Anne-Marie Spierings (D66) heeft landbouw in haar portefeuille. Ze is bestuurder van de meest veedichte provincie van ons land en ervaart aan den lijve de knellende praktische vraagstukken rond de veehouderij. Er zijn prangende ecologische, volksgezondheids- en financiële problemen. De landelijke politiek praat er vooral over, staat op afstand en komt te laat met wet- en regelgeving. De vraagstukken die daardoor ontstaan, moeten daarom door lagere overheden worden opgepakt.

Gebrek aan lef
In het gesprek toont Spierings zich uiterst kritisch over de houding van de partijen die bij veehouderijvraagstuk betrokken zijn. Banken, voerleveranciers, voedselverwerkers en retailers proberen het boerenprobleem ieder vanuit hun eigen belang op te lossen. Omdat het een systeemvraagstuk is, is voor echte oplossingen de wil om over het eigenbelang heen te kijken nodig. Omdat niemand de macht heeft om een oplossing op te leggen, moet iedereen leiderschap tonen. Het ontbreekt aan het lef om dat te doen, zegt Spierings.


Onethisch
Veerman brengt zijn oordeel ter sprake over de rol van Rabobank bij de herstructurering van de Nederlandse veehouderij. Volgens hem krijgt de bank een onethische rol toebedeeld in zowel de plannen voor de aanpak van de varkenshouderij als die van de Commissie Nijpels voor de veehouderij als totaal. De manier waarop de bank zal proberen zijn uitstaande kredieten zo goed mogelijk te beheren, kan haaks staan op het publieke belang. Omdat de bank van de overheid de herstructurering van de veehouderij moet financieren, kunnen grote fricties ontstaan tussen private en publieke belangen.
Spierings reageert met een voorkomend geformuleerd, maar duidelijk oordeel waaruit de dilemma’s spreken waar de (provinciale) overheid zich voor gesteld ziet.
Dit artikel afdrukken