De Nederlandse boeren zitten 'in een ongelooflijk moeilijke transitie', zegt de Rabobank in Boerderij. Ze zijn onzeker over het plattelandsbeleid van de Nederlandse regering en over hun verdienmodel. De bank merkt dat doordat het aantal kredietaanvragen drastisch daalt: met zo'n 40% in vergelijking met vorig jaar. Het volume - de hoeveelheid geld die geleend wordt - daalt met 60%.

Volgens Kirsten Konst, lid van de groepsdirectie, blijft het percentage gehonoreerde aanvragen stabiel. Wel kijkt de Rabobank "hoe de activiteit zich verhoudt tot de doelen die er in Nederland liggen." Kort gezegd betekent dat dat vervanging van een afgeschreven stal, innovatie en stikstofreductie (de Lely Sphere bijvoorbeeld) en grondaankoop (melkveehouders financieren aankoop van grond voornamelijk zelf (€56 miljard), Rabobank financiert daarvan €11 miljard in de vorm van leningen) gemakkelijker fiat krijgen dan een aanvraag voor uitbreiding.

Voor boeren in transitie heeft de bank een aantal kredietproducten: er is de 'omschakelfinanciering' voor boeren die biologisch willen gaan werken, rentekorting voor innovaties, een stoppers-financieringsregeling en - in overleg met de overheid - een 'transitiefonds' gericht op opkoop en innovatie. Zei de Rabobank voorheen 'geen sectorbeleid' te hebben, inmiddels kijkt de bank, met een marktaandeel van 80% in de agrarische sector, wel degelijk naar waar het heen zou moeten in de sector.

Afschrijven op veebedrijven in verband met het stikstofbeleid is 'geen optie' voor de Rabobank. Rabobank heeft €36 miljard aan leningen uitstaan in de food- (€11 miljard) en agrisector (€25 miljard), waarvan €11 miljard in de melkveehouderij. Díe kredietportefeuille zal gaan krimpen in de toekomst, geeft de bank 'schoorvoetend' toe. Of ook de melkplas in omvang zal afnemen, laat Konst in het midden. Misschien kan een toenemende productiviteit per koe de krimp van de veestapel wel compenseren.
  • Deel
Druk af