Melkveehouders in de noordelijke provincies hebben te kampen met een muizenplaag. De knaagdieren maken het grastapijt kapot. Daardoor gaat de grasopbrengst omlaag en moeten de boeren extra kosten maken voor de inkoop van veevoer.

De schade wordt inmiddels geschat op 80 miljoen euro, bijna 1.100 boeren hebben zich gemeld voor het laten taxeren van hun schade. De oplossing voor de muizenplaag is in de meeste gevallen het vernieuwen van het grasland, door 'scheuren' en opnieuw inzaaien.

'Laat weidevogels niet de dupe worden van muizenplaag'
Deze week kwam de Vogelbescherming in het geweer. De Vogelbescherming vreest dat de weidevogels het slachtoffers zullen worden van de voorgenomen graslandvernieuwing.
Als gevolg van de muizenplaag in Nederland zullen er op veel plekken graslanden worden vernieuwd. Veel weilanden in de getroffen gebieden zullen daarvoor worden omgeploegd en ingezaaid. Weidevogels dreigen hiervan echter in de cruciale broedperiode de dupe te worden. Vogelbescherming Nederland roept daarom provincies op maatregelen te nemen om de weidevogels te ontzien.

De Vogelbescherming maakt zich vooral zorgen over de grutto, tureluur en andere weidevogels. Ook het afgelopen broedseizoen was bijvoorbeeld voor de grutto rampzalig: 'Minder dan de helft van het noodzakelijke aantal jongen dat nodig is om de populatie op peil te houden vloog uit.'

Vogelbescherming vraagt daarom in een brief aan de provinciebesturen om geen graslandherstellende maatregelen toe te staan tijdens het broedseizoen van 1 maart tot 15 juni. Ook vraagt Vogelbescherming het herstel van beschadigde graslanden in belangrijke kerngebieden voor weidevogels met kruidenrijke mengsels te stimuleren door de meerkosten hiervan te financieren.


Realisme
Kees Romijn, LTO-vakgroepvoorzitter melkveehouderij vindt de oproep 'ongepast' en 'onhandig'. Hij zegt in Boerderij: "Iedereen met gezond verstand wil de situatie op getroffen bedrijven zo snel mogelijk herstellen."

Daarnaast richt de Vogelbescherming zich volgens Romijn tot het verkeerde loket. De provincies hebben niets te zeggen over graslandvernieuwing, dat is aan Den Haag. Tenslotte is Romijn kritisch over de oproep om meer kruidenrijke mengsels te zaaien. "In veenweidegebieden worden in de praktijk al grasmengsels met relatief minder Engels raai gebruikt. Je kunt van melkveehouders niet verwachten dat ze kiezen voor een volledig kruidenrijk grasmengsel."

Het grasland is er niet primair voor de weidevogels, maar voor de melk, zegt Romijn met zoveel woorden. Hij toont zich een realist met gevoel voor de winst- en verliesrekening van de reeds financieel benadeelde boeren. Wie het anders wil, moet bijbetalen.
De Vogelbescherming zou waarschijnlijk meer kunnen bereiken door rechtstreeks contact met de getroffen boeren, zegt hij er ook bij. Met specifieke afspraken is het maximaal haalbare beter te realiseren. Volgens Romijn is de oproep naar de provincies 'vooral een actie voor de bühne'.

Fotocredits: satellietbeeld muizenschade, Wageningen UR, Alterra
Dit artikel afdrukken