Kan kwaliteit kan ook grootschalig worden gemaakt? Kan uit fabrieken die grote volumes produceren ook smaakdiversiteit komen en kunnen ze daar zelfs hun voordeel mee doen bij de kopende consument? Hoeveel kosten zijn echt nodig om een goed product op je bord te krijgen? Is het gebruik van technologie zielloos? Is ambacht technologieloos? Heeft een kleinschalige producent een andere levenshouding dan een grootschalige? Leidt dat verschil - als het bestaat - tot een andere houding ten opzichte van mensen, dieren, natuur en landschap?

Dat waren de vragen die gisteren opborrelden uit de tweede proeverij in de serie De Smaak van Nederland die foodlog.nl gisteren in samenwerking met Kasteel Groeneveld/LNV organiseerde.

We proefden ham, brood en kaas en vroegen het publiek welk product ze het lekkerst vonden. In twee laatste categorieën wonnen kleinschalig, met de hand en bezielde lichamelijkheid gemaakte producten.
Beiden werden op de voet gevolgd door een grootschalig en met gebruik van technologie gemaakt producten.

In de categorie ham was het omgekeerd. Een innovatief en moderne technologie gemaakte gekookte ham won het pleit. De tweede voorkeur van het aanwezige publiek - 50 mensen, van nog heel jong tot al flink op leeftijd en alles daartussen - ging uit naar een ambachtelijk gemaakt ham van een bijzonder varken.foto: michiel wijnbergh

Een felle discussie ontstond tussen de zelfkazende en -rijpende boeren - Jenny Vogel uit Tijnje, Marije van der Poel uit Rijpwetering, Jan-Dirk van de Voort uit Lunteren en Wim Verwey uit IJsselstein - en de industrieel-ambachtelijke kaasrijpers van Kaptein uit Castricum, de makers van Old Alkmaar en boterhandelaren. Was het product van de eersten niet echter dan dat van de tweede? In de discussie zelf werden de eerste elementen zichtbaar van het verschil tussen beiden. Het zit in de houding, niet noodzakelijk in de smaak ook al smaakt rauwmelkse kaas - het kenmerk van de zelfkazend boerenkaasmaker - toch anders.
De discussie deed mij denken aan de arbeidssocioloog Sennett die hier in januari (te kort) werd besproken. Heel kort gezegd gaat het om 'betekenis'. Kwaliteit is niet alleen voorbehouden aan kleinschalige productieprocessen. Maar de mate waarin we betekenis en waarde aan een product toekennen wellicht wel. Ik hoop dat de deelnemers aan de live-discussie die nu ook hier willen oppakken. Misschien met de gedachten van Sennett - lees ze hier nog even na - als uitgangspunt?



Dit artikel afdrukken