Wegens de krapte op de woningmarkt, vindt Roemer zijn wens op dit moment niet haalbaar. Eerst moet een limiet van twee personen per slaapkamer moeten worden ingevoerd voor werklieden die de hoogste kans hebben op besmetting met corona. Roemer verwijst bij die gedachte naar medewerkers in slachthuizen. Zijn team vindt de urgentie zo groot, dat ook naar alternatieven moet worden gekeken. Gedacht kan worden aan huisvesting in hotels en voor bewoning geschikt gemaakte kantoorgebouwen.

Het kabinet heeft het Aanjaagteam op 4 mei ingesteld en gevraagd om voorstellen te doen om de werk- en leefomstandigheden van arbeidsmigranten te verbeteren. Doel was zowel het risico op coronabesmetting voor arbeidsmigranten op de korte termijn te beperken en tevens de arbeidsrechtelijke positie van arbeidsmigranten in Nederland structureel te verbeteren.

Minister Wouter Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid nam het rapport van het Aanjaagteam afgelopen donderdag in ontvangst namens het kabinet.

Beperkte hotelcapaciteit
Het advies om hotels te gebruiken zal snel op grenzen stuiten. Nederland telt 400.000 mensen uit het buitenland met een laag beloonde baan; zo’n 70 tot 80% werkt voor een uurloon lager dan €15 volgens het team van Roemer. Volgens het CBS bedraagt de totale hotelcapaciteit in Nederland een dikke 140.000 bedden. Vanwege het risico op besmetting met corona in het buitenland, is te verwachten dat Nederlanders die in eigen land willen recreëren een deel van die capaciteit willen benutten. Zij zullen er meer voor betalen dan migranten of hun werkgevers.

De banen worden niet voor niets tegen beperkte beloning aangeboden. Denkbaar is dat het duurder maken van de arbeid hier, leidt tot verschuivingen van de arbeid en fabrieken naar het oosten van Europa
Het team Roemer is niet al te negatief over de omstandigheden waaronder het gros van de meeste arbeidsmigranten werken. Het schrijft: "Uit de gesprekken blijkt dat veel uitzendbureaus hun verantwoordelijkheid jegens de arbeidsmigranten goed invullen. Er is evenwel ook een groep uitzendbureaus die dat niet doen. Dat zijn bedrijven die zich buiten alle overleggen houden die gericht zijn op het verbeteren van de situatie, niet aangesloten zijn bij brancheorganisaties en een businessmodel hanteren waardoor maximaal wordt geconcurreerd op arbeidsvoorwaarden, werktijden en arbeidsomstandigheden en verdienen aan de woonvoorzieningen een belangrijk onderdeel is van het businessmodel. Arbeidsmigranten die bij een dergelijk uitzendbedrijf in dienst zijn, werken vaak tegen slechte arbeids- en woonvoorwaarden en tegen een laag uurtarief. Dat is niet alleen laakbaar ten opzichte van de arbeidsmigrant, maar zorgt ook voor oneerlijke concurrentie met uitzendbureaus die wel netjes met hun medewerkers omgaan."

Wel acht het team Roemer de kans dat arbeidsmigranten elkaar vanwege hun woon- (het delen van weinig woon- en slaapruimte met elkaar) en reisomstandigheden besmetten met het nieuwe coronavirus SARS-CoV-2 ‘levensgroot’. Voor statenlid Hermen Vreugdenhil (ChristenUnie/SGP, Noord-Babant) zijn de eerste aanbevelingen reden om schriftelijke vragen te stellen aan het college van gedeputeerden in de provincie Brabant die veel vleesverwerkende bedrijven telt. “We hopen dat het college bereid is om op korte termijn met concrete maatregelen te komen om deze mensen te helpen. De provincie kan meedenken in de mogelijkheden voor alternatief vervoer en meer huisvestingscapaciteit zodat de werknemers te allen tijde voldoende afstand van elkaar kunnen houden. Daarnaast willen we, zoals het Aanjaagteam adviseerde, fysieke of digitale loketten waar mensen in hun eigen taal terecht kunnen voor advies of juridische bijstand.” Als iedereen zijn bijdrage aan het beperken van het besmettingsrisico moet leveren, dan mag de politiek niet wegkijken van de 400.000 arbeidsmigranten, vindt Vreugdenhil.

Het Aanjaagteam Roemer hamert op de sterk afhankelijkheid van de migranten van hun werkgever. Ze wisselen van werkplek, moeten daardoor regelmatig verhuizen en als hun werk ophoudt, verliezen ze hun onderdak en verzekering. Het aanjaagteam wil dat arbeidsmigranten zelf over hun zorgpasje en polis kunnen beschikken. Als ze ziek zijn moeten ze in hun huis kunnen blijven wonen en als hun werk ophoudt moeten ze "voor een bepaalde periode” verzekerd blijven, adviseert Roemer.

Verschuiving arbeid en fabrieken naar Oost-Europa?
Hoeveel banen en in stand kunnen blijven als de adviezen van Roemer worden uitgevoerd, zal in de toekomst moeten blijken. De banen worden niet voor niets tegen beperkte beloning aangeboden. Denkbaar is dat het duurder maken van de arbeid hier, leidt tot verschuivingen van de arbeid en fabrieken naar het oosten van Europa. Ook moet worden bedacht dat het consequenties kan hebben voor de kostprijzen en vestigingsplaats van de uitgebreide kast- en champignonteelt in Nederland. Emile Roemer bekijkt het vraagstuk vanuit het perspectief van de arbeider en heeft het in de NRC over 'nu doorpakken' op de golf van de coronacrisis.

Het team Roemer ziet vooral een groot bezwaar in de afhankelijkheid van de arbeidsmigrant van het uitzendbureau en de Nederlandse inlener van arbeid "die slecht willende partijen de kans geven daar misbruik van te maken." Het team zal in zijn tweede advies aan het kabinet met concrete voorstellen komen om deze afhankelijkheid te verminderen. Op dit moment verzorgen de uitzendbureau's als het ware een compleet verzorgd pakket, zij het met beperkte luxe en weinig inspraak.
Dit artikel afdrukken