Veertig procent van al het plastic en de helft van al het papier in Europa wordt gebruikt voor verpakkingsmateriaal. Dat maakt vervolgens 36% van de totale Europese afvalberg uit. Zonder maatregelen neemt dat verpakkingsafval - nu 177 kilo per Europeaan per jaar - nog eens met 19% toe tegen 2030. EU-commissarissen Frans Timmermans (Green Deal) en Virginijus Sinkevičius (Milieu) presenteerden daarom een herziening van de EU-verpakkingsregels. Een 'systeemverandering', aldus de Commissie. 'Onwerkbaar', reageert de levensmiddelenindustrie.
Op het eerste gezicht zijn het beperkte ingrepen. Plastic miniflesjes met shampoo en bodylotion, zoals je die in hotels aantreft, worden verboden. Koffiecapsules en fruitstickers moeten te composteren zijn en loze ruimte in dozen met internetbestellingen wordt aan een maximum gebonden. In 2030 moet er 5% minder verpakkingsafval zijn, voor 2040 geldt een algemene afvalpreventiedoelstelling van 15% ten opzichte van 2018.

"We zullen de juiste voorwaarden creëren opdat de beginselen van de circulaire economie - verminderen, hergebruiken, recycleren - kunnen werken", aldus Sinkevičius bij de presentatie van het voorstel. Denk bijvoorbeeld aan:
  1. Wegwerpverpakkingen zijn straks verboden; voor je kop koffie of maaltijdsalade voor onderweg zal je een herbruikbare of hervulbare verpakking moeten voorzien
  2. Blikjes en flesjes: niet meer zonder statiegeld, in 2030 10% van het bier in hervulbare flessen en in 2040 20%
  3. Onnodige verpakkingen zoals apart verpakte mosterd of mayonaise, de miniflesjes shampoo zijn straks verboden
  4. 'Biologisch afbreekbaar' en 'biobased' moeten ook echt composteerbaar zijn, fruitstickers en koffiecups moeten binnen 24 maanden echt zijn vergaan.
Dat moet de CO2-uitstoot van de productie van verpakkingsmaterialen met 20 miljoen ton per jaar verminderen, en de economische schade door milieuvervuiling met €6,4 miljard.

'Helaas onrealistisch'
De voedings- en drankenindustrie is een belangrijke gebruiker van verpakkingen. Actie-organisatie ReThink Plastic stelde in een audit over de periode 2018-2022 vast dat Coca-Cola de grootste plasticvervuiler ter wereld is, gevolgd door PepsiCo, Nestlé, Unilever, Procter & Gamble en Mondelēz International. Willen de plannen kans van slagen hebben, dan heeft de levensmiddelenindustrie een spilfunctie. In de aanloop naar de herziening heeft de levensmiddelenindustrie dan ook flink gelobbyd. Toch waarschuwt FoodDrinkEurope, bij monde van zijn Nederlandse directeur Dirk Jacobs: "De doelstellingen en tijdschema's die zijn vastgesteld, met name voor hergebruik en hervulling, zijn goed bedoeld, maar helaas onrealistisch als er geen passende randvoorwaarden worden gecreëerd."

"Merkwaardig", riposteert Jean-Pierre Schweitzer, adjunct-manager circulaire economie van de groene actiegroep European Environmental Bureau (EEB). De nu naar buiten gebrachte doelstellingen zijn immers al danig afgezwakt ten opzichte van een eerder uitgelekte versie (onder meer een 50% lagere hergebruikdoelstelling en schrappen van een polystereenverbod). Bovendien is volgens hem, afgezien van de horeca-sector, het grootste deel van de levensmiddelendetailhandel "er niet echt bij betrokken."

De nu gepresenteerde voorstellen zijn - uiteraard - nog niet definitief. Volgend jaar buigt het Europees Parlement zich erover, daarna beginnen de onderhandelingen over de uiteindelijke wet.

De vraag bij dergelijke onderwerpen is steevast: is het beleid of is er over nagedacht? Overheden die scherpe doelstellingen weten te formuleren en de uitvoerbaarheid aan bedrijven overlaten zonder hen een kans op ontsnappen te geven, maken de beste kans op succes.