Helaas, Jan Cees’ cijfers boden geen soelaas en het juridische stikstofprobeem was niet plots van tafel. De winst van alle aandacht was wel dat zowel de commissie Remkes als die van Hordijk zich uitspraken over gebreken in de rekenmethodes van het RIVM. Het Landbouw Collectief modderde nog even door, maar na de judasbrief van FDF op 5 februari was het gehoopte huwelijk tussen het Kabinet en het Landbouw Collectief definitief van de baan. Voorzitter en oud-WUR baas Aalt Dijkhuizen kreeg de neuzen door het verspeelde resultaat ook intern niet meer dezelfde kant op.
Inmiddels was de uitbraak van Covid-19 in ons land een feit geworden. Waar glastuinbouw en aardappelsector met een steunpakket wegkwamen, bleek dat de dierlijke sectoren niet de voorkeur van Schouten genieten. Zij zitten nog altijd op de blaren. Saillant detail is dat de Coronacrisis een mooie hoop stikstofuitstoot scheelt, maar dat telt niet volgens het boekje omdat het een ‘autonome ontwikkeling’ zou zijn.. Op 24 april kwam de ‘aanpak stikstof’ van het Kabinet, een pakket maatregelen voor 10 jaar met 5 miljard om de realisatie te ondersteunen. Net te vroeg en net te blij riep voorzitter Marc Calon van LTO dat dit moment wat de oude boerenorganisatie betreft het einde van het Landbouw Collectief was. Dat kostte hem meteen de kop.
Ook binnen FDF gelederen was het een roerig einde van het Landbouw Collectief. Voorzitter Mark van den Oever verloor kort na het einde van het Collectief drie van zijn medestrijders. Ze stapten uit zijn bestuur.
Het was een paar maanden stil. Iedereen aan boerenkant likte zijn wonden. Tot de door minister Schouten aangekondigde ‘voermaatregel’ iedereen weer op scherp zette. Aangezwengeld door Agractie en opgezweept door FDF, stichting Stikstofclaim en de andere partijen ging de maatregel uiteindelijk van tafel. Schouten redde op het nippertje haar vege lijf door met steun van de WUR te melden dat de maatregel niet de winst zou opleveren die ze beoogde, en dat ze hem daarom niet invoerde. Een urenlang persoonlijk interview in ‘Zomergasten’ moest het gezichtsverlies goedmaken.
De gerespecteerde Aalt Dijkhuizen, tot eind december 2019 door de Kroon benoemd als voorzitter van de Topsector Agri&Food, had het ondertussen zo gehad met Schouten dat hij op social media openlijk om haar aftreden vroeg. ’t Kan verkeren.
Ondertussen zette Jan-Cees Vogelaar met Jaap Haanstra de boel bij LTO op scherp. De heren stelden zich beschikbaar als nieuw voorzittersduo. Serieus bedoeld? Waarschijnlijk niet, gezien de al wat langer durende flirt van Vogelaar met Thierry Baudet en zijn positie op een verkiesbare plaats bij FVD kort erná. Helaas voor Jan-Cees implodeerde FVD en moest hij als troostprijs genoegen nemen met een plaats op een nieuwe lijst genaamd JA21 met Joost Eerdmans aan het roer. Ik ben benieuwd wat die rakker voor heeft met de agro-sector.
Twee nieuwe actiepartijen kregen ondertussen in hun eerste jaar van bestaan een duidelijk profiel. FDF legde de focus op acties langs de randen van de wet, het pakken van media aandacht door hun punten nét een tikkeltje over de top neer te zetten. Agractie legde de focus op scherp overleg aan alle relevante tafels ondersteunt door acties en trekt een iets te grote broek aan voor de gevestigde orde.
De balans opmakend zie ik een tot op het bot verdeeld boerenland aan het eind van 2020, waar bijna geen boer meer dezelfde visie heeft naar de toekomst. De politiek heeft geen oplossingen geboden en maakt zich op voor nieuwe verkiezingen, de prijzen zijn in een aantal sectoren té laag om nog lang vol te kunnen houden. Het gevecht om de ruimte is in volle gang en boeren zorgden in het najaar voor lege schappen door distributiecentra te blokkeren. De gevolgen van Corona zullen nog lang na-ijlen. LTO heeft inmiddels een nieuwe voorzitter in Sjaak van der Tak, die vanaf 1 januari aan de slag gaat om orde te scheppen in de chaos. Daarbij wens ik hem veel succes.
Een goed 2021 gewenst!
Op 5 januari krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Dick, je hebt je reactie #3 intussen een andere formulering gegeven. Dan moet ik mijn reactie #5 ook maar wijzigen.
Je kunt als boer er wel voor een andere boer staan en aangeven dat je niet alleen voor eigen sector gaat maar ook rekening houdt met andere sectoren. Echter het kan net zo goed andersom. Als boer van de ene sector maar niet naast een boer van andere sector gaan staan, en die boer van de andere sector gewoon negeren of zelfs als tegenstander te gaan beschouwen.
Als voorbeeld de fosfaatrechten. De fosfaatrechten zijn ingevoerd vanwege de rundveehouderij en zodanig ook toegespitst op alleen de rundveehouderij. En nu blijkt dat de uitwerking van de fosfaatrechten problemen op gaat leveren voor gebruik van fosfaat in de akkerbouw. (vanwege gebruiksnormen, gebruik dierlijke mest, bodemvruchtbaarheid). Inzake invoering fosfaatrechten is het fosfaatprobleem van de rundveehouderij opgelost, maar tegelijkertijd is de akkerbouw opgezadeld met een nieuw fosfaatprobleem.
Je kunt dan niet spreken dat inzake invoering fosfaatrechten de rundveehouderij en akkerbouw binnen de boerenbelangenbehartiging naast elkaar hebben gestaan .
Piet Hoogland,
Er bestaat geen boerenleider die het "Nederlandse boerenprobleem" (feitelijk generatie-conflict) kan oplossen.
Het punt is door landbouw te bevoordelen (verhandelbare rechten, niet naleven milieunormen, niet grondgebonden veehouden etc. etc.) decenia lang is er veel (over)waarde in landbouwbedrijven geslopen. Door wettelijke EU regels (bijv. stikstof en fosfaat) die het onmogelijk maken om door te gaan met het boeltje te belazeren en normen op te rekken ontstaat er enerzijds een maatschappelijk conflict (waarom zou de burger meer moeten betalen, enerzijds om aan milieunormen te voldoen en anderzijds om een bedrijf met een enorme overwaarde op "waarde" te houden). Anderzijds ontstaat er een generatieconflict, immers de overnemer kan slechts overnemen tegen een realistisch te financieren bedrag maar nu met inachtname van strengere milieugrenzen en voorwaarden, of degene die het bedrijf overgeeft moet het overwaardedeel schenken).
De burger/consument de schuld van dit alles geven is natuurlijk het meest simpel, maar het "probleem" is natuurlijk ontstaan mede door toedoen van de huidig generatie boer(enbestuurders).
Piet #6 , denk je niet teveel als plaatselijke LTO bestuurder? Het gaat mij niet alleen om plaatselijke boerenbelangbehartiging. Dat is in de regel wel goed. Maar hoe staat het er voor met de boerenbelangenbehartiging op regionaal en landelijk niveau? Wie slaan in Brabant het hardst op de trommel, de veehouders of de akkerbouwers? En in Den Haag? Welke sector kan dáár het hardst op de trommel slaan.
#5 Ik denk dat dat wel meevalt over langere periodes bekeken verdienen veehouders meer bij hoge graanprijzen als bij lage, het valt me op dat je ook wel heel vaak refereert aan een kennelijk heel aparte groep landbouwers die zich geheel lijken te focussen op de productie van veevoer maar ik ben bang dat veevoer niet het goudmijntje gaat worden de komende decennia.
#3 Dick. Dat kan hij niet. Het is ook een kletsmajorenverhaal van #1 Piet. Blijkbaar gaat het er in al Gods woord in een ouwe vrouw/ouderling (tot heden 6 duimen).
Een aantal boerenbestuurders bestuurt met het belang van het eigen gespecialiseerd erf voorop. Er zijn er echter genoeg die het gespecialiseerde eigen erf vergeten en het algemene integrale sectoroverstijgende belang voorop zetten.