In Nederland worden 3,2 miljoen katten, 1,8 miljoen honden en 400.000 paarden als gezelschapsdieren gehouden. Om deze dieren te voeden is zo’n 820.000 hectare landbouwgrond nodig. Dat komt neer op zo’n 40% van het totale Nederlandse areaal. In een wereld die zich bekommert om voedseltekorten voor mensen is het houden van huisdieren een onverantwoordelijke hobby.
Onlangs publiceerde de Wageningse Universiteit stilletjes een rapport dat duurzaamheid van het huisdiervoeders in kaart moest brengen. Het laat zien dat het voeden van gezelschapsdieren concurreert met dat van mensen. Onze huisdieren blijken meer volume aan dierlijke product te eten dan in de vorm van slachtafval vrijkomt. Tevens laat het zien dat de dieren plantaardig voedsel eten waarmee ze eveneens direct concurreren met ons. Hun voer bevat onder meer granen die ook voor menselijke consumptie geschikt zijn.
Tegelijk moet worden geconstateerd dat in een rijkere wereld steeds meer gezelschapsdieren worden gehouden. Die trend gaat gepaard met een steeds verdere onttrekking van de dieren aan de voedselketen. Zo is in de VS het slachten van paarden al verboden en neemt in China de gewoonte om honden te eten af.
Het rapport constateert dat er flinke sommen geld omgaan in de huisdierenwereld. Onze 5 miljoen honden en katten eten naar schatting jaarlijks voor 2,1 miljard euro aan brokken en blikken. De Nederlandse varkenssector verstouwt 2,8 miljard euro aan voer. Ter vergelijking: in Nederland worden jaarlijks ca. 24 miljoen varkens geboren.
Voorts berekenden de Wageningse onderzoekers dat 10 gemiddelde katten of 3 gemiddelde honden 1 mens letterlijk het voedsel uit de mond halen omdat ze evenveel energie en eiwit nodig hebben. Tegenover deze voedselconcurrentie staat een positief effect van het houden van gezelschapsdieren op de volksgezondheid. De onderzoekers schrijven dat uit onderzoek blijkt dat mensen die gezelschapsdieren hebben minder vaak een beroep op hun huisarts doen en minder last hebben van hart- en vaatziekten. Ook zouden zij minder vaak last hebben van depressies. Kinderen uit gezinnen met huisdieren hebben minder last van allergieën, astma en een geringere kans op overgewicht.
De onderzoekers vinden dat nader onderzoek nodig is naar de bestemmingen van de stoffelijke overschotten en uitwerpselen van de dieren om een goede afweging te kunnen maken tussen de maatschappelijke lusten en lasten van huisdieren.
De hoofdconclusie staat echter als een paal boven water: huisdieren die geen nutsdieren zijn - zoals bijv. boerderijkatten of werkpaarden – concurreren met mensen. Een maatschappelijk oordeel omtrent de duurzaamheid van huisdieren kan slechts negatief uitvallen. Wie duurzaamheid serieus neemt, eet zijn huisdier op of biedt het aan ter verwerking in voeders voor nutsdieren die hij of zij wel eet. We moeten onze dierlijke maatjes niet beschermen maar een kopje kleiner maken.
Maar ik ben tegen. Er zijn grenzen aan de duurzaamheid. Niemand komt aan mijn katten. Wie het probeert, schiet ik van de dam.
Ik koop mijn geweten wel af door alleen nog – milieutechnisch onduurzaam, maar maatschappelijk wél geaccepteerd - driesterrenvlees van de Dierenbescherming voor mijn schatten te kopen. Verder denk ik er maar niet bij na, want dat blijkt een mensvijandige organisatie te zijn.
Toch zal ook de Dierenbescherming het moeten erkennen. In een wereld die duurzaamheid promoot is direct veel te winnen door het houden van nutteloze stadshuisdieren te verbieden. Een beroep op volksgezondheid biedt geen soelaas. Een duurzame wereld kan geen mensen velen die huisdieren nodig hebben om geestelijk en lichamelijk gezond te blijven.
U raadt het al: ik ben een depressieve gek met kans op een hartinfarct, weg met mij! Da's dubbele duurzaamheidswinst.
Waarom zou het rapport zo stil verschenen zijn?
Het rapport is hier te downloaden
Dit artikel afdrukken
Tegelijk moet worden geconstateerd dat in een rijkere wereld steeds meer gezelschapsdieren worden gehouden. Die trend gaat gepaard met een steeds verdere onttrekking van de dieren aan de voedselketen. Zo is in de VS het slachten van paarden al verboden en neemt in China de gewoonte om honden te eten af.
Het rapport constateert dat er flinke sommen geld omgaan in de huisdierenwereld. Onze 5 miljoen honden en katten eten naar schatting jaarlijks voor 2,1 miljard euro aan brokken en blikken. De Nederlandse varkenssector verstouwt 2,8 miljard euro aan voer. Ter vergelijking: in Nederland worden jaarlijks ca. 24 miljoen varkens geboren.
Voorts berekenden de Wageningse onderzoekers dat 10 gemiddelde katten of 3 gemiddelde honden 1 mens letterlijk het voedsel uit de mond halen omdat ze evenveel energie en eiwit nodig hebben. Tegenover deze voedselconcurrentie staat een positief effect van het houden van gezelschapsdieren op de volksgezondheid. De onderzoekers schrijven dat uit onderzoek blijkt dat mensen die gezelschapsdieren hebben minder vaak een beroep op hun huisarts doen en minder last hebben van hart- en vaatziekten. Ook zouden zij minder vaak last hebben van depressies. Kinderen uit gezinnen met huisdieren hebben minder last van allergieën, astma en een geringere kans op overgewicht.
De onderzoekers vinden dat nader onderzoek nodig is naar de bestemmingen van de stoffelijke overschotten en uitwerpselen van de dieren om een goede afweging te kunnen maken tussen de maatschappelijke lusten en lasten van huisdieren.
De hoofdconclusie staat echter als een paal boven water: huisdieren die geen nutsdieren zijn - zoals bijv. boerderijkatten of werkpaarden – concurreren met mensen. Een maatschappelijk oordeel omtrent de duurzaamheid van huisdieren kan slechts negatief uitvallen. Wie duurzaamheid serieus neemt, eet zijn huisdier op of biedt het aan ter verwerking in voeders voor nutsdieren die hij of zij wel eet. We moeten onze dierlijke maatjes niet beschermen maar een kopje kleiner maken.
Maar ik ben tegen. Er zijn grenzen aan de duurzaamheid. Niemand komt aan mijn katten. Wie het probeert, schiet ik van de dam.
Ik koop mijn geweten wel af door alleen nog – milieutechnisch onduurzaam, maar maatschappelijk wél geaccepteerd - driesterrenvlees van de Dierenbescherming voor mijn schatten te kopen. Verder denk ik er maar niet bij na, want dat blijkt een mensvijandige organisatie te zijn.
Toch zal ook de Dierenbescherming het moeten erkennen. In een wereld die duurzaamheid promoot is direct veel te winnen door het houden van nutteloze stadshuisdieren te verbieden. Een beroep op volksgezondheid biedt geen soelaas. Een duurzame wereld kan geen mensen velen die huisdieren nodig hebben om geestelijk en lichamelijk gezond te blijven.
U raadt het al: ik ben een depressieve gek met kans op een hartinfarct, weg met mij! Da's dubbele duurzaamheidswinst.
Waarom zou het rapport zo stil verschenen zijn?
Het rapport is hier te downloaden
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 april krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 april krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Tsja, we leven allemaal gelukkig maar één keer. Tijdens ons leven proberen we ons geluk te optimaliseren. Als we volgens de piramide van Maslow geen honger meer hebben en een dak boven ons hoofd, dan hebben we tijd over om te studeren, vriendschappen aan te gaan en ons te bekommeren over de betere wereld. Ga je je hierin verdiepen dan kom je erachter dat je naast je werk als redacteur of restaurateur, de duurzame wereld een dienst zou bewijzen door kinderloos te blijven én voortijdig je leven te beëindigen. Huisdieren zijn dan al helemaal uit den boze. Dat een depressie op de loer ligt is dus een understatement. De vraag zou dan ook moeten zijn; Hoe kunnen we met behoud van ons leven en dat van onze kinderen en huisdieren en het nastreven van geluksoptimilisatie zo lang mogelijk (desnoods duurzaam) gebruik maken van deze wereld?
Ooit bestond er een systeem om loslopende honden en katten op te ruimen. Hondenmeppers heten ze! Reden met een kar door de straten. Nog niet zo lang geleden. In de polder en het bos schoot de koddebeier zonder pardon een loslopende hond af met een schot hagel. Zelf heb ik eens een schot hagel in mijn kont gekregen omdat we in de polder strikken hadden uitgezet om haas te vangen. Nu laat Jan en Alleman hun troeteldier schijten op het grasveld waar hun kleinkinderen ook spelen. Dat is geen probleem vinden zij, want er wordt hondenbelasting op geheven. Er staan van gemeentewege weliswaar bakken om het stront in te deponeren, maar daar wordt alleen door een zeer maatschappelijk, sociaal ingesteld persoon gebruik van gemaakt. Tel ze op de vinger van een hand. Nou ja, wat heb ik er verder nog over te vertellen? Ik heb geen hekel aan honden, maar hou ook niet van ze! Nog nooit hond gegeten.
Als de cijfers kloppen zijn ze schokkend. Een land dat zoveel voedsel exporteert heeft toch niet zoveel landbouwgrond nodig om de hobbydieren te voederen??.
Nou had ik het zo even over honden! Maar Dick heeft het over zijn katten. Wij hebben drie katten gehad. Ooit onze schatten. Bas en Otje, een rooie kater, en zijn moeder, wier naam ik op dit moment vergeten ben. Die menselijke namen gaven we hen om hen te kunnen onderscheiden. Bas was onze eerste poes. Zij sliep aan het voeteneind. Toen Otje werd geworpen tezamen met nog een katje waren we er niet snel genoeg bij om te verhinderen dat Bas de eerst geborene al om zeep had geholpen. Daarna is het altijd, tot vervelens toe oorlog geweest tussen die twee. Otje heeft altijd tot op oude leeftijd als een zwakke geprofiteerd van zijn moeder. Alle poezen zijn van ouderdom gestorven. We weten niet waar. Een poes schijnt zich tegen die tijd van sterven terug te trekken op een afgelegen plek. Daarna hebben we nooit geen poezen meer genomen.
Poeh, een pak van mijn hart dat die 6 katten van ons nutsdier zijn. Ze vangen muizen, ratten en duiven. Maar ik heb gisteren nog ondervonden dat nutsdieren ook concurreren met mensen. Een lekker brood met tomaat en zo erin lag klaar voor de oven. Iemand liet de achterdeur even open staan en weg was het brood.
Huisdieren geven meestal veel plezier aan mensen. Zonder huisdierplezier gaan mensen een andere afleiding zoeken, zoals naar de koelkast lopen en dat levert weer meer obese mensen op. Dat is ook onduurzaam (psychologie van de koude grond)