Vanaf de leeftijd van 9 jaar hebben kinderen geen zin meer in lichamelijke activiteit. Dat blijkt uit een studie van de universiteit van Genève onder 1.200 Geneefse kinderen van 8 tot 12 jaar. Het onderzoek wordt gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Psychology of Sports and Exercise.
Voor het onderzoek vulden de kinderen 2 jaar lang iedere 6 maanden een vragenlijst in over hun motivatie om te bewegen. De vragen gingen over onder meer plezier, leren, gezondheid en cijfers. Onderzoekers zagen dat vanaf de leeftijd van 9 jaar de positieve prikkels, zoals plezier en gezondheid, een sterke daling lieten zien. “Deze achteruitgang hebben we nog nooit op zo’n jonge leeftijd gezien,” zegt onderzoeker Julien Chanal van de faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen.
De motivatie om tijdens de gymlessen lekker te bewegen verschoof naar 'indirecte' motivaties zoals een goed cijfer of om hun imago bij andere kinderen te verbeteren. Volgens Chanal is die instelling alleen op korte termijn positief en contraproductief voor hun lichamelijke ontwikkeling. Daarom pleiten de onderzoekers voor een hervorming van het onderwijs zodat tijdens de gymles meer ruimte wordt gegeven aan bewegen - in de rest van de lessen en buiten schooltijd zitten kinderen al meer dan genoeg.
Voor het onderzoek vulden de kinderen 2 jaar lang iedere 6 maanden een vragenlijst in over hun motivatie om te bewegen. De vragen gingen over onder meer plezier, leren, gezondheid en cijfers. Onderzoekers zagen dat vanaf de leeftijd van 9 jaar de positieve prikkels, zoals plezier en gezondheid, een sterke daling lieten zien. “Deze achteruitgang hebben we nog nooit op zo’n jonge leeftijd gezien,” zegt onderzoeker Julien Chanal van de faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen.
De motivatie om tijdens de gymlessen lekker te bewegen verschoof naar 'indirecte' motivaties zoals een goed cijfer of om hun imago bij andere kinderen te verbeteren. Volgens Chanal is die instelling alleen op korte termijn positief en contraproductief voor hun lichamelijke ontwikkeling. Daarom pleiten de onderzoekers voor een hervorming van het onderwijs zodat tijdens de gymles meer ruimte wordt gegeven aan bewegen - in de rest van de lessen en buiten schooltijd zitten kinderen al meer dan genoeg.
Vooral kind van hoogopgeleide ouders speelt nooit buiten (AD).
Grappig.
Mijn dochter leest haar zoon voor uit de krant en citeert uit een artikel dat kinderen van hoog opgeleide ouders niet veel meer buiten spelen. Ze vraagt hem: „Maar jij speelde tot voor kort toch wel heel veel buiten?” Waarop de puberzoon antwoordt: „Ja, maar toen wist ik nog niet dat jullie hoog opgeleid zijn.” (NRC)
Bert, aan de Nederlandse kant van de grens (buitengebied) fietsen de kinderen vanaf een bepaalde leeftijd inderdaad naar school. Voor velen is dat al snel een paar duizend kilometer per jaar. Daar is Nederland mee gezegend. Aan de Duitse kant van de grens rijden schoolbussen en géén fietsen naar school. Alleen als de afstand minder dan twee kilometer is, want dan heb je geen recht op de schoolbus. Iets waarover flink gestreden kan worden als de afstand er om hangt.
Dan is er nog de sport. Twee keer per week een uurtje van 't een of ander. De kinderen die in het buitengebied naar school moeten fietsen die halen wellicht de beweegnorm.
#16 Astrid,
Hier is geen openbaar vervoer en kunnen kinderen t/m groep 3 met een busje (eigendom van het dorp) heen en weer gebracht worden naar school. Daarna gaan ze op de fiets. Fietsafstand is 6,1 km. Ik zie ook kinderen vanuit een verder gelegen dorp en voor hun geldt dat er nog zo'n 4,5 km extra gefietst moet worden.
De kinderen zijn hier dus zowel genoeg buiten als in beweging, want op de basisschool is het 2x per week gymles. Als het openlucht zwembad weer geopend is wordt er, voor de 3 hoogste groepen, 1 gymles per week ingeruild voor zwemles.
Misschien Bert, ik zou het nl meer verwachten in landelijke gebieden met minder openbaar vervoer beschikbaar dat kinderen dan wel op de fiets moeten oom op school te komen, in de grote steden is openbaar vervoer veel makkelijker en het verkeer vaak juist gevaarlijker om ze doorheen te laten manoevreren.
ik woon in Utrecht (de fietsstad) en aangezien de meeste veranderingen beginnen in de steden is dat misschien hoopvol.....