Vorige week vond in Parijs het European Society of Cardiology-congres plaats, ‘s werelds grootste bijeenkomst van cardiologen. Hartdokters uit meer dan 150 landen zijn aangesloten bij The European Society of Cardiology. Het jaarlijkse evenement is altijd goed voor veel onderzoeksnieuws, maar de teneur is alle jaren dezelfde. Ondanks enorme verbeteringen in de zorg blijven hart- en vaatziekten wereldwijd, met 40% van alle sterfgevallen, vroegtijdige doodsoorzaak nummer één.

Verschillen
Er is wel een groot verschil tussen arme en rijke landen. Dat verschil is terug te voeren op de kwaliteit van de zorg. Een studiegroep uit de hoek van het Canadese PURE-gezondheidsonderzoek rekende die verschillen uit aan de hand van een onderscheid naar high-income countries (HIC, waaronder Canada, Saoedi-Arabië en Zweden), middle-income countries (MIC, onder meer Argentinië, Brazilië, Chili en China,) en low-income countries (LIC, zoals Bangladesh, India, Pakistan en Tanzania).

In HIC’s is de sterfte aan hartkwalen gedaald tot 23% van de sterfgevallen en is kanker met 26% doodsoorzaak nummer één geworden. In MIC’s is de verhouding respectievelijk 41% hart om 30% kanker, in LIC’s 43% om 15%.

Preventie
Veel van de op het ESC-congres geopenbaarde onderzoeken richtten zich op preventie en jongeren. Hartfalen onder jongeren is volgens een Portugees onderzoek vooral een kwestie van een ongezonde leefstijl (weinig beweging, roken, hoge bloeddruk, hoog cholesterolpeil) en minder van erfelijke aanleg.

Een Zweeds onderzoek liet zien dat overgewicht op jonge leeftijd voor de rest van je leven een risicofactor voor hartklachten blijft. Diabetes type 2, waaraan veel mensen met overgewicht (gaan) lijden, verhoogt volgens een Franse studie de kans op fataal hartfalen, vooral voor wie al eerder een hartaanval had.

Eerstelijnszorg
Cardiologen kunnen congresseren wat ze willen, als de patiënt niet luistert helpt het nog niks. Maar schakel je de directe omgeving in zodat de patiënt wel moet luisteren, dan ligt het anders. De genoemde PURE-onderzoekers presenteerden in Parijs opmerkelijke uitkomsten van een programma in 30 verschillende gemeenschappen in Columbia en Maleisië.

In 16 van die gemeenschappen bleef de gezondheidszorg aan hartpatiënten bij het oude. In de 14 andere werd een pakket maatregelen in de eerstelijnszorg aan hartpatiënten ingevoerd. Zorgverleners (niet-artsen) gingen, gewapend met een tablet met eenvoudige diagnose software, gratis bloeddruk- en cholesterolmedicijnen en een goed humeur, langs bij hartpatiënten en hun familie en vrienden. Door die maatregelen en de invloed van de naasten, die nauw betrokken waren bij de behandeling, namen de patiënten hun medicijnen vaker in en verbeterden ze hun leefstijl.

“Deze strategie is pragmatisch, effectief en schaalbaar,” zegt een van de onderzoekers. “Daarmee kunnen hart- en vaatziekten op wereldniveau aanzienlijk beter teruggedrongen worden, vergeleken met gangbare behandelwijzen die alleen op het werk van artsen gebaseerd zijn.”

Terugdringen van (voortijdige) sterfgevallen door hartfalen is een van de doelen van de Sustainable Development Goals 2030 van de Verenigde Naties op het gebied van de volksgezondheid.
Dit artikel afdrukken