De hoeveelheid zout die je lichaam opneemt, heeft niets te maken heeft met het zout in je eten, maar wordt door je lichaam gereguleerd. Dat zegt een nieuwe studie.
Een grote metastudie door een internationaal team van wetenschappers (Harvard Medical School, Universiteiten van California en Seattle en het Deense Rigshospitalet) zou de al enige jaren onder neurowetenschappers opgeld doende opvatting ondersteunen dat de hoeveelheid zout die mensen daadwerkelijk opnemen vanuit de hersenen geregeld wordt. De ontdekking kan grote invloed hebben op de voedingsadviezen die er in diverse landen - zoals de VS en Nederland - op gericht zijn de hoeveelheid zout te beperken.
Natuurlijke zelfregulatie
Al decennia lang benadrukken voedingsadviezen het belang van minder zout. Daarmee zouden een hoge bloeddruk en het risico op hart- en vaatziekten kunnen worden teruggedrongen. Uit het onderzoek zou blijken dat dit advies overbodig is, omdat mensen van nature een voorspelbare en nauwe bandbreedte hebben voor de hoeveelheid zout die ze uit hun voedsel opnemen. Het gaat om een natuurlijke, zichzelf regulerende dosis van 2.600 mg tot 4.800 mg natrium per dag. In Nederland hanteert het Voedingscentrum een bovengrens van 6 gram (keuken)zout per dag. Dat komt overeen met 2.400 mg natrium.
Beleid op verkeerde basis
Het onderzoek bouwde voort op een eerdere metastudie uit 2009. In totaal is van meer dan 69.000 personen, in 190 studies uit 45 landen en over een periode van 50 jaar, de natrium-uitscheiding in de urine gemeten. Op basis daarvan kon berekend worden dat de gemiddelde natriuminname op 3.650 mg per dag lag en de normale waarden tussen de 2.600 tot 4.800 mg per dag. Het onderzoek is gepubliceerd in The American Journal of Hypertension.
Op basis van deze bevindingen zou de huidige richtlijn in de VS volgens de onderzoekers 'behoorlijk onder wat mensen nodig hebben' liggen. Bovendien zou het niet waar zijn dat met het zouter worden van het voedingsmiddelenaanbod de daadwerkelijke zoutinname gestegen is.
Judith Stern, een van de onderzoekers, zegt: "Ons nieuwe onderzoek legt uit waarom tientallen jaren van overheidsinspanningen de zoutinname in de VS niet naar beneden hebben gekregen. Beleid kan eenvoudigweg de fysiologie niet veranderen."
Waarheid en wetenschap
“Willen toekomstige voedingsrichtlijnen effect sorteren, dan moeten ze op de wetenschappelijke werkelijkheid gefundeerd zijn zoals die uit deze data naar voren komt, namelijk dat er een normale bandbreedte is voor menselijke zoutinname. Zoutinname zal niet veranderen door het zoutgehalte van voedingsmiddelen aan te passen of door andere beleidsmaatregelen om met het oog op de volksgezondheid zout te beperken", zegt onderzoeksleider David McCarron in Science 2.0.
In Nederland worden de levensmiddelenfabrikanten van alle kanten aangespoord het zoutgehalte in hun producten terug te dringen. De Consumentenbond constateerde deze week dat dat niet voor alle producten lukt: kaas, sandwichspread en kroketten zijn juist zouter geworden. Voorzitter Bart Combée van de Bond sprak er schande van en refereerde aan de zeven doden die daardoor dagelijks in Nederland zouden vallen.
Het nieuwe onderzoek plaatst de nodige kanttekeningen bij dergelijke waarheden.
Fotocredits: 'Salt', uitsnede, Roger Smith
Dit artikel afdrukken
Natuurlijke zelfregulatie
Al decennia lang benadrukken voedingsadviezen het belang van minder zout. Daarmee zouden een hoge bloeddruk en het risico op hart- en vaatziekten kunnen worden teruggedrongen. Uit het onderzoek zou blijken dat dit advies overbodig is, omdat mensen van nature een voorspelbare en nauwe bandbreedte hebben voor de hoeveelheid zout die ze uit hun voedsel opnemen. Het gaat om een natuurlijke, zichzelf regulerende dosis van 2.600 mg tot 4.800 mg natrium per dag. In Nederland hanteert het Voedingscentrum een bovengrens van 6 gram (keuken)zout per dag. Dat komt overeen met 2.400 mg natrium.
Beleid op verkeerde basis
Het onderzoek bouwde voort op een eerdere metastudie uit 2009. In totaal is van meer dan 69.000 personen, in 190 studies uit 45 landen en over een periode van 50 jaar, de natrium-uitscheiding in de urine gemeten. Op basis daarvan kon berekend worden dat de gemiddelde natriuminname op 3.650 mg per dag lag en de normale waarden tussen de 2.600 tot 4.800 mg per dag. Het onderzoek is gepubliceerd in The American Journal of Hypertension.
Op basis van deze bevindingen zou de huidige richtlijn in de VS volgens de onderzoekers 'behoorlijk onder wat mensen nodig hebben' liggen. Bovendien zou het niet waar zijn dat met het zouter worden van het voedingsmiddelenaanbod de daadwerkelijke zoutinname gestegen is.
Judith Stern, een van de onderzoekers, zegt: "Ons nieuwe onderzoek legt uit waarom tientallen jaren van overheidsinspanningen de zoutinname in de VS niet naar beneden hebben gekregen. Beleid kan eenvoudigweg de fysiologie niet veranderen."
Waarheid en wetenschap
“Willen toekomstige voedingsrichtlijnen effect sorteren, dan moeten ze op de wetenschappelijke werkelijkheid gefundeerd zijn zoals die uit deze data naar voren komt, namelijk dat er een normale bandbreedte is voor menselijke zoutinname. Zoutinname zal niet veranderen door het zoutgehalte van voedingsmiddelen aan te passen of door andere beleidsmaatregelen om met het oog op de volksgezondheid zout te beperken", zegt onderzoeksleider David McCarron in Science 2.0.
In Nederland worden de levensmiddelenfabrikanten van alle kanten aangespoord het zoutgehalte in hun producten terug te dringen. De Consumentenbond constateerde deze week dat dat niet voor alle producten lukt: kaas, sandwichspread en kroketten zijn juist zouter geworden. Voorzitter Bart Combée van de Bond sprak er schande van en refereerde aan de zeven doden die daardoor dagelijks in Nederland zouden vallen.
Het nieuwe onderzoek plaatst de nodige kanttekeningen bij dergelijke waarheden.
Fotocredits: 'Salt', uitsnede, Roger Smith
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 april krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 april krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
@Jaap:
“het mooiste is het natuurlijk als we voor alle voedingsaanbevelingen een harde uitspraak kunnen doen over levensverwachting en doodsoorzaken. Dat is echter vrijwel onmogelijk geworden. Frits Muskiet kaartte dat laatst ook al aan.”
Wat is dan de zin van Cochrane meta-analyse uit #57? Resultaat: we vinden geen effect. Aanbeveling: blijven doorgaan met huidig advies?
“Interventies met omega-3 vetzuren of vis vinden ook geen effect op sterfte. Frits stelt dat dat zo is omdat de meeste mensen met een verhoogd risico om te overlijden aan een hart- of vaatziekte inmiddels worden behandeld met statines, bloedverdunners, bloeddrukverlagers en ontstekingsremmers. Mocht je toch een infarct krijgen dan overlijden de meeste mensen daar niet meer aan maar krijgen een chronische ziekte als hartfalen. Effecten van beperking koolhydraten, suiker, vetzuren, zout enz op sterfte aan hart- en vaatziekten zijn daarom onbekend en ook niet meer goed te onderzoeken.”
Voor effecten op gezondheid is dat waar denk ik, effecten op overgewicht (vetopslag) moet kunnen. Reden te meer dus om niet al te stellige aanbevelingen te doen voor minder of minder inname. De bewijsvoering dat te veel zoutinname op langere termijn voor gezondheidsproblemen zorgt, is niet eenduidig.
In de studie die je in #1 aanhaalt als “goed onderbouwd” staat:
“There were insufficient randomised controlled trials to assess the effects of reduced sodium intake on mortality and morbidity. The associations in cohort studies between sodium intake and all cause mortality, incident fatal and non-fatal cardiovascular disease, and coronary heart disease were non-significant (P>0.05).”
En dan hebben we het ook nog over associatie en niet over causaliteit.
Dat te lage inname voor problemen zorgt. Zie onder het kopje “Too Little Sodium Can Cause Downright Harm” in het artikel van Kris Gunnars.
“Als we een onomstotelijk bewijs van effect van voedingsaanbevelingen op sterfte eisen (en niet op intermediairen als hypertensie en type 2 diabetes) dan zullen we denk ik geen enkele aanbeveling meer kunnen doen.”
Het moet aannemelijk zijn, en zijn o.a. Hill’s criteria voor. Is het zo erg is dat er geen aanbevelingen gedaan kunnen worden? We zijn al 40 jaar bezig met een voedselexperiment op basis van aanbevelingen (ook niet gebaseerd op echt stevige onderbouwing, b.v. onderzoek Keys) waarbij dierlijke vetten zijn vervangen door plantaardige vetten en vetconsumptie is verlaagd ten faveure van verhoging van koolhydraten. Voorlopig tussenresultaat: toegenomen obesitas en ziekten. Frits Muskiet is dacht ik ook niet zo’n aanhanger van dit voedselpatroon.
@Jaap:
“het mooiste is het natuurlijk als we voor alle voedingsaanbevelingen een harde uitspraak kunnen doen over levensverwachting en doodsoorzaken. Dat is echter vrijwel onmogelijk geworden. Frits Muskiet kaartte dat laatst ook al aan.”
Wat is dan de zin van Cochrane meta-analyse uit #57? Resultaat: we vinden geen effect. Aanbeveling: blijven doorgaan met huidig advies?
“Interventies met omega-3 vetzuren of vis vinden ook geen effect op sterfte. Frits stelt dat dat zo is omdat de meeste mensen met een verhoogd risico om te overlijden aan een hart- of vaatziekte inmiddels worden behandeld met statines, bloedverdunners, bloeddrukverlagers en ontstekingsremmers. Mocht je toch een infarct krijgen dan overlijden de meeste mensen daar niet meer aan maar krijgen een chronische ziekte als hartfalen. Effecten van beperking koolhydraten, suiker, vetzuren, zout enz op sterfte aan hart- en vaatziekten zijn daarom onbekend en ook niet meer goed te onderzoeken.”
Voor effecten op gezondheid is dat waar denk ik (effecten op gewichtstoename zijn eenvoudiger). Reden te meer dus om niet al te stellige aanbevelingen te doen voor minder of minder inname. De bewijsvoering dat te veel zoutinname op langere termijn voor gezondheidsproblemen zorgt, is niet eenduidig.
In de studie die je in #1 aanhaalt als “goed onderbouwd” staat:
“There were insufficient randomised controlled trials to assess the effects of reduced sodium intake on mortality and morbidity. The associations in cohort studies between sodium intake and all cause mortality, incident fatal and non-fatal cardiovascular disease, and coronary heart disease were non-significant (P>0.05).”
En dan hebben we het ook nog over associatie en niet over causaliteit.
Dat te lage inname voor problemen zorgt. Zie onder het kopje “Too Little Sodium Can Cause Downright Harm” in het artikel van Kris Gunnars.
“Als we een onomstotelijk bewijs van effect van voedingsaanbevelingen op sterfte eisen (en niet op intermediairen als hypertensie en type 2 diabetes) dan zullen we denk ik geen enkele aanbeveling meer kunnen doen.”
Het moet aannemelijk zijn, en zijn o.a. Hill’s criteria voor. Is het zo erg is dat er geen aanbevelingen gedaan kunnen worden? We zijn al 40 jaar bezig met een voedselexperiment op basis van aanbevelingen (ook niet gebaseerd op echt stevige onderbouwing, b.v. onderzoek Keys) waarbij dierlijke vetten zijn vervangen door plantaardige vetten en vetconsumptie is verlaagd ten faveure van verhoging van koolhydraten. Voorlopig tussenresultaat: toegenomen obesitas en ziekten. Frits Muskiet is dacht ik ook niet zo’n aanhanger van dit voedselpatroon.
In aanvulling op wat Jaap over Frits zegt. Toen Frits dat dit voorjaar voor een zaal voedingswetenschappers in Utrecht zei, gaven twee hooggeleerden hem gelijk. Het was een pijnlijk gelijk en dat was te voelen in de zaal. Even tevoren was hij bijna door een van beide hooggeleerden als een arrogante theoreticus weggezet. Wat Frits deed, was aantonen dat we het met ons meest gezonde verstand en de best mogelijke experimenten die we kunnen verzinnen zullen moeten doen.
@Dennis met je samenvatting ben ik het eens.
@Guido het mooiste is het natuurlijk als we voor alle voedingsaanbevelingen een harde uitspraak kunnen doen over levensverwachting en doodsoorzaken. Dat is echter vrijwel onmogelijk geworden. Frits Muskiet kaartte dat laatst ook al aan. Interventies met omega-3 vetzuren of vis vinden ook geen effect op sterfte. Frits stelt dat dat zo is omdat de meeste mensen met een verhoogd risico om te overlijden aan een hart- of vaatziekte inmiddels worden behandeld met statines, bloedverdunners, bloeddrukverlagers en ontstekingsremmers. Mocht je toch een infarct krijgen dan overlijden de meeste mensen daar niet meer aan maar krijgen een chronische ziekte als hartfalen. Effecten van beperking koolhydraten, suiker, vetzuren, zout enz op sterfte aan hart- en vaatziekten zijn daarom onbekend en ook niet meer goed te onderzoeken. Als we een onomstotelijk bewijs van effect van voedingsaanbevelingen op sterfte eisen (en niet op intermediairen als hypertensie en type 2 diabetes) dan zullen we denk ik geen enkele aanbeveling meer kunnen doen.
Jaap, nogmaals dank voor je heldere antwoorden. Alles samenvattend krijg ik het volgende beeld:
1. Alle 'myth busting' publicaties die zoal te vinden zijn helpen de geïnteresseerde leek om een aardig beeld te krijgen van de belangrijkste onderzoeken die twijfels uiten bij gevestigde beelden. Dit is overigens zeker geen compleet beeld.
2. Dezelfde publicaties, maar vooral de onderzoeken waarnaar ze refereren houden andere onderzoekers scherp. Lijkt mij zeer nuttig, zeker als dit gebeurd middels degelijk onderzoek.
3. Te weinig zout lijkt net als teveel ongezond, althans in combinatie met een westers voedingspatroon. Bij primitief levende volken is een zeer lage inname bekend, zonder de typische westerse ziekten. Hoe gezond en lang deze mensen leven is daarbij niet vermeld.
4. Mijn indruk is dat de J-curve uit punt 3 geldt voor vrijwel alle in natuurlijke voeding voorkomende stoffen en complexen. Waar het optimum ligt is onbekend, en hangt vast ook af van andere factoren (voedingspatroon, bewgingspatroon, constitutie, etc.). Voor (bepaalde) synthetische stoffen en voedingsmiddelen zou er wel eens vaker sprake van een strict stijgende curve (persoonlijke indruk, niet gebaseerd op dit draadje).
5. In een voedingspatroon met vrijwel geen processed food, weinig brood, veel groenten en vis, met regelmatig fruit en vlees, is er geen reden om te streven naar verdere zoutreductie, maar ook niet om ongerust te worden over te weinig zout.
p.s. In #54 verwees ik naar twee verschillende JAMA studies, vandaar dat ik in de laatste alinea het woord tweede gebruikte (één en twee). Nummer twee is inderdaad dezelfde als waar je in #52 naar verwijst als degene met kritiek, nummer één is degene die je in #52 als recenter onderzoek aanhaalde.