De Belgische krant De Standaard begint een reportage over de landbouwsubsidies in Frankrijk met een treffend beeld van een minderbedeelde die dankzij de 'Aide EU' haar boodschappentas vol kan laden. De landbouwsubsidies van de EU worden in Frankrijk op grote schaal ingezet om voedselbanken en gaarkeukens van voedingsmiddelen te voorzien. Deze voedselsteun is een specifieke Franse toepassing van het Europese landbouwbeleid, waar in volgens de Franse landbouwminister Le Foll in geen geval aan getornd mag worden.

Het Gemeenschappelijk Landbouw Beleid staat op de helling. Frankrijk krijgt daaruit jaarlijks ongeveer 8 miljard euro – dat is ongeveer 20 procent van het totale te verdelen bedrag. Frankrijk is daarmee de grootste subsidie-ontvangen van alle EU landen. Dit is historisch verklaarbaar uit de afspraak die in de beginperiode van de Europese samenwerking gemaakt werd: Frankrijk opende zijn markt voor de Duitse industrie, in ruil voor financiële steun voor de landbouw. De huidige problematieken van een leeglopend platteland, teruglopende werkgelegenheid en het belang van voedselveiligheid pleiten volgens Frankrijk voor het in stand houden van deze situatie.

Het zou logisch zijn als Frankrijk met de subsidiegelden de noodlijdende boeren zou steunen. Dat blijkt in de praktijk al lang niet meer het geval te zijn. De grootste subsidiebedragen gaan volgens de top-tien in Le Figaro naar grote industriële bedrijven zoals pluimveegiganten Doux en Tilly-Sabco, suikermultinationals en het Comité régional pour la reconversion qualitative du vignoble du Languedoc. Daarnaast gaan forse bedragen naar de Fédération Française des Banques Alimentaires, de koepelorganisatie van voedselbanken (29,9 miljoen euro), Secours Populaire (21,5 miljoen) en Restos du Coeur (20,8 miljoen euro) (de gaarkeukens voor mensen die het te smal hebben om zelf eten te kopen en klaar te maken).

Dat die hulporganisaties vanuit de landbouwsubsidies gesteund worden, heeft te maken met een afspraak die bijna dertig jaar geleden gemaakt werd tussen de toenmalige Franse voorzitter van de Europese Commissie, Jacques Delors, en komiek Coluche die de Restos du Coeur oprichtte. Zij sloten indertijd een deal om de landbouwoverschotten van de EU aan te wenden om minderbedeelde Fransen bij te staan. Met het verdwijnen van de overschotten, is de regeling omgezet in een financiële vergoeding. Zodoende is bijna 500 miljoen euro uit het landbouwbudget gereserveerd voor voedselbanken en gaarkeukens in 19 van de 27 EU-landen. Daar kunnen zakjes soep van Royco met gedroogde groenten uit China, oude blikjes ananas en wat minder mooi geworden bananen en sinasappelen uit Zuid-Amerika mee gefinancierd worden. En natuurlijk frisdrank met de uit mais gewonnen suiker HFCS uit de VS.
De steeds armer wordende Europese boer spaart zich een half miljard euro uit de mond om de arme burger te helpen met eten dat vaker niet dan wel van zijn akkers of uit zijn stallen kwam. Kunnen we arme burgers niet beter uit een ander potje laten eten dan arme boeren?

Fotocredits: Aveize (Rhone), uitsnede, Cletus Awreetus
Dit artikel afdrukken