De Consumentenbond onderzocht een dertigtal vleesvervangers in 8 categorieën, van groenteschijven en kaasschnitzels tot gehakt, reepjes en schnitzels. De Bond keek naar voedingswaarde, eiwit, zout, ijzer en vitamine B12, kortom, of zij hun naam als vleesvervanger ook echt waar maken.

Erg zout
Dat bleek niet het geval te zijn: 'alle producten schieten op één of meerdere punten tekort', schrijft de Consumentenbond. In de kaasschnitzels zit geen ijzer, in de groentenburgers geen eiwit, er zit te weinig vitamine B12 in en vrijwel alle producten bevatten (te) veel zout: gemiddeld 2 gram per 100 gram vleesvervanger. Alhoewel de producten dus aan voedingswaarde geen volwaardige vervanging blijken voor vlees, zijn ze uit milieu-oogpunt wel een stuk minder belastend dan echt vlees, schrijft de Bond.

Op een bijeenkomst aan de Wageningse Universiteit met een grote groep internationale studenten zei dit voorjaar een Chinese studente dat het haar op was gevallen dat we in Nederland producten sojaproducten 'vleesvervanger' noemen die in China 'gewoon een ander product zijn'. Met vlees hebben ze niets te maken. Een groep studenten uit Slavische landen en Afrika viel haar direct bij. De Westerse studenten moesten er even over nadenken.
Dit artikel afdrukken