Het aantal boerenbedrijven neemt met gemiddeld zes per dag af.

Daardoor waren er op 1 april 2009 73 duizend land- en tuinbouwbedrijven in Nederland. Dat is 3 procent minder dan een jaar eerder, blijkt uit voorlopige uitkomsten van de landbouwtelling 2009 van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).

De oppervlakte landbouwgrond is nauwelijks veranderd ten opzichte van voorgaande jaren en bedraagt bijna 2 miljoen hectare. Dit betekent dat verreweg de meeste landbouwgrond van stoppers wordt overgenomen door boeren die uitbreiden. Ongeveer 57 procent van de totale landoppervlakte van Nederland is in gebruik bij boeren.

Het doorsnee landbouwbedrijf wordt steeds groter. In 2009 had een gemiddeld bedrijf 26 hectare cultuurgrond. Dat is 2,3 procent meer dan een jaar eerder. De gemiddelde oppervlakte cultuurgrond steeg bovengemiddeld op tuinbouwbedrijven en intensieve veehouderijbedrijven (ruim 3 procent). Een doorsnee tuinbouwbedrijf is bijna 9 hectare groot en een intensieve veehouderij 8,3 hectare. In de akkerbouw was de gemiddelde areaalsuitbreiding 2,4 procent. Hiermee werd op een gemiddeld akkerbouwbedrijf 42,4 hectare grond bewerkt. De schaalvergroting in de (rund)veehouderij bleef met 1,3 procent beperkt. In deze sector was de gemiddelde oppervlakte cultuurgrond ruim 29 hectare.

In 2009 was er ruim 1 miljoen hectare grasland. Dat is 53 procent van alle cultuurgrond. Graan en snijmaïs waren goed voor 12 respectievelijk 13 procent van het totale landbouwareaal en het aandeel aardappelen was 8 procent. De glastuinbouw valt qua oppervlakte met aan aandeel van 0,5 procent hierbij in het niet, maar levert wel een belangrijke economische bijdrage aan de Nederlandse landbouw. Dit komt vooral doordat de opbrengsten per hectare hier vele malen hoger zijn.


bron: agd.nl
Dit artikel afdrukken