De jonge Oxford-wetenschapper Andrew Snyder-Beattie schreef een beschouwing over de overlevingskansen van de mensheid naar aanleiding van de Aarde-achtige planeet waarvan de NASA de ontdekking anderhalve week geleden bekend maakte. Hij is projectleider aan het Future of Humanity Institute van de bekende Britse universiteit. Mocht er leven op die planeet - hij werd Kepler-186f gedoopt - worden aangetroffen, dan is dat volgens Snyder-Beattie geen goed nieuws voor de mensheid. Dat zegt hij niet omdat het denkbaar is dat er enge of slimmere wezens dan wij in de ruimte rondbanjeren.

Steeds betere onderzoekstechnologie zorgt ervoor dat we ontdekken dat de kans groot is dat er heel veel potentieel bewoonbare planeten zijn waar intelligent leven zou hebben moeten kunnen ontstaan. Dan moet er ook nóg intelligenter en verder geëvolueerd leven bestaan. Waarom heeft dat intelligente leven ons dan nog niet ontdekt of waarom hebben wij nog geen ander leven ontdekt?

Volgens Snyder-Beattie komt dat omdat het waarschijnlijk is dat dergelijk leven uitsterft, voordat het elkaar intergalactisch kan ontmoeten. Een en ander zou betekenen dat we geen hoop mogen putten uit mogelijke oplossingen vanuit de ruimte voor voedselschaarste en overbevolking op planeet aarde. Als er géén buitenaards leven zou zijn, is dat beter nieuws omdat het ons een horizon op overleving door onze intelligentie zou bieden. Het begint er echter naar uit te zien dat er wel degelijk buitenaards leven is, maar geen battlestar Galactica. Het betekent immers dat dergelijke technologie domweg boven onze ontwikkelmacht ligt en te risicovol is als basis voor bestaan.

Het artikel is ook in Nederlandse vertaling te lezen op de website De Morgen.
Dit artikel afdrukken