Het kabinet stelt €75 miljoen beschikbaar voor een hulpfonds voor jonge boeren. Dat kondigt minister Carola Schouten aan in een Kamerbrief. De regeling moet het voor financiers aantrekkelijker maken om leningen aan de startende agrariërs te verstrekken.
"Om ervoor te zorgen dat onze voedselproductie ook voor de toekomst gegarandeerd blijft, investeert het kabinet in jonge boeren die een agrarisch bedrijf willen starten of overnemen," aldus de Rijksoverheid. De daarvoor in het leven geroepen Garantieregeling Vermogensversterkende Kredieten (VVK) moet het voor financiers aantrekkelijk maken leningen te verstrekken aan jonge boeren die het bedrijf van hun ouders overnemen; het Rijk staat garant als het mis mocht gaan.
Geen opvolging
Het aantal land- en tuinbouwbedrijven in ons land neemt al jaren af. Ten opzichte van 2000 daalde het aantal boerenbedrijven met 56%, tot 54.840 in 2017. Bij 61% van de gezinsbedrijven met een bedrijfshoofd van 51 jaar of ouder is geen opvolger in zicht. Dat betekent dat in de komende 15 jaar vermoedelijk nog eens 20.000 bedrijven zullen verdwijnen, denkt de minister.
"Veel jonge mensen die graag een boerenbedrijf willen beginnen of overnemen staan voor grote beslissingen," zegt minister Carola Schouten. "Naast de vraag ‘kan ik dit opbrengen en een redelijk pensioen voor mijn ouders betalen’ ligt ook de vraag over de nodige investeringen om een bedrijf klaar te maken voor de toekomst op tafel. Dat zijn besluiten die niet lichtvaardig genomen worden. Het kabinet wil mensen bijstaan in het maken van de voor hen juiste keuzes en daarbij tegelijkertijd bijdragen aan innovatie en aan duurzame bedrijfsvoering. Met de Garantieregeling VVK kunnen zoveel mogelijk jonge boeren voor een langere tijd gebruik maken van deze regeling."
Nuchter beschouwd is de regeling onzakelijk en weinig realistisch. De markt zal Nederland tot een lagere productie dwingen omdat ons land door de hoge grondprijzen een duur productieland is. Door kostenverhogende maatregelen (klimaat, milieu, biodiversiteit) zal het nog duurder worden om in Nederland 'gewoon' aardappelen of 'gewoon' melk' te produceren. Dat dwingt Nederland tot minder boeren die op basis van een hoge toegevoegde waarde hun boterham moeten zien verdienen. Anders kan hun bedrijfsvoering economisch niet uit. De minister zegt echter met zoveel woorden dat ze onzekere investeringen mogelijk wil maken vanwege haar streven naar voedselzekerheid. Dat is een gezocht argument. Voedselzekerheid heeft Nederland meer dan voldoende. Ons land exporteert in iedere productcategorie die boeren op ons grondgebied maken minstens 70%. Er is geen enkel ander land ter wereld dat zoveel van zijn eigen product in zoveel categorieën exporteert.
Boeren moeten, zo luidt het adagium al jaren, marktgericht leren werken, maar kennelijk lukt dat niet.
Rutte III, het kabinet waar Schouten deel van uitmaakt, heeft in het regeerakkoord opgenomen dat er beleid moet worden gemaakt dat boeren een eerlijke prijs voor hun product laat verdienen. Inmiddels starten gesprekken tussen het ministerie van Schouten en Nederlandse supermarkten over wat zij kunnen doen om boeren die geen geld weten te verdienen te helpen.
De supermarkten beantwoorden die vraag eind 2018 al: weinig, want de klanten van Nederlandse boeren wonen in overgrote meerderheid in het buitenland. Het is onverstandig om boeren die daar geen geld kunnen verdienen, te steunen. Want waarom zou Nederland maaltijden in het buitenland sponsoren, die geen economisch bestaansrecht hebben en daarom onze boeren tot de bedelstand brengen?
Criteria
Om voor de regeling in aanmerking te komen, moet het investeringsplan van de jonge boer voldoen aan één van de criteria uit de toekomstvisie Waardevol en Verbonden die minister Schouten in september presenteerde. Dat zijn: "het sluiten van kringlopen, het versterken van de sociaaleconomische positie van de boer in de keten, de klimaatopgave, vitaliteit van het platteland, ecosystemen, dierenwelzijn en waardering voor voedsel."
Opleiding en coaching
Van het fonds wordt €11 miljoen - op verzoek van de boeren zelf - bestemd voor opleiding- en coachingtrajecten bij het overnameproces. De VVK is tot stand gekomen in nauw overleg met het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK) en andere betrokken partijen, zoals banken.
Dit artikel afdrukken
Geen opvolging
Het aantal land- en tuinbouwbedrijven in ons land neemt al jaren af. Ten opzichte van 2000 daalde het aantal boerenbedrijven met 56%, tot 54.840 in 2017. Bij 61% van de gezinsbedrijven met een bedrijfshoofd van 51 jaar of ouder is geen opvolger in zicht. Dat betekent dat in de komende 15 jaar vermoedelijk nog eens 20.000 bedrijven zullen verdwijnen, denkt de minister.
"Veel jonge mensen die graag een boerenbedrijf willen beginnen of overnemen staan voor grote beslissingen," zegt minister Carola Schouten. "Naast de vraag ‘kan ik dit opbrengen en een redelijk pensioen voor mijn ouders betalen’ ligt ook de vraag over de nodige investeringen om een bedrijf klaar te maken voor de toekomst op tafel. Dat zijn besluiten die niet lichtvaardig genomen worden. Het kabinet wil mensen bijstaan in het maken van de voor hen juiste keuzes en daarbij tegelijkertijd bijdragen aan innovatie en aan duurzame bedrijfsvoering. Met de Garantieregeling VVK kunnen zoveel mogelijk jonge boeren voor een langere tijd gebruik maken van deze regeling."
Waarom zou Nederland maaltijden in het buitenland sponsoren, die geen economisch bestaansrecht hebben en daarom onze boeren tot de bedelstand brengen?Bedelstand, want klant boer woont in buitenland
Nuchter beschouwd is de regeling onzakelijk en weinig realistisch. De markt zal Nederland tot een lagere productie dwingen omdat ons land door de hoge grondprijzen een duur productieland is. Door kostenverhogende maatregelen (klimaat, milieu, biodiversiteit) zal het nog duurder worden om in Nederland 'gewoon' aardappelen of 'gewoon' melk' te produceren. Dat dwingt Nederland tot minder boeren die op basis van een hoge toegevoegde waarde hun boterham moeten zien verdienen. Anders kan hun bedrijfsvoering economisch niet uit. De minister zegt echter met zoveel woorden dat ze onzekere investeringen mogelijk wil maken vanwege haar streven naar voedselzekerheid. Dat is een gezocht argument. Voedselzekerheid heeft Nederland meer dan voldoende. Ons land exporteert in iedere productcategorie die boeren op ons grondgebied maken minstens 70%. Er is geen enkel ander land ter wereld dat zoveel van zijn eigen product in zoveel categorieën exporteert.
Boeren moeten, zo luidt het adagium al jaren, marktgericht leren werken, maar kennelijk lukt dat niet.
Rutte III, het kabinet waar Schouten deel van uitmaakt, heeft in het regeerakkoord opgenomen dat er beleid moet worden gemaakt dat boeren een eerlijke prijs voor hun product laat verdienen. Inmiddels starten gesprekken tussen het ministerie van Schouten en Nederlandse supermarkten over wat zij kunnen doen om boeren die geen geld weten te verdienen te helpen.
De supermarkten beantwoorden die vraag eind 2018 al: weinig, want de klanten van Nederlandse boeren wonen in overgrote meerderheid in het buitenland. Het is onverstandig om boeren die daar geen geld kunnen verdienen, te steunen. Want waarom zou Nederland maaltijden in het buitenland sponsoren, die geen economisch bestaansrecht hebben en daarom onze boeren tot de bedelstand brengen?
Criteria
Om voor de regeling in aanmerking te komen, moet het investeringsplan van de jonge boer voldoen aan één van de criteria uit de toekomstvisie Waardevol en Verbonden die minister Schouten in september presenteerde. Dat zijn: "het sluiten van kringlopen, het versterken van de sociaaleconomische positie van de boer in de keten, de klimaatopgave, vitaliteit van het platteland, ecosystemen, dierenwelzijn en waardering voor voedsel."
Opleiding en coaching
Van het fonds wordt €11 miljoen - op verzoek van de boeren zelf - bestemd voor opleiding- en coachingtrajecten bij het overnameproces. De VVK is tot stand gekomen in nauw overleg met het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK) en andere betrokken partijen, zoals banken.
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 april krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 april krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Zeer interessant, Hendrik!
Uit je link haal ik volgende citaat:
"Chiefs in Washington knew that Japan would soon wage war, and commanders at Pearl Harbor and elsewhere in the Pacific were warned that hostile action was “possible at any moment.” But officers informed of the threat doubted that an attack would occur as far from Japan as Pearl Harbor. They knew the Philippine islands were vulnerable to assault but thought the outer limits of any Japanese offensive would be U.S. bases on Guam, Wake Island, or Midway, situated 1,300 miles closer to Japan than Oahu. Two aircraft carriers that Yamamoto hoped to attack at Pearl Harbor, U.S.S. Enterprise and U.S.S. Lexington, were away on the 7th because they had been sent to deliver warplanes to Midway and Wake Island. Pearl Harbor was not on high alert."
Hier is inderdaad geen sprake van kamikaze-vluchten.
Maar ik zie ook geen aanwijzing voor je complot-theorie.
Dit verhaal "Hendrik, mijn info is dat de Amerikanen een luchtaanval op Pearl Harbor niet als een reëel gevaar zagen, want de vliegtuigen hadden niet genoeg brandstof om terug te vliegen.
Wat ze over het hoofd zagen was de optie "kamikazevluchten"." klopt niet. Japan had maar lichte verliezen, 29 vliegtuigen, 5 onderzeeboten en 64 soldaten. Wiki: The base was attacked by 353 Imperial Japanese aircraft (including fighters, level and dive bombers, and torpedo bombers) in two waves, launched from six aircraft carriers. Zie dit
#44 Herman, ik wilde je toen niet tegenspreken, maar kan het nu niet laten. Maar beleidsmatig, van de experts na de oorlog heb je ongelijk. Al vanaf de laatste grote agro crisis in de 19e eeuw via de jaren 30 was overproductie HET probleem. Dat honger en oorlog samengaan valt niet te verhullen. Ik gruw nog wanneer ik de foto's van totaal uitgemergelde Russische soldaten zie, die mijn vader twee jaar lang dagelijks tegen het lijf liep in de kampen langs de Eems, maar dat neemt niet weg dat 10 km westelijker er overvloed was. In wat voor absurde situaties kan de mens zich brengen. Door de strenge winter van 1946/47en de slechte oogst van 46, gebrek aan arbeidskrachten, duurde het in Dsld bijv. ook nog even alvorens normaliteit terugkeerde.
Hendrik, mijn info is dat de Amerikanen een luchtaanval op Pearl Harbor niet als een reëel gevaar zagen, want de vliegtuigen hadden niet genoeg brandstof om terug te vliegen.
Wat ze over het hoofd zagen was de optie "kamikazevluchten".
Dat er een verband was met de oorlog van Japan tegen China lijkt me zeer waarschijnlijk, maar verder lijkt jouw theorie me wat ver gezocht, vergelijkbaar met de complottheorieën over 9/11.
#109 Even over waarom Japan in oorlog kwam met de USA. Saburo Ienaga geeft in The Pacific War 1931-1945 een andere verklaring. Japan was op Chinese grond (Mantsjoekwo) al jaren in oorlog met dat land. Het dichtdraaien van de oliekraan had voor de Japanners als consequentie dat er met betrekking tot die Chinese oorlog maar twee opties open stonden A. Stoppen met die oorlog B. uitbreiding van de oorlog in het Zuidoost-Aziatisch gebied. Ze besloten tot het laatste. Opmerking: Bij mij wil het er niet in dat de Amerikaanse strategen niet ook beide opties op het netvlies hadden en dat ze dus de aanval op Pearl Harbor over het hooft gezien hebben. Dit betekent dan dat ze die aanval (Stiekem, achterbaks genoemd, maar wat hadden de Amerikaanse kanonneerboten enkele decennia eerder gedaan? Was dit niet een koekje van eigen deeg?) expres hebben laten gebeuren, mogelijk om uit hun lethargie van Splendid Isolation te komen?