imageAls gevolg van de hitte én de prioriteit die gegeven is aan de belangen van de natuur zijn hele Zeeuwse oestervelden gestikt.

Om broedvogels ruim de gelegenheid te geven in het Grevenlingenmeergebied te broeden, wordt de waterstand daar kunstmatig laag gehouden. Daardoor is er te weinig verversing met zuurstofrijk water in de oesterbanken terecht gekomen. Iets wat met de juli-hitte noodzakelijk was. De oestertelers zagen het probleem van mijlenver aankomen en protesteerden. De waterautoriteiten besloten niet naar hen te luisteren.

Gevolg: een economische ramp voor de oestertelers én een bedreiging van een traditie in natuurbeheer (denk aan Toscane: één groot cultuurlandschap). Een derde van de teelt van de meest verfijnde oester - de Zeeuwse platte, de 'creuse' - is verloren. In Nederland trekken we ons daar weinig van aan. Een en ander valt overigens te lezen in de Belgische krant De Gentenaar. Naast de oesterteelt, is ook de paling- en kreeftjesstand aangetast door dit beheer. Om eens over na te denken is de opmerking van oesterteler Aart Cornelisse: als er vogels of zeehondjes waren doodgegaan was er onmiddellijk ingegrepen.

Ik ben bang dat Cornelisse ons precies de goede spiegel voorhoudt: als het aaibaar is en zichtbaar is, dan komen we in actie en kraaien we moord en brand. Natuurbehoud is dus behoud van onze eigen emotie.

Het is een goeie om eens over na te denken.
Dit artikel afdrukken