De ramp met kerncentrale in Fukushima was uiteraard een ramp voor mensen en milieu, maar leert ons volgens Oostenrijkse onderzoekers dat groenten na een kernramp al snel weer geschikt zijn voor consumptie.
Dat valt te lezen in Nature.

Grote Database
Op 11 maart 2011 veroorzaakte een grote aardbeving in Japan een tsunami die de kerncentrale van Fukushima trof. De Japanse regering voerde een streng voedselcontrolesysteem in. Radioactieve deeltjes verspreiden zich immers in het lokale milieu.

Elk product uit de regio werd gecontroleerd op stralingsbesmetting. Te zwaar besmette producten haalde men van de markt.

De controles, die tussen 2011 en 2014 plaatsvonden, resulteerden in een grote database die inzicht geeft in het stralingsverloop bij verschillende typen voedingsmiddelen. Onderzoekers van de Technische Universiteit Wenen analyseerden alle 900.000 monsters uit de database.

Onder de grens
In het eerste jaar na de ramp bleek het percentage besmet voedsel uit de Fukushima regio op 3,3% te liggen. Dit percentage steeg in 2012, maar daarna nam het af tot 0,6% in 2014 (over heel Japan lag dit percentage tussen de 0,2 en 0,9%). Er zijn daarom nauwelijks Japanners die de jaarlijkse stralingsdosis hebben overschreden. Volgens Georg Steinhauser, co-auteur van de studie, moeten mensen voor langere tijd grote hoeveelheden besmet voedsel eten om die grens te overschrijven. Alleen kleine boeren die zichzelf van voedsel voorzien (en dus de controles missen) lopen mogelijk gezondheidsrisico’s.

Snel groeiend
Van de kernramp in Tsjernobyl wisten onderzoekers al dat van alle groenten paddenstoelen de meeste radioactieve mineralen uit de bodem halen. Deze hopen zich in de groente op. Uit de gegevens uit Fukushima bleek verder dat de radioactiviteit van de meeste groenten binnen 5 maanden onder de limiet lag. De Oostenrijkse onderzoekers vonden daarnaast twee pieken voor paddenstoelen, één voor verse en één voor gedroogde paddenstoelen. Ook theebladeren toonden een late piek. Die worden immers later dan andere groene planten geoogst. Bovendien behielden de theebladeren radioactiviteit omdat oudere bladeren radioactieve elementen overdragen aan jongere bladeren, aldus Steinhauser.

Ook vleesproducten overschreden de limiet, maar dit voedsel belandde pas later op de markt: dieren moeten immers behoorlijk veel planten eten voor ze er buikspek van maken. Vooral zwijnenvlees bleek besmet, waarschijnlijk omdat die van (bos)paddenstoelen houden.

Snel groeiende planten blijken daarentegen verrassend snel alweer voedselveilig na een kernramp.

’Solidary supermarket’
"Ook al zijn de radioactiviteitniveaus weer volledig normaal, consumenten blijven huiverig voor voeding uit de regio", zegt Jun Furukawa van de University of Tsukuba in Japan. Om het stigma op het voedsel uit de Fukushima regio teniet te doen zijn er 'solidarity supermarkets' ontstaan, die enkel producten uit deze regio verkopen. Ook zijn er restaurants die zich specialiseren in gerechten met dit speciale voedsel, zoals Fukko Shien in Tokio. Zulke initiatieven moeten Japanners over hun angst heen helpen.

Het onderzoek werd gepubliceerd in het tijdschrift Environmental Science & Technology.

Fotocredits: 'Japan Apocalypse _DDC3759', Thierry Ehrmann
Dit artikel afdrukken