De afgelopen decennia hebben diverse internationale samenwerkingsverbanden zich hard gemaakt om de albatrossterfte in kaart te brengen. Naar schatting worden jaarlijks zo'n 300.000 albatrossen het slachtoffer van vislijnen en -netten. Verschillende maatregelen om die sterfte terug te dringen, werden uitgeprobeerd. Met resultaat: dankzij observatoren aan boord - van menselijke of elektronische aard - bleek de albatrossenbijvangst fors terug te lopen.

Contact tussen schepen en vogels
Een team van Franse biologen onderzocht waar vogels en schepen met elkaar in contact komen en welke vogels het meest genegen zijn een schip te volgen. Ook wilden ze weten of vogels eerder aangetrokken zijn door vissersschepen (waar ze voedsel kunnen verwachten) dan door andere (vracht)schepen. Zo hoopten ze inzicht te krijgen in welk deel van de populatie het grootste risico liep om als bijvangst te eindigen. Ze begonnen met het opvragen van de gegevens van de monitoring systemen die vissersboten aan boord hebben. Maar omdat die maar zelden real time beschikbaar zijn en dan meestal van niet ver uit de kust, terwijl de albatrossen juist het merendeel van hun tijd ver in de oceaan doorbrengen, hadden de wetenschappers geen idee hoeveel overlap, en gedurende hoeveel tijd, er was tussen schepen en vogels.

De albatros als 'zeeschildwacht' kan de data die nodig zijn voor zijn eigen bescherming zelf verzamelen. Wij kunnen meekijken met het werk van de vogel en het zeeleven helpen beschermen
De Fransen gooiden het daarom over een andere boeg. Met veel vallen en opstaan ontwikkelden ze 'dataloggers', waarmee ze 169 grote albatrossen uitrustten. De loggers detecteren de radargegevens van boten, en verzamelen zo real time-informatie over de locatie van de schepen.

'Illegale activiteiten'
Dat leverde een verrassing op: "Toen we de data uit de loggers over een kaart legden met de locaties van alle schepen met een actief Automatic Identification System (AIS), kwamen we tot de ontdekking dat 20% van de schepen binnen de Franse territoriale wateren hun AIS niet aan hadden staan, en dat percentage liep op naar 35% in internationale wateren," zegt marien onderzoeker Samantha Prick in The Conversation. De albatrosdata leverden een geheel onverwachte 'bijvangst' op.

Omdat het AIS bedoeld is als een veiligheidsmaatregel, kan het feit dat een schip het uitzet, alleen maar betekenen dat het niet gevonden wil worden en dus vermoedelijk met iets bezig is dat niet gezien mag worden. Zoals vissen op beschermde vissoorten of in beschermde gebieden.

De albatrossen bleken een soort patrouillerende 'opsporingsagenten' te zijn voor de mogelijk illegale activiteiten. "Illegale visserij is een groot probleem in de internationale wateren van Azië, Afrika en de Zuidelijke Oceaan”, zegt marien ecoloog Kees Camphuijsen van het Texelse onderzoeksinstituut NIOZ in de NRC. In de Zuidelijke Indische Oceaan patrouilleren militaire schepen en vliegtuigen om criminele visserij op te sporen, maar die kunnen maar een beperkt gebied bestrijken. De albatrossen bestreken in een half jaar circa 47 miljoen vierkante kilometer en kwamen daar 353 schepen tegen, schrijven de Franse onderzoekers in PNAS.

Uit de verzamelde data was ook af te leiden hoe de leeftijd, het geslacht en 'persoonlijkheid' van iedere vogel van invloed zijn op hun gedrag richting vissersschepen. Mannetjesalbatrossen bleken dichter bij Antarctica te fourageren, vrouwtjes meer naar de tropen. Daar is het visserijverkeer intensiever, zodat vrouwtjes meer contact hebben met schepen. Jonge vogels bleken meer afstand van vissersschepen te houden, oudere vogels brengen meer tijd in hun nabijheid door.

Dankzij de albatrosdata komen we niet alleen meer te weten over de illegale visserij, maar kunnen we ook visbestanden, albatrossen en andere zeevogels én het integrale mariene ecosysteem beschermen. De albatros als 'zeeschildwacht' kan de data die nodig zijn voor zijn eigen bescherming zelf verzamelen. Wij kunnen meekijken met het werk van de vogel en het zeeleven helpen beschermen.
Dit artikel afdrukken