Er valt een uitnodiging in mijn virtuele brievenbus. Of ik glas en plastic wil komen proeven. Dat is even schrikken. Alletwee lijken ze me zwaar op de maag te liggen. Maar de uitnodiging komt van Mariëlla van de Wijnkronieken. Zij is sinds kort glasambassadeur en mag een etentje geven om met genodigden te vergelijken. Wat vind je prettiger om uit te drinken, van te eten: glas of plastic. Pffff, dat is een opluchting. Er mag wijn en water in het glas. En met het eten komt het dan ook vast goed, vooral omdat ze ontzettend veel moeite doet om het ook voor mij eetbaar te maken. Dat belooft een gezellige en informatieve avond te worden. Want in in hoeverre is het nu conditionering, dat wijn in een glas hoort? Of vooroordeel, wat je wilt. Is er iets mis met plastic, of zit dat tussen de oren en is er niets mis met plastic?

Doodgeslagen
Het grote moment is daar, het gezelschap gaat de proef op de som nemen. We drinken een uitstekende Cava zowel in een plastic als in een glazen flute, lekker buiten op het terras. De plastic flute ruikt naar plastic, ik ruik de Cava niet, die overigens vrijwel meteen doodslaat. Nou, dat is toch jammer. De thermische eigenschappen van plastic hebben geen gunstig effect in mijn ogen. Doet u mij maar glas of kristal. Dat ligt lekker in de hand, heeft gewicht, en vlijt zich prettig tegen de onderlip aan. Plastic is plakkerig. Dit was het begin, we laten ons niet uit het veld slaan. Er is meer plastic en glas in serviezenland. We gaan aan tafel. Met een plastic slakom en bijbehorend bestek is niets mis, komt vooral door het leuke design. Met de glazen kommen en borden ook niets, al maakt het glas wel veel herrie. Het is haast onmogelijk om onhoorbaar te snijden. Ik prefereer porselein of aardewerk, eerlijk gezegd. De plastic borden lijken meer geschikt voor een glansrol als vliegende schotel. Dat ligt vooral aan het komische ontwerp en het klinische laboratoriumwit. Voor de camping en picknick? Nou ja, misschien wel handig. Maar dan graag een iets hogere kwaliteit kunststof.

Liever glas
Behalve glas en plastic proeven we ook twee soorten witte wijn, een Italiaanse en een Franse, maar daar gaat dit verhaal niet over. Twee wijnen die het in glas prima deden, maar in plastic muf en duf roken, áls je al wat rook. Maar het gaat om meer dan de geur alleen. De plastic glazen zijn te licht, instabiel op hun voeten, liggen niet lekker in de hand, op de lip. Nu weet ik weer waarom wij echte glazen in de picknickmand doen. De bijbehorende plastic zijn net goed genoeg voor water of een sapje.

Persoonlijke voorkeur
Toch is het een beetje vreemd, want we vinden het de normaalste zaak om met een klein flesje mineraalwater rond te sjouwen, en vinden het plastic dan helemaal niet hinderlijk. Dat is water voor de dorst, niet voor het lekker. Wijn is er toch vooral voor het lekker, niet voor de dorst. Koffie en thee uit plastic bekertje is meer het sociale moment, dan dat het om een drinkbaar product gaat. Gemalen potloodslijpsel en paardenhaar met warm water kun je overal in serveren, tenslotte. Er zijn mensen die zweren bij thee uit een glas, of zelfs koffie. Daar hoor ik niet bij, ik ben van de generatie mok of kop.
Een conclusie ga ik niet trekken. Het is zoals bij iedere proeverij, smaken verschillen, zijn het resultaat van opvoeding, ervaring, persoonlijke voorkeur. Het is wel eens leuk om het uit te proberen en te vergelijken. Zeker in goed gezelschap met een heerlijke maaltijd en goede wijn. Nu nog een vergelijking tussen zilver, tin, aardewerk, kristal, glas, hout, en alle materialen waar in de loop der eeuwen wijn uit gedronken is. Misschien is dat meer iets voor de experimenteel archeoloog dan de glasambassadeur.

Hier vind je Mariëlla's Wijnkronieken: http://wijnlog.blogspot.com/feeds/posts/default




Dit artikel afdrukken