Nu we ruim 25 jaar verder zijn, vond ik het wel aardig om de analyse van en de uitspraken van Jeroom Remmers in het artikel En de boer, hij modderde voort nog eens onder de loep te nemen. Hoe kijkt het artikel aan tegen de landbouw, wat ziet men als problemen en oplossingen? En wat kunnen daarvan anno 2021, leren?

'Landbouw verdwenen over zo'n 10 jaar'
Het artikel opent met de constatering dat op het platteland “een darwinistische strijd woedt om het bestaan. De verwachting is reëel dat over zo'n tien jaar de landbouw in Nederland grotendeels is verdwenen.”

Het artikel schrijft dat “volgens iedereen” Nederland naar 100% biologische landbouw moet in zeg 2020. De realiteit ziet er iets anders uit. Nederland telt circa 2.000 biologische bedrijven in 2019 op een areaal van 75 duizend ha
Dat is een boude bewering, die niet bewaarheid is. Wel is de landbouw de afgelopen 25 jaar enorm veranderd. In 1995 telde Nederland nog ruim 113 duizend land- en tuinbouwbedrijven, die 1,96 mln ha cultuurgrond in beheer hebben. Anno 2019 gaat het om ruim 53 duizend op een oppervlakte cultuurgrond van 1,8 mln ha. Grofweg verdwenen per jaar 3% minder bedrijven en 0,3% minder landbouwgrond. Schaalvergroting in twee cijfers zogezegd. Het aantal bedrijven nam veel sterker af dan het landbouwareaal. Zo groeide de gemiddelde bedrijfsoppervlakte van ruim 17 naar ruim 34 ha. Achter dit gemiddelde gaan veel verschillen schuil. Tegelijk nam in de intensieve veehouderij en de glastuinbouw, de niet-grondgebonden sectoren, het aantal bedrijven sterker af dan in de melkveehouderij en de akkerbouw. Ook de schaalvergroting in de niet-grondgebonden sectoren is harder gegaan. De ontwikkeling van het aantal dieren is veel grilliger, maar over de gehele periode 1995-2020 bezien nam enkel het aantal kippen, vleeskalveren en geiten toe.

Bekende reeks
Het artikel heeft het over de landbouwcrisis en verwoordt die met een bekend klinkende reeks. De landbouw krijgt te maken met afbouw van Europese subsidies; is onvoldoende marktgericht en hopeloos verstard dank zij de veilingen en coöperaties. Een ecologisch verantwoorde varkenshouderij in 2005 betekent een inkrimping van dertig procent van de diertallen en een reductie van vijftig procent van de werkgelegenheid. Voor een duurzame landbouw moeten er minder dieren komen in Nederland. Enzovoort.

Van 'geïntegreerde' naar 'kringloopboeren'
Het frappante of wellicht trieste is dat een groot deel van de problematiek die wordt beschreven in het artikel, moeiteloos kan worden verplaatst naar 2021. Zorgen over toenemende productiekosten, gebrek aan opvolgers, de wens om de veestapel in te krimpen (volgens het artikel: “inkrimping van de veestapel is geen taboe meer en lijkt haast niet meer tegen te houden”), de verdeeldheid onder boeren over mogelijke oplossingen en afnemers die boeren tegen elkaar uitspelen.

En ja, al in 1995 was de diversiteit groot in de sector. “Er zijn veel verschillende typen boeren: high-tech boeren met gigantische (sic!) stallen en mestsilo’s, maar ook scharrelveehouders, biologische boeren, boeren in milieucoöperaties en geïntegreerde boeren - en elk van hen ziet het eigen bedrijf als model voor de toekomst.” Vooral de term geïntegreerde boeren vind ik mooi om terug te lezen. Het was de categorie bedrijven die tussen gangbaar en biologisch in zat. De term is inmiddels volledig in onmin gevallen. Nu zouden we wellicht van ‘kringloopboeren’ spreken.

Het Nationale Debat had volgens het artikel nog niet veel opgeleverd. “Wel staat eigenlijk al vast dat de oude succesformule van de Nederlandse landbouw - het produceren van ‘goedkope bulk’ - op de helling moet en moet worden vervangen door vele productiestijlen, kwaliteitssoorten en regionale variëteiten.” Ook dat is een geluid dat we vandaag nog steeds horen.

Ik was verrast te lezen dat al in 1995 milieuorganisaties pleitten voor minder vleesconsumptie
Uitkoop
Wat ook al in 1994 speelde is sanering van de intensieve veehouderij via een fonds dat veehouders uitkoopt. Die sanering heeft daadwerkelijk ook plaatsgevonden. Twee opkoopregelingen om het mestoverschot te verminderen (Regeling beëindiging veehouderijtakken) leidden in de periode 2001-2004 tot een inkrimping van 15% van de varkensstapel. Anno 2020 kennen we een krimp van de veestapel via een warme saneringsregeling voor de varkenshouderij (oorspronkelijk bedoeld om de geurhinder te verminderen). In november 2020 is de Regeling gerichte opkoop veehouderijen gepubliceerd op basis waarvan provincies budget krijgen om veehouderijbedrijven met een hoge stikstofuitstoot (de zogenaamde piekbelasters) en gelegen binnen een straal van 10 km van Natura 2000-gebieden, op vrijwillige basis op te kopen. Voor 2021 is een tweede vrijwillige opkoopregeling voorzien, die ook open wordt gesteld voor bedrijven die niet in de categorie piekbelasters vallen.

Ik was verrast te lezen dat al in 1995 milieuorganisaties pleitten voor minder vleesconsumptie. Het pleidooi van deze organisaties dat boeren met minder dieren meer moeten verdienen, is dat dan weer niet.

Het artikel schrijft dat “volgens iedereen” Nederland naar 100% biologische landbouw moet in zeg 2020. De realiteit ziet er iets anders uit. Nederland telt circa 2.000 biologische bedrijven in 2019 op een areaal van 75 duizend ha.

De misschien wel grootste kentering: Green Deal
Volgens het artikel liet de EU niet toe dat aan de hectaresteun voorwaarden op gebied van milieu en natuur werden gesteld, terwijl Nederland daar wel voor pleitte. “Door deze opstelling van de Europese Unie zal een milieuvriendelijke landbouw niet snel van de grond komen en is de ruimte voor Nederland om een milieuvriendelijke landbouw te steunen ook zeer beperkt.” Misschien zit de grootste kentering wel op dit gebied. Met hun Green Deal duwen EU-commissaris Frans Timmermans en Commissie-voorzitter Ursula von der Leyen immers inmiddels wel in die richting.
Dit artikel afdrukken