Het kabinet stuurde vandaag zijn reactie op het rapport 'Naar een voedselbeleid' van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) naar de Tweede Kamer. Het kabinet vindt dat aanpassingen in het voedselsysteem nodig zijn om ook op de lange termijn voldoende, duurzaam en gezond voedsel te kunnen garanderen, zowel in Nederland als in de wereld. Het kabinet wil daarom naar een integraal voedselbeleid waarin volksgezondheid, ecologische houdbaarheid en veiligheid centraal staan. Het bedrijfsleven, consumenten en maatschappelijke organisaties hebben een verantwoordelijkheid om ook vorm te geven aan deze maatschappelijke voedselagenda, aldus het bericht op Rijksoverheid.

Concreet staat het kabinet voor verminderd gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en verantwoorde veehouderij met zo min mogelijk gebruik van antibiotica; alternatieve eiwitten, zoals peulvruchten, wieren, insecten en kweekvlees; orde in het oerwoud aan keurmerken; verdere terugdringen van voedselverspilling en meer inzicht voor de consument in de werkelijke kosten van een product, inclusief kosten voor natuur en milieu. Ook heldere en objectieve informatie op etiketten hoort in het rijtje thuis.

Marc Jansen, directeur van het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL) reageert duidelijk: "het opstellen van voedselbeleid is overbodig". Voorts zegt hij:

Het CBL deelt het uitgangspunt van de WRR: het veilig stellen van voldoende, gezond, veilig en duurzaam voedsel voor iedereen. Op hoofdlijnen kan gesteld worden dat het beleid en de activiteiten van bedrijven zeer succesvol zijn geweest: We hebben in Nederland een overvloed aan veilig en betaalbaar voedsel en niemand hoeft honger te hebben of ziek te worden van voedsel.

De WRR adviseert het opstellen van een breed voedselbeleid. Het CBL stelt dat hier vanuit het bedrijfsleven al sprake van is. Regulering vanuit een centraal sturende overheid is dus overbodig. Niet alleen voldoen branches en ketens aan Brusselse en Haagse wetgeving, zij werken ook volop aan bovenwettelijke invulling van de maatschappelijke behoeften van de vier miljoen klanten die dagelijks de Nederlandse supermarkt bezoeken.

Van oudsher heeft de overheid een sterke focus op landbouw. Hiermee worden het eigen initiatief van de andere schakels uit de voedselketen tekort gedaan. “Een meer gelijkwaardige waardering en aandacht voor alle spelers in de voedselketen zou op zijn plaats zijn. Daarmee zou de Staatsecretaris van EZ kunnen laten zien echt de Staatssecretaris van EZ te zijn, in plaats van alleen Landbouw”, aldus Marc Jansen, directeur van het CBL.

De gehele voedselketen neemt zijn verantwoordelijkheid en is ook onlosmakelijk aan elkaar verbonden. Het CBL is daarom groot voorstander van ketensamenwerking voor de verduurzaming van producten en grondstoffen (palmolie, soja, cacao, koffie, thee, groente en fruit, vlees), de implementatie van nieuwe veiligheidseisen (CBL 6 stappenplan voor voedselvertrouwen), een gezondere keuze (het Vinkje) én een gezonder aanbod (Akkoord Verbetering Productsamenstelling). Alleen door samen te werken kunnen deze stappen worden gezet. De overheid dient te zorgen voor ruimte om dit soort ketenbrede initiatieven te organiseren.

Voor diegene die meer wil weten is de informatie beschikbaar, zonder dat alles persé op het etiket staat. Verplichte openbaarmaking van alle informatie, leidt niet per definitie tot een duurzamer of gezonder product, maar zorgt wel voor veel administratieve rompslomp.
Meer geïntegreerd beleid
Een geïntegreerd beleid voor voedsel is essentieel. De focus moet niet alleen liggen op dierenwelzijn, er moet ook aandacht zijn voor milieu en gezondheid van mens en dier. Het advies van WRR is hier zeer relevant. Interdepartementale samenwerking kan en moet veel beter. Daarnaast is internationale afstemming cruciaal: voedselveiligheid en het opbouwen van een robuuste voedselketen is grensoverschrijdend.

Geen vereveningsfonds
Verduurzaming moet vanuit de markt komen. Maak het mogelijk om convenanten af te sluiten, maar laat de uitvoering aan de marktpartijen over. Het voorgestelde vereveningsfonds is een vorm van belastingheffing die de concurrentiepositie van bedrijven aantast. Het realloceren van deze voedselheffing zal onmiskenbaar gepaard gaan met bureaucratische rompslomp en bestuurlijke drukte. Zowel het innen als het besteden van de gelden zal onderwerp worden van politieke voorkeur en maatschappelijke discussie. Bovendien zal het herbesteden van deze voedselheffing tot frustratie leiden bij alle betrokken partijen, zowel bij de heffingsplichtigen als de ontvangers van deze heffingsgelden. Initiatieven zoals Taskforce palmolie, ASC/MSC , verduurzaming van de cacaoketen, tonen aan dat verduurzaming gewoon in de markt geregeld wordt.

Transparantie richting consument
Het is van belang om transparant te zijn zonder de consument te overladen met informatie. Het bedrijfsleven zet stappen die misschien niet altijd zichtbaar zijn voor de consument, zoals verduurzaming van soja en palmolie. De consument verwacht een gezond, veilig en duurzaam product te kopen. Voor diegene die meer wil weten is de informatie beschikbaar, zonder dat alles persé op het etiket staat. Verplichte openbaarmaking van alle informatie, leidt niet per definitie tot een duurzamer of gezonder product, maar zorgt wel voor veel administratieve rompslomp.

Terugwinnen van grondstoffen en sluiten van kringlopen
Een circulaire economie is de toekomst. Voor ieder bedrijf is het van belang dat reststromen zo hoog mogelijk worden verwaard. Het streven is de kringlopen te sluiten. Denk hier bijvoorbeeld aan de jaarlijkse 2% energiebesparing die alle supermarkten realiseren, de logistieke samenwerking waardoor CO₂-uitstoot wordt verminderd en het brancheverduurzamingsplan verpakkingen. De overheid kan meerwaarde bieden door ook hier eenduidig beleid te voeren en daarmee de juiste prikkels te geven voor het verwaarden van grondstoffen.

Blij met belangstelling voor voedsel
Tot grote vreugde van het CBL krijgt voedsel de laatste tijd grote maatschappelijke belangstelling. Ook al is het niet altijd positief, het geeft aan dat voedsel ertoe doet en het is te belangrijk om vanzelfsprekend gevonden te worden. Daarom doet het CBL de oproep om alle activiteiten om maatschappelijk verantwoord ondernemen op een steeds hoger niveau te brengen te ondersteunen en te focussen op de manier waarop de overheid deze activiteiten kan faciliteren om zo het aanbod van duurzamer voedsel te vergroten.

De supermarkt- en foodservice bedrijven aangesloten bij het CBL blijven zich inzetten om elke dag beter te presteren. Hierbij zijn voor ons de dagelijkse en toekomstige wensen van de klanten het uitgangspunt.


Fotocredits: 'Landbouw en Veeteelt', Drents Museum, FaceMePLS
Dit artikel afdrukken