In de rubriek Healthy Living van de Huffington Post komen de gevaren van drinken voor - en ná - het sporten aan de orde. Alcohol is een 'ergolytische' stof, dat betekent dat het sportieve prestaties afremt, in tegenstelling tot ergogenische stoffen, zoals cafeïne, die stimulerend werken. Hoe meer alcohol je drinkt, des te minder je prestaties. Bovendien blijkt het risico op blessures twee keer zo groot te zijn bij drinkers als bij niet-drinkers.
Meteen na het sporten alcohol drinken is niet verstandig, omdat een aantal processen in je lichaam op een hoger niveau gaan werken, zoals bijvoorbeeld je insulineproductie. Met alcohol verstoor je dat dan nog meer, net als overigens je slaapritme. Daarmee hinder je je lichaam in zijn capaciteit om glycogeen op te slaan en zorg je voor hogere niveaus van het stresshormoon cortisol. Allemaal factoren die je herstel - na de sportieve inspanning - vertragen of teniet doen.
Op 6 december krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Ik zou er een klein voorbehoud bij willen maken, namelijk t.a.v. denksport - ook op hoog professioneel niveau. Zo ken ik een Duitse grootmeester die jaren lang, terwijl hij meespeelde in topschaaktoernooien, voor de partij een glas cognac nam. Dat deed hij om een beetje te ontremmen en iets makkelijker beslissingen te nemen. Blijven twijfelen kan dodelijk zijn achter het bord, omdat je dan uiteindelijk in tijdnood komt en door de haast fouten gaat maken.
Dergelijk functioneel gebruik van alcohol door schakers komt niet heel vaak voor, maar een zeldzaamheid is het ook niet. Oud wereldkampioen Alexander Aljechin - van wie onze Max Euwe in 1935 de wk-match won - stond erom bekend dat hij met regelmaat met een flinke borrel op achter het bord zat. Niettemin soms geniaal combinerend.