaar. Sinds 2003 is het areaal met olijfbomen voor tafelolijven afgenomen van ruim 14.000 hectare tot 4.800 hectare in 2022, aldus het Amerikaanse ministerie van landbouw. Door ernstige droogte en watertekorten, gestegen loonkosten, hoge belastingen en duurdere kunstmest zien veel Californische olijfboeren inmiddels al helemaal geen toekomst meer voor hun olijventeelt en schakelen ze over naar lucratievere gewassen. Maar de belangrijkste reden dat ze het bijltje erbij neergooien, is dat olijfboeren in andere landen, met name Spanje, hun olijven veel goedkoper kunnen produceren en transporteren.

Ruim de helft van de 167.000 ton tafelolijven die de Amerikanen in 2017 aten, werd geïmporteerd, en daarvan kwam de helft uit Spanje.

Spanje heeft ruim 2,7 miljoen hectare aan olijfgaarden, waarvan ruim 200.000 hectare met bomen voor tafelolijven, aldus het Financieele Dagblad. Volgens de Amerikaanse olijventelers zijn de importolijven zo goedkoop doordat de Europese olijventelers subsidies ('staatssteun') krijgen. Oneerlijke handelspraktijken dus. Daar sprong Donald Trump in 2017 meteen bovenop. Hij kondigde een heffing af van gemiddeld 35,5% op de Spaanse olijvenimport van circa $70 miljoen.

Het hielp, eventjes. Volgens de Europese Commissie daalde de Spaanse olijvenexport - goed voor 0,01% van de transatlantische handelsstromen - naar de VS binnen twee maanden met bijna driekwart. De EU liet het niet bij zitten en klaagde de VS aan bij de Wereldhandelsorganisatie WTO. Daar kreeg Brussel weliswaar gelijk, maar tegelijkertijd escaleerde de handelsoorlog. In 2019 legde Trump nog eens 25% importheffing op de import van Spaanse olijven, als onderdeel van het veel grotere handelsconflict over staatssteun aan vliegtuigbouwers Airbus en Boeing. Europa sloeg terug met een eigen heffingenpakket.

De huidige president Joe Biden zit er lelijk mee in zijn maag. Hij streeft er sinds zijn aantreden in 2021 naar de handelsbetrekkingen tussen de VS en Europa te normaliseren. De olijvenoorlog, hoe klein ook, is een 'casestudy' van protectionistisch beleid dat 'als een boemerang terugkomt', schrijft het FD. De Amerikaanse olijvensector krimpt nog steeds. De Spaanse olijfboeren zijn miljoenen kwijtgeraakt aan advocaatskosten en de olijven zijn alleen maar duurder geworden. "In het olijvenconflict waren de echte winnaars de lobbyisten en juristen aan beide zijden van de oceaan."

Zeker nu de VS en de EU aan nieuwe subsidies denken voor de eigen strategische sectoren zoals halfgeleiders en elektrische auto's is het oppassen geblazen met ondoordachte heffingen op producten.