Kort 26 feb in de Media

  • Deel dit artikel:
Het nieuws van de dag, uit de (inter)nationale media. Zie jij nieuws wat hier nog niet staat? Zet het erbij!
De redactie selecteert dagelijks een groot aantal berichten uit de (inter)nationale pers die de moeite waard zijn. We presenteren daaruit maximaal 12 artikelen in KORT. De lijst vult zich in de loop van de dag.

Ook jij kunt als lezer zelf het nieuws mee helpen maken. Hoe? Dat lees je hier, of ga direct naar het Kort-formulier!

Reageren kan per Kort bericht. Gebruik daarvoor de reageerknop onder ieder berichtje of de dropdown boven het reageervak.

Fotocredits: 'Newspaper stack', Jon S

Zuid-Franse wijnboeren zijn woedend op de organisatoren van de Tour de France. Die hebben het gewaagd Cono Sur, een Chileense wijn te kiezen als officiële Tour-wijn.

"De organisatie heeft ons niet op de hoogte gesteld, en daarom zijn we woest. We vinden het schandalig want de Tour is het visitekaartje van ons land met als zijn culturele, sportieve en economische schatten", zegt Frédéric Rouanet, voorzitter van de wijnboeren in de Aude, een provincie in het zuiden van Frankrijk. "Als het een Franse wijn was geweest, was er geen probleem. Frankrijk maakt genoeg prestigieuze wijnen om bij de Tour te horen."

De wijnboeren zijn van plan tijdens de komende Tour etappes te blokkeren, bij voorkeur de meest mediagenieke en uiteraard alleen die op Frans grondgebied. Rouanet maakt van de gelegenheid gebruik ook zijn collega's uit andere wijnstreken op te roepen aan de acties deel te nemen.

Opgemerkt moet worden dat de Chileense wijnmaker Cono Sur al vorig jaar is aangewezen als officiële partner tot 2017. Omdat reclame voor alcoholhoudende dranken in Frankrijk aan strenge regels is gebonden, was de reclamewagen van Cono Sur alleen te zien als de Tour-karavaan het buitenland bezocht. Dat was bijvoorbeeld vorig jaar het geval bij de start in Utrecht. Daarom duurde het even voor de Franse wijnsector de buitenlandse concurrentie ontdekte en pas nu probeert te elimineren.

Rouanet maakt duidelijk dat het hem menens is.


Frédéric Rouanet, le président du syndicat départemental des vignerons de l’Aude

Nederlanders kopen steeds minder met veel suiker gezoete producten. Daarentegen stijg de verkoop van producten met minder suiker. Zo daalde de omzet van Coca-Cola vorig jaar met 8,7% en die van Wicky met 11%. FrieslandCampina verkocht voor €10 miljoen minder aan zuivel, met name vla.

Dit blijkt uit onderzoek van onderzoeksbureau IRI. Ook andere merken die suikerrijke producten maken hebben te kampen met teruglopende verkoopcijfers. De omzet van stroopfabrikant Van Gilse daalde met 11%, die van toetjesmaker Mona met 10% en van koekjesproducent Lu met 8%. De omzet van frisdrankmerk Appelsientje liep met 7% terug, die van Fanta met 4,5% en van Roosvicee met 16%.

Volgens Sjanny Beekveld van de IRI zijn consumenten steeds bewuster met voeding bezig: “De consument is steeds kritischer op ingrediënten in ons dagelijks eten. Dat wordt nog eens extra gestimuleerd door alle media-aandacht in programma's als Kassa of De Keuringsdienst van Waarde." De fabrikanten maken zich weinig zorgen. Robert Seegers van Coca-Cola: “Het is heus niet zo dat wij over tien jaar niet meer bestaan. Ons antwoord is: producten met minder of geen suiker, of kleinere verpakkingen. Dat mensen een bewuste keuze kunnen maken en niet elke dag zo'n grote fles achterover hoeven te slaan." FrieslandCampina zegt in kleine stapjes de hoeveelheid suiker te reduceren, omdat ‘de consument de toetjes anders niet meer lekker vindt’.

Fabrikanten van producten met minder suiker profiteren juist van de trend om suiker te minderen. Spa verkocht vorig jaar 8,7% meer mineraalwaters en Lipton 4% meer ijsthee. De omzet van Alpro steeg met 7% en die van Zonnatura met 14%.

Supermarkten, boekingssites en andere branchevreemde spelers bepalen steeds vaker welk restaurant de consument kiest. Een goed voorbeeld is bijvoorbeeld de restaurantactie van Albert Heijn en Iens die bijna 1 miljoen Nederlanders tot restaurantbezoeken wist te bewegen.

De supermarkt mobiliseert de klant, de zoekmachine doet het werk.

Deze ontwikkeling gaat ten koste van de marge van restaurants en andere horecabedrijven vinden de sectorspecialisten Food en Retail van Rabobank, schrijft RetailDetail.

Het is goed voor horecaondernemers dat allerlei spelers in de rij staan om klanten binnen te loodsen. Daardoor verliezen zij echter een deel van hun marge aan een nieuwe partij die zo zijn klantrelatie te gelde maakt. Dat verlaagt hun winst omdat de horeca zijn prijzen niet ongestraft kan verhogen.

Niettemin moeten horeca-ondernemers inspelen op deze nieuwe ontwikkelingen om toekomstperspectief te houden, waarschuwt Rabobank. Gebruik van 'Big data' zou een oplossing zijn om te komen tot onderbouwde keuzes maken voor uitgekiende menu’s waarin de ingrediënten, prijsstelling, personele bezetting, klantwensen én gewenste klanten winstgevend zijn. Hoe dat moet, kunnen ze - zegt Rabobank - afkijken van supermarkten en de grote foodservicesbedrijven zoals Albron en La Place.

Vijf maanden na de start van Picnic bezorgt de online super al bij 7.000 klanten de boodschappen. Dat komt overeen met 10% van de huishoudens in Amersfoort en Leusden. Dat overtreft alle verwachtingen, zegt mede-oprichter Michiel Muller. “We hadden verwacht pas eind dit jaar op dit punt te zitten.” Het is niet bekend in welke frequentie klanten bij Picnic bestellen.

"Feitelijk hebben de Amersfoorters en Leusdenaren hun eigen supermarkt gemaakt en daarom zijn ze ook zo betrokken", aldus Muller op Distrifood. Behalve de pluspunten van gratis thuisbezorging, niet langer hoeven te wachten bij de kassa en niet meer sjouwen met volle tassen boodschappen, roemen klanten ook het groeiende aanbod van lokale producten. Zo kun je bij Picnic bieren van brouwerij De Volle Maat uit Leusden en sambal van Sambal Bert uit Amersfoort bestellen.

In december kampte Picnic nog met een tekort aan bezorgwagens. Inmiddels rijden er in Amersfoort en Leusden 25 wagentjes rond. Picnic kreeg deze maand de Beste Start-Up Award uitgereikt. Bij die gelegenheid zei Muller 'nog voor de zomer' verder uit te rollen naar Apeldoorn, Almere en Utrecht.

Het wereldwijde bio-areaal is in 2014 met 0,5 miljoen hectare gestegen tot 43,7 miljoen hectare. Dat melden de onderzoeksorganisaties Research Institute of Organic Agriculture (FiBL) en IFOAM, de wereldwijde koepelorganisatie van biologische landbouworganisaties, op basis van cijfers van 172 landen.

Uit de cijfers van FiBL en IFOAM blijkt dat het bio-areaal overal is toegenomen behalve in Zuid-Amerika. India telt verreweg de meeste biologische landbouwers (650.000), gevolgd door Oeganda (190.000) en Mexico (170.000). Italië is met 48.000 biologische boeren het eerste Europese land in de rangschikking naar aantallen biologische boeren.

In de EU werd in 2014 op 10,3 miljoen hectare biologisch geproduceerd, dat komt overeen met 27% van het areaal landbouwgrond. Australië heeft met 17,2 miljoen hectare het grootste oppervlak aan biologische landbouwgrond. Daarvan is overigens 97% grasland. Tweede en derde zijn Argentinië met 3,1 miljoen hectare en de VS met 2,2 miljoen hectare.

De mondiale biologische sector maakte in 2014 €60 miljard euro omzet. De VS was goed voor €27 miljard, gevolgd door Duitsland met €7,9 miljard en Frankrijk met €4,8 miljard. Naast de meeste omzet heeft de Verenigde Staten ook de grootste afzetmarkt voor bioproducten. De biomarkt groeide daar met 11% in 2014. Opvallend is dat in Europa de biosector in Zweden met 40% groeide, omdat biologisch in Zweden al goed ingeburgerd was. Zwitsers geven met gemiddeld €221 het meeste uit aan biologische producten, gevolgd door Luxemburgers (€164), Denen (€162) en Zweden (€145).

De supermarktomzet van de 100 grootste A-merken groeide afgelopen jaar met 1,3%. Dat blijkt uit de jaarlijkse Merken Top-100 van marktonderzoeksbureau IRI, meldt de NOS. Het is voor het eerst in zeven jaar dat de omzet in A-merken harder groeit dan die in private label (huismerken). Huismerken lieten een groei van 0,3% zien.

Net voor de crisis, in 2007, hadden huismerken een marktaandeel van 24%. In 2014 was dit opgelopen tot 27,3% en afgelopen jaar is dit weer gedaald naar iets onder de 27%. Het marktaandeel van de top-100 A-merken becijfert IRI op 23,2%. "De mega-inhaalslag die de huismerken afgelopen jaren maakten, is over het hoogtepunt heen", aldus Sjanny van Beekveld van IRI. "We zien duidelijk een kentering. Tijdens de crisis hebben veel bedrijven bezuinigd op het ontwikkelen van nieuwe, succesvolle producten. Maar die innovatie heb je gewoon nodig om te groeien. Nu zie je dat de innovaties weer terug zijn."

Volgens van Beek is het koopgedrag van de consument de afgelopen jaren drastisch veranderd. Consumenten zijn gewend geraakt aan aanbiedingen en promoties en kopen via diverse kanalen in. "Die gewoonten gaan er niet zomaar weer uit", zegt ze.

Het bestverkochte A-merk in Nederland is Marlboro. Op 2 en 3 staan Campina en Douwe Egberts. Hoogste 'nieuwkomer' in de merkenlijst is dit jaar, op nummer 31, diervoedermaker Purina. De vraag is dus of de ommekeer definitief is.

Iedere plantenwortel heeft zijn eigen zogeheten 'rhizosfeer'. Dat betekent dat iedere wortel zijn eigen unieke leefomgeving schept. Professor Liesje Mommer (WUR) ontwierp een DNA-techniek waarmee ze kan vaststellen welke planten elkaar op het niveau van hun wortelstelsels kunnen versterken.

In de natuur werken de schimmels en bacteriën van verschillende wortelstelsels van planten samen tegen het oplopen van ziektes. Een combinatie van verschillende teelten zou dan ook belangrijk kunnen bijdragen aan een verlaging van het gebruik van bestrijdingsmiddelen.

In Nederland werkt een aantal telers reeds experimenteel met het toevoegen van extracten van andere planten aan hun monoteelten om een gevarieerde vegetatie na te bootsen om hun gebruik van bestrijdingsmiddelen omlaag te kunnen brengen.

In onderstaand filmpje legt Mommer in eenvoudige taal uit hoe de door haar ontwikkelde DNA-techniek werkt en wat volgens haar de toepassingsmogelijkheden ervan zijn.

Dat zegt de Franse minister van Landbouw, Stéphane le Foll, in een interview met La Croix. Le Foll zegt dat de Franse veehouders er slecht voor staan, maar dat hij niet gelooft dat dierhouderij totaal uit het land zal verdwijnen. Omdat ontkenningen soms gedeeltelijk bevestigingen kunnen zijn of angsten verraden, is dat een forse uitspraak.

In het interview geeft Le Foll zijn recept voor het oplossen van de boerencrisis. Boeren moeten meer in integraties en samenwerkingsverbanden gaan samenwerken om samen sterker te staan. Ze zijn nu te klein om een partij te zijn in de voedselketen. Die samenwerkingsverbanden moeten contracten aangaan met verwerkers en verkopers.

Dat blijkt echter niet genoeg.

Op de vraag of Europa niet te ver is gegaan in zijn liberaliseringsbeleid, antwoord Le Foll met een krachtig 'Ja! Wij denken dat regulering nodig is, maar daar is nog geen overeenstemming over. Velen blijven denken dat een vrije markt Europa in staat stelt alle markten te veroveren. In de wijnbouw heeft de Europese Commissie de klok gelukkig teruggedraaid, maar met melk is dat nog niet gebeurd. Aan de onderhandelingstafel in Brussel voel ik me vaak erg alleen rond dit onderwerp."

Het Franse recept voor de oplossing wordt dus niet gedeeld in Brussel. Eurocommissaris Phil Hogan die deze week bij Le Foll op bezoek was, wil overproductie niet door regulering oplossen. Hogan wil al evenmin verplichte etikettering zodat consumenten kunnen zien of het vlees dat ze kopen Frans is. Een dergelijke regel zou er namelijk voor zorgen dat de inter-Europese handelsstromen in de soep lopen. Waar moeten dan bijvoorbeeld Nederlandse varkensdelen heen, die nu hun weg vinden naar Franse verwerkers om in knakworsten, lasagne en op pizza's te worden verwerkt?

De Nederlandse start-up Ioniqa Technologies zegt 'de eeuwige PET-fles' te hebben ontdekt. Het bedrijf ontwikkelde een innovatief proces waarmee het in principe al het gebruikte plastic dat op aarde rondzwerft in zuivere grondstoffen om kan zetten.

"Het is nog niet eerder vertoond om dat betaalbaar te doen met dezelfde kwaliteit als vers plastic. De oliekraan kan uit voor de productie van PET-flessen", zegt CEO Tonnis Hooghoudt.

Het innovatieve proces van Ioniqa werkt met magnetische nanodeeltjes, die vervuiling uit vloeibaar gemaakt polyester-plastics filteren. Kleursortering is niet meer nodig, omdat de nanodeeltjes de kleurstoffen en andere verontreinigingen uit de vloeibare fractie halen, waarna er zuiver polyester overblijft dat meteen geschikt is als grondstof voor nieuwe frisdrankflessen of synthetisch textiel. De nanodeeltjes zijn zelf ook eenvoudig herbruikbaar.

Ioniqa is nu bezig de technologie te optimaliseren en wil in 2017 een commerciële recyclingfabriek opzetten, waarmee jaarlijks 10.000 ton laagwaardig gekleurd plastic omgezet kan worden in zuiver polyester. "We gaan de afvalketen uit", zegt Hooghoudt, "en echt terug naar grondstoffen."

Stadsbodems zijn verantwoordelijk voor de uitstoot van een hoeveelheid broeikasgassen die kan oplopen tot 72% van de CO2-uitstoot die het gevolg is van de verbranding van fossiele brandstoffen in de stad door verkeer en gebouwen. De broeikasgasemissie van stadsbodems kan daarmee twee keer zo hoog zijn als die van plattelandsbodems. Dat schrijven wetenschappers in Environmental Pollution.

De wetenschappers deden metingen op 15 plekken in Boston, verspreid over het centrum en buitenwijken. Boomrijke gebieden bleken de minste CO2 uit te stoten, gevolgd door gazons. Intensief onderhouden groen had de hoogste emissies.

De intensiviteit waarmee de stadsbodem wordt beheerd, bleek samen te hangen met de CO2-uitstoot. Hoe intensiever, hoe meer uitstoot. Pamela Templer, hoogleraar Biologie aan de Universiteit van Boston, zegt: “wanneer mensen vers, snel afbreekbaar organisch materiaal als mulch toevoegen aan de bodem, stimuleren ze daarmee microbiële afbraak waarbij CO2 vrijkomt”. Veel bewoners van Massachusetts bemesten hun gazon of tuin met organische meststoffen en dragen zo bij aan CO2-uitstoot.

De onderzoekers willen aandacht genereren voor het aandeel dat de stadsbodems hebben in de CO2-uitstoot. Ze hopen dat beleidsmakers dit meenemen in het maken van klimaatbeleid. De wetenschappers zeggen dat we op basis van dit onderzoek niet per se moeten stoppen met het intensief onderhouden van stedelijk groen. Wel zouden we ons serieus af kunnen vragen of onze obsessie voor keurig aangeharkte perkjes niet te ver is doorgeschoten.

Eten in het donker zorgt er voor dat we minder eten en kan dus helpen om af te vallen. Dat concluderen wetenschappers van de Universiteit van Koblenz naar aanleiding van een experiment met 90 proefpersonen. Vijftig proefpersonen werden geblinddoekt; de 40 in de controlegroep mocht gewoon blijven kijken.

Beide groepen kregen 3 bakjes met 95 gram ijs voorgezet, in de smaken kers, karamel en vanille. Na 15 minuten werd gewogen hoeveel ijs er daadwerkelijk gegeten was.

Uit de resultaten bleek dat de geblinddoekte proefpersonen minder ijs hadden gegeten dan de 'ziende'. Gemiddeld aten de 'blinde' deelnemers 106 gram ijs tegen 116 gram door de proefpersonen zonder blinddoek. Opvallender was dat de geblinddoekte proefpersonen dachten meer ijs gegeten te hebben dan ze in werkelijkheid gedaan hadden. Hun perceptie was dat ze 197 gram ijs op hadden. Bij de 'ziende' deelnemers lag de zelf geschatte hoeveelheid op 159 gram. Ook beoordeelden de geblinddoekte proefpersonen het ijs als minder lekker dan de 'zienden'.

Volgens de wetenschappers slaan we bij eten in het donker de 'cefale fase' van de vertering over. Dat is wanneer je, bij het zien van eten, letterlijk het water in de mond loopt en spijsverteringssappen alvast loskomen. Als je het eten niet ziet, realiseert je lichaam zich gewoon op tijd wanneer het vol zit slaat het zich niet leiden door de herinnering van een vol gevoel bij een leeg bord.

In Frankrijk probeert de overheid de boerencrisis te bezweren door Franse bedrijven, Frans voedsel te laten verkopen. Boeren, verwerkers en verkopers moeten daarvoor in ketenverbanden stappen. In het Frans heet dat 'contractualisation' - er moeten contracten worden gesloten.

In het bijzijn van minister van Le Foll, die afgelopen weekend door boze boeren thuis werd opgewacht, sloten boeren, een slachter, verwerker en een voerleverancier een contract dat McDonald's zijn inkoopvolume aan Franse kipdelen laat verdubbelen. In 2016 zal bijna drie kwart afkomstig zijn van Franse kippenhouders in Bretagne.

Le Foll toont zich tevreden. Dat melden Le Figaro en Global Meat News.

Voor Nederlandse, Duitse en Poolse kipleveranciers is het minder goed nieuws. Zij zien hun verkopen naar de Franse McDo met de helft dalen en moeten maar hopen dat ze die bij de McDo's in hun thuislanden kwijtraken.

Dit artikel afdrukken
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 april krijg je nieuwe kado-artikelen.

Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog

Nieuws
brief

Ontvang dagelijks of wekelijks het Nieuws binnen de wereld van Foodlog

Log in om te reageren en duimen uit te delen. Nog geen account? Meld je nu aan!

Lees alles over reageren in de gespreksregels.

Most Liked Today

Piet Hoogland

land- en tuinbouw

Likes vandaag

Piet Hermus

landbouw, schrijft wel eens wat

Likes vandaag

Mark Soetman

Levensmiddelenproductie

Likes vandaag

Alisha Teerink

Likes vandaag

Theo Jonkhart

Anders zou ik het niet zeggen, want sommige zaken liggen vaak nèt even anders en

Likes vandaag

Bennie Stevelink

Land- en tuinbouw

Likes vandaag