Charles de Gaulle noemde Nederland "l'autre pays du fromage". Tijdens een bijeenkomst in Lelystad rond zeldzame koeien en schapen gisteren, hoorde ik van zuivelspecialist Gea van der Puijl heel wat anders. Nederland blijkt een gebrek aan kaasmakers' kennis te hebben. Boeren maken zoveel melk dat ze die weg laten lopen. Er kaas van maken zou helpen want 1 kilo kaas, ruimt zo'n 10 kilo melk op. Maar we barsten ook al uit onze voegen van de Goudse kazen. Nieuwe kaastypen - van wit en blauw tot rood schimmel - hadden al sinds decennia aan bij kunnen dragen aan de variatie in Nederland. Maar noch onze boeren, noch hun adviseurs blijken er genoeg van te weten om er iets van te maken zoals in het land van De Gaulle.

Ik viel van m'n stoel. We hebben zo'n beetje de mooiste grasmatten - lekker vet en vol onverzadigde vetzuren - van de wereld en daarom de best mogelijke melk. Beter dan in de Alpen of in verdorde Spaanse, Italiaanse of Franse vlakten en 'heul veul' bovendien. Niettemin heeft nooit iemand bedacht hoe we in dit "andere land van de kaas" eindelijk ook eens "andere kaas" kunnen maken? Vreemd. Hoe komt dat toch?

Dit artikel afdrukken