De meest gebruikelijke gewassen die voor biobrandstof ingezet worden, zijn mais en suikerriet. Maar die gebruiken landbouwgrond, water en mest die ook voor voedselgewassen ingezet kunnen worden. Nieuw onderzoek laat zien dat gewassen die in droge gebieden groeien als biobrandstof ingezet kunnen worden.

CAM-fotosynthese
Zo'n 18% van het aardoppervlak bestaat uit droog of halfdroog land. Op grote delen daarvan valt niets te telen; koeien, geiten en schapen kunnen er weinig gras vinden en hebben grote gebieden nodig om aan de kost te komen. Zet je daar cactussen neer, dan gaat dat niet ten koste van vruchtbare voedselproducerende grond en kun je toch biobrandstoffen produceren. Bovendien heb je er maar weinig water voor nodig. Cactussen behoren tot de planten met een zogeheten crassulacean acid metabolism (CAM). Dat betekent dat ze 's nachts koolstofdioxide opslaan om daar overdag hun fotosynthese op te laten draaien. Daarbij verdampt extreem weinig water.

Er is één maar: de extensieve veeteelt in bijvoorbeeld Australië en Zuid-Amerika zal vermoedelijk plaats moeten maken voor energieteelt als we dit echt groots willen aanpakken.
Evenveel biogas als aardgas
Een Brits team van wetenschappers stelde vast dat de vijgcactus (Opuntia ficus-indica) en de Euphorbia tirucalli, een struikboom uit de Wolfsmelkfamilie, bij uitstek geschikt zijn voor biogasproductie. Naar schatting kan op 5 tot 12% van de beschikbare droge gronden genoeg biogas geproduceerd worden om 5PWh electriciteit per jaar te genereren. Dat zegt onderzoeksleider Mike Mason in Chemistry World.
Dat is evenveel als nu uit aardgas opgewekt wordt. Bijkomend voordeel: de restproducten, digestaat en nutriëntenrijk afvalwater, kunnen gerecycled worden tot irrigatiewater en bemesting.

Sommige CAM-planten, zoals ananas en agave, worden al op grote schaal geteeld, maar niet voor biobrandstoffen. "Plantenwetenschap en veredeling kunnen zonder enige twijfel nog veel verbetering brengen", zegt Mason. "Het probleem is dat we met CAM-planten pas op het punt staan waar we met graangewassen 10.000 jaar geleden stonden." Met de huidige researchkennis en toenemende vraag naar duurzame energie kan daar snel verandering in komen.

Geen vlees meer
Er is één maar: de extensieve veeteelt in bijvoorbeeld Australië en Zuid-Amerika zal vermoedelijk plaats moeten maken voor energieteelt als we dit echt groots willen aanpakken. Dat betekent dat we moeten kiezen tussen energie of duurzaam vlees.

Fotocredits: 'Prickly Pears', James Jones
Dit artikel afdrukken