In geval van "omstandigheden die objectief de veronderstelling rechtvaardigen dat de vraag naar de door de verkoper te leveren goederen op korte termijn aanzienlijk zal toenemen" wil Aldi dat zijn leveranciers gedurende een periode van 3 maanden 130 tot 150% van de gebruikelijke hoeveelheid kunnen leveren. Lukt dat niet, dan moet de fabrikant een schadevergoeding betalen.

Op deze manier wil Aldi zich, "in het belang van onze klanten", indekken tegen een plotse hamsterwoede als er zich opnieuw een crisis - zoals een pandemie of sociale onrust - voordoet. De keten wil tot iedere kost vermijden dat klanten met lege schappen geconfronteerd worden en wellicht bij een concurrent hun boodschappen gaan doen. Aldi zag de afgelopen jaren zijn marktaandeel afkalven.

Het is voor het eerst in de geschiedenis, schrijft het Duitse vakblad Lebensmittel Zeitung, dat een dergelijke clausule opgenomen is in de afspraken tussen detailhandel en industrie. De fabrikanten vinden de eis te ver gaan en aarzelen ermee in te stemmen. De eis van 'boventallige' hoeveelheden gaat hen te ver, gezien de manier waarop ze in de coronacrisis aan hun verplichtingen hebben weten te voldoen.

Ook zeggen de leveranciers dat zij op verzoek van de detailhandel in de aanloop naar Kerst zulke grote voorraden hebben opgebouwd, dat ze begin 2021 nauwelijks bestellingen hebben ontvangen. Dat betekent dat zij met het risico van onverkochte voorraden zitten terwijl de supermarkten ongekende omzetten maken.

'Coronaboete'
Ook in Nederland speelt deze problematiek. Deze week haalde Albert Heijn zich de woede van zijn leveranciers op de hals door in de leveringsvoorwaarden een 'coronaboete' op te nemen. Concurrent Jumbo liet meteen weten in voorkomende gevallen met zijn leveranciers in gesprek te gaan en boetes 'niet gepast' te vinden.
Dit artikel afdrukken