De domesticatie van de kat begon bijna 10.000 jaar geleden als een symbiotische relatie tussen wilde katten (Felis silvestris lybica) en de eerste landbouwers in de Vruchtbare Halvemaan. Wilde katten profiteerden van de toegenomen knaagdierpopulaties (muizen, ratten) bij de graanopslagplaatsen van de vroege landbouwers en mensen konden de ongediertebestrijders wel waarderen. Tot zover weinig nieuws.

Mee op reis
De kat werd vereerd in Egypte en via handels- en zeeroutes verspreid door achtereenvolgens Fenicische, Carthaagse, Griekse, Etruskische en Romeinse 'kattenliefhebbers'. Toen in de 15e eeuw de Europese ontdekkingsreizigers over de wereld uitzwermden, namen ze katten mee aan boord om het voedsel en de handelswaren te beschermen. Ten tijde van de kolonisaties nam het scheepvaartverkeer - en het aantal katten dat overzeese reizen ondernam - verder toe. Met als resultaat dat katten in verre gebieden als Australië, de Amerika's en koloniale gebieden zoals Tunesië en het vasteland van Kenia, genetisch sterk lijken op West-Europese katten. Uiteraard zijn er verschillen in de genetische opmaak, maar die zijn te verklaren door 'isolatie door afstand'. Er blijkt onomstotelijk sprake van één gemeenschappelijke oorsprong: de wieg van de akkerbouw in het land van Tigris en Eufraat.

Er blijkt onomstotelijk sprake van één gemeenschappelijke oorsprong: de wieg van de akkerbouw in het land van Tigris en Eufraat
Pakistaanse katten laten meer Europese invloeden zien dan omliggende landen dankzij de invloed en controle van de Britse Oost-Indische Compagnie in Zuid-Azië. De genen van Koeweitse katten laten zien wat de gevolgen zijn van de ligging van het land als centrum van handelsroutes over land en zee, en als belangrijke olieproducent, waardoor buitenlandse werknemers uit nabijgelegen landen instromen. Indiase en Sri Lankaanse katten laten in hun genetisch materiaal de invloed zien van de grote hoeveelheden handelsverkeer via de zijderoute over land en over zee.

'Semi-gedomesticeerd'
Zijn katten eigenlijk wel gedomesticeerd? Niet echt, zegt co-auteur Lesley Lyons, die al ruim 30 jaar onderzoek naar de genetica van katten. "We kunnen katten eigenlijk semi-gedomesticeerd noemen, want als we ze in het wild zouden loslaten, zouden ze waarschijnlijk nog steeds op ongedierte jagen en op eigen kracht kunnen overleven en paren dankzij hun natuurlijke gedrag." Tijdens het domesticatieproces hebben we het gedrag van katten niet echt veranderd, in tegenstelling tot landbouwhuisdieren of honden. "Katten bewijzen opnieuw een speciaal dier te zijn."
Dit artikel afdrukken