Effect van maatregelen onderzoeken
Toen het begrip in zwang kwam, werd ik er enthousiast van. Het was in mijn werk als akkervogelonderzoeker op dat moment relevant een stap te kunnen maken naar de context waarin vogels gedijen. We startten met onderzoek naar effecten van schaal en de effectiviteit van maatregelen. Daarnaast begonnen we te realiseren dat we moesten uitzoeken waar de bandbreedten van onze landbouwsystemen overlap vertoonden met de ecologische grenzen van akkervogels als veldleeuwerik, gele kwikstaart geelgors en grauwe kiekendief.
Ondanks het gehamer op meten en weten door middel van zogeheten Kritische Performance Indicatoren (KPI’s) is er nog altijd geen gereedschapskistHet leidde destijds tot een publicatie in een Engelstalig landbouwtijdschrift. Het was een beginnetje om de relevantie van noodzakelijke landbouwveranderingen te koppelen aan ecologische processen.
Eindeloos overleggen
Bovengenoemde definitie van Natuurinclusieve landbouw vormde het startpunt voor een veelheid aan overleggen. Natuurorganisaties die weinig weten van landbouw en agrarische bedrijven die weinig weten van ecologie praatten eindeloos met elkaar. Achteraf bezien was het een veeg teken dat we niet hebben geprobeerd om natuurinclusieve landbouw strakker te definiëren.
Vanuit vele jaren ervaring in de praktijk weet ik dat natuur In Nederland baat heeft bij weerbare landbouw. Juist in melkveehouderijgebieden geldt dat. De neergang van populaties grutto’s en kieviten zal niet stoppen door de aanleg van plasdras-gebieden en uitgesteld maaibeheer. Biodivers boeren zou de norm moeten zijn. Maar over welke norm hebben we het dan?
Willen weten en meten
Ondanks het gehamer op meten en weten door middel van zogeheten Kritische Performance Indicatoren (KPI’s) is er nog altijd geen gereedschapskist. Een bruikbaar instrumentarium om aan toetsbare, weerbare landbouw te doen ontbreekt. En die KPI’s dan? Nederlandse beleidsmakers vragen er steevast om. Zijn er geen meetmethoden om biodiversiteit in de landbouw vast te stellen?
Je moet eerst nadenken over een stevig fundament voor een context waarin geelgors en boer goed kunnen samenleven voor je dat huis kunt bouwenOp initiatief van het Wereldnatuurfonds zijn KPI’s voor de akkerbouw opgesteld. Het is echter maar de vraag of de geelgors enerzijds en de boer anderzijds volgens dezelfde agro-ecologische principes een huis willen bouwen. Je moet volgens mij eerst nadenken over een stevig fundament voor een context waarin ze goed kunnen samenleven voor je dat huis kunt bouwen. Pas daarna moet je de KPI’s definiëren.
Kapstokken voor meetbare doelen
Ik heb geprobeerd de laatste ontwikkelingen rondom KPI’s te begrijpen en vind dit rapport van de WUR en het Louis Bolk Instituut bemoedigend. Het biedt tal van kapstokken om op akkerbouwbedrijven tot meetbare doelen te komen. Het rapport beschrijft maatregelen. Denk aan het stimuleren van de organische stofopbouw in de bouwvoor, akkerranden aanleggen, het gewasaanbod verruimen en gebruik van het landschap om ecologische punten te scoren.
Maar nu weet ik dat een vogelsoort als de gele kwikstaart van granen in het bouwplan houdt, de pest heeft aan vlechtheggen in open landschappen, verschillende manieren heeft om al fladdersnappend insecten te vangen en als notoire trekvogel niets aan wintervoedselveldjes heeft. Een gemiddelde gele kwikstaart zal dus weinig hebben aan de relatieve vrijblijvendheid van de afvinklijstjes waarop dergelijke vogelvriendelijke maatregelen zijn gebaseerd. Op zichzelf prima en relevante maatregelen waarover je het eigenlijk alleen maar eens kunt zijn, zijn geen garantie en zelfs geen basis voor het behoud van individuele vogelsoorten.
Door de ogen van een vogel akkerland begrijpen
Voor de Werkgroep Grauwe Kiekendief maakten we ooit een plan om door de ogen van gele kwikstaarten het akkerlandschap te begrijpen. We stelden voor te letten op factoren als succesvol broeden en nestplaatskeuze, het gebruik van lineaire elementen zoals slootkanten (schouwpaden en taluds, bermen wegen, onverharde paden) en de dieetkeuze bij vogels. Dat laatste deden we met mini-loggers. We besteedden vooral aandacht aan de vraag hoe deze akkervogels aan voldoende insecten kunnen komen bij gangbare akkerbouwbedrijven. De gele kwikstaart is immers een insectivore zangvogel die hard moet werken om zijn kostje bij elkaar te scharrelen.
De prestatie-indicatoren die Nederland hanteert zijn eigenlijk middelen waar het effect nooit is vastgesteldIk juich meetsystematieken toe waarmee we boeren kunnen afrekenen op hun prestaties voor de fauna en flora. Het heeft echter geen zin om KPI’s te definiëren die domweg maatregelen zijn die geen relatie hebben met een positief effect op doelsoorten. Een voorbeeld zijn (te smalle) akkerranden die eerder een negatief ecologisch rendement hebben omdat ze een ecologisch val vormen. Een ander voorbeeld is de gedachte dat diezelfde akkerranden ook nut hebben bij plaagbestrijding. Daar is hoegenaamd geen wetenschappelijke onderbouwing voor. Het is een niet kloppende vooronderstelling die bovendien doel en middel door elkaar haalt.
KPI's zitten elkaar ecologisch in de weg
Kortom: de prestatie-indicatoren die Nederland hanteert zijn eigenlijk middelen waar het effect nooit is vastgesteld. Daarnaast kun je met weinig moeite zelfs beredeneren dat diverse KPI’s elkaar ecologisch in de weg zitten. Hoe los je dat op? Misschien vergis ik me, maar ik denk dat het toevoegen van praktijkgerichte agro-ecologen aan teams die KPI’s voor doelsoorten vaststellen, de gele kwikstaartjes beter kunnen helpen dan een afvinklijstje met algemene maatregelen.
Op 6 december krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Ik heb geen verstand van landbouw. Ik ben wel vaker op deze pagina aanwezig en heb de reacties gelezen van velen die wel verstand van landbouw hebben en ook een idee van de richting of liever richtingen die we uit moeten. Ik denk dat we de onzekerheid weer moeten toelaten en beginnen met waarvan we weten dat het goed is, de bodem, monoculturen kritisch benaderen, zoeken naar meerjarige gewassen. En dat we nieuwsgierig moeten worden, bij elkaar kijken, naar elkaar luisteren. En dan observeren, kritisch evalueren, leren, proberen. Aanwezig zijn op het land en zien wat er gebeurt, wat werkt, wat niet werkt, wat werkt voor enkelen en enkele soorten, en wat werkt voor meerdere. Holistisch denken is het opbouwen van wijsheid, het niet bang zijn om fouten te maken, het proces centraal stellen, meer dan het doel. Inderdaad, middelen meer aandacht geven dan doelen. Ik raad de One Straw Revolution van Masanobu Fukuoka aan, die legt deze manier van denken prachtig uit. Maar je moet tussen de regels door durven lezen.
Helemaal eens, Ben, dat Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer slechts een onderdeel kan zijn van natuurinclusieve landbouw. Alle landbouw moet in enige mate natuurinclusief worden.
Ik heb al in 1977, twee jaar na de Relatienota waarmee het ANLb begon, gewaarschuwd voor groene bloempotten in een cultuursteppe. Heb bepleit dat de toen voorgenomen Nationale Landschapsparken proefgebieden zouden worden voor landbouw met natuur in het hele landbouwareaal.
Daar is weinig van terecht gekomen, maar er komt nu misschien een herkansing. We kunnen in elk geval een hoop leren van de ervaringen die inmiddels zijn opgedaan met ANLb. De meeste zijn mager of negatief, sommige positief.
Ik schreef mijn boekje als medewerker van de vakgroep Milieubiologie van de RU Leiden. De titel van het boekje luidde "Het dilemma van de Nationale Landschapsparken" en het werd uitgegeven door de Stichting Natuur en Milieu. De toenmalige directeur Peter Nijhoff was niet blij met het woord "dilemma", want hij was zonder meer vóór die parken. Maar directeur Gorter van Natuurmonumenten gaf me een groot compliment.
#32, we krijgen nu een andere discussie dan over Natuurinclusieve Landbouw beste Wouter. Agrarisch Natuurbeheer is slechts een onderdeel daarvan naar mijn idee. Ben altijd sceptisch als ik Friese cijfers voorbij zie komen. Er zijn voor de akkers bijvoorbeeld vrijwel geen betrouwbare cijfers in deze provincie. Heb destijds zelf nog meegedaan om de Friese akkervogelkerngebieden te begrenzen. Monitoring in Fries akkerland is pas recent begonnen en nog wiebelig vanwege de magere steekproef. Een eventuele ‘toename’ van gele kwikstaart neem ik dus met vele korreltjes zout, iets als de kip en het ei.
Laten we nu proberen een heldere definitie van Natuurinclusieve Landbouw (of beter nog “Biodiverse Landbouw”) op te tuigen dat lijkt me een zinvol duit in het zakje (en dat TBO’s het soms beter doen is ook logisch, die hebben geen last van de gesel van onze neoliberale verdienmodellen waar agrariërs in zitten gevangen). In mijn komende stukjes zal ik overigens pogingen doen inhoudelijk in te gaan op de rammelende boerenkar die Anlb heet.
Ik kreeg nog dit interessante artikel over weidevogeltrends in Friesland:
Ernst Oosterveld, "Effecten van het Friese weidevogelbeleid 2014-2020". De Levende Natuur januari 2022, pp 22-27. Ik kon het artikel nog niet online vinden.
Enkele resultaten:
- in "gangbare" landbouw gingen alle soorten sterk achteruit;
- in gebieden met agrarisch natuurbeheer gingen ze aanzienlijk minder achteruit of zelfs vooruit;
- in reservaten ging het nog iets minder slecht of was er vooruitgang.
Maar de gele kwikstaart, op de foto in bovenstaand foodlog-artikel, doet het juist 't best in gebieden met agrarisch natuurbeheer.
De Friese trends zijn voor vrijwel alle soorten minder slecht c.q. beter dan de landelijke trends.
Dat heeft er, vermoed ik, mee te maken dat het bureau Altenburg & Wymenga al jaren geleden alarm heeft geslagen omdat de weidevogels in Friese reservaten hollend achteruit gingen. Ze hebben toen ook een "opkrikplan" gemaakt. Daar hebben de terreinbeheerders zo te zien wel iets mee gedaan. Hopelijk iets meer dan afvinklijstjes.
#30, het zou mooi zijn om de Spinoza’s van onze tijd (ik weet het, Spinoza was de buitencategorie) rond dit soort thema’s in een hok zouden kunnen zetten om zonder sentiment zo helder als een klaterende bergbeek na te denken. Nu is het onderwerp van biodiverse landbouw gekaapt door oppervlakkigheid en het negeren van enerzijds oude ervaringen en anderzijds frisse agro-ecologische kennis. Bedankt voor jouw reactie, gr Ben