Op naar The Lancet online dus, waar ik lees dat er inderdaad een vergelijking gemaakt is tussen afvallen door middel van de standaardbehandeling in de eerstelijnszorg en door wat zij zelf noemen “commerciële aanbieders”, zoals Weight Watchers. Een rits Dr’s en PhD’s heeft zich er intensief mee bezig gehouden.

De groep van 722 mensen, zowel met overgewicht als obesitas (BMI 27-35), met ten minste 1 risicofactor op het gebied van overgewichtgerelateerde ziekten, zoals diabetes in de familie, behandeling voor hoge bloeddruk of glucose-intolerantie kwam uit zowel Australië, Duitsland als het Verenigd Koninkrijk. Men had de mogelijkheid om deel te nemen aan 12 maanden standaardbehandeling in de eerstelijnszorg (door de huisarts of door een professional in de huisartspraktijk) of een lidmaatschap van 12 maanden van Weight Watchers. Het primaire doel luidde uiteraard verandering in gewicht na deze periode.

Deelnemers die Weight-Watchten, hadden het meeste plezier, verwacht ik. Zij kwamen wekelijks wegen, kregen dieetadvies (laagcalorisch “healthy eating”), werden gemotiveerd en gestimuleerd om meer te bewegen, werden uitgenodigd om zich in discussies te mengen, kregen begeleiding op het gebied van gedragsverandering en mochten oeh’s en ah’s laten horen tijdens de groepsbijeenkomsten. Zij kozen zelf, samen met de groepsleider, een streefgewicht en hadden een online tool ter beschikking, waarmee zij hun voeding, beweging en gewicht in de gaten konden houden, in fora konden discussiëren en gezonde recepten konden raadplegen.

Bij de begeleiding in de eerstelijnszorg kregen de deelnemers de standaardbehandeling volgens klinische richtlijnen van het land en werden zij aangemoedigd om deze te gebruiken. Daarnaast kregen zij afslankadviezen. En dat was het. Of nee, niet helemaal. Bij beide groepen werd bij aanvang, na 2, 4, 6, 9 en 12 maanden het gewicht, de lichaamslengte, het lichaamsvetpercentage, de buikomvang en de bloeddruk gemeten. Van de 377 deelnemers aan het Weight Watchers programma behaalden er 230 (61%) de eindstreep. Bij de 395 huisartsbezoekers lag dit aantal lager, 54% (214 personen) rondden het jaar af.

Op de dag van de conclusie van de studie hebben ze vast taart gegeten op het kantoor van Weight Watchers: de deelnemers aan hun commerciële programma verloren twee keer zoveel gewicht als de groep die de standaardbehandeling kreeg. Na 12 maanden Weight-Watchen waren ze gemiddeld 5,06 kg kwijt, terwijl de huisarts er in zijn praktijk gemiddeld niet meer dan 2,25 kg af kreeg. Niet alleen verbeterde het gewicht, ook de buikomvang, het llichaamsvetpercentage en de glucose- en lipidenwaarden bleken na afloop verbetert. Er werd geen verschil in bloeddruk gemeten.

In juni besloot het Diakonessenhuis om de handen ineen te slaan met Weight Watchers Nederland. Het bericht (en vooral de overname daarvan door de media) komt beide natuurlijk zeer goed uit. Je kunt het nu tenslotte “wetenschappelijk bewezen” noemen. Hun cardioloog verwijst hartpatiënten door naar coaches van Weight Watchers die hier speciaal voor getraind zijn en die wekelijks bijeenkomsten organiseren voor lotgenoten in het ziekenhuis. Het betreft een pilot. Dr. Jeroen Bucx, cardioloog aldaar zegt: “Bij hartrevalidatie denken we ook aan gezonde leefstijl. Afvallen is daar een belangrijk onderdeel van. Dat vermindert de kans op herhaling van een infarct of andere uitingen van hart- en vaatziekten aanzienlijk. De samenwerking tussen artsen en Weight Watchers is een krachtige combinatie.”

Jeanine Lemmens, de CEO Weight Watchers doet er nog een schepje bovenop: “Ik ben ervan overtuigd dat de eerste initiatieven in het Diakonessenhuis het begin zijn van een landelijke benadering. Naar aanleiding van deze studieresultaten doe ik een oproep aan alle huisartsen, medische instanties en zorgverzekeraars om dit type van samenwerkingsverbanden een kans te geven.” Dat is nogal een statement naar aanleiding van één onderzoek.

Het onderzoek in The Lancet lijkt me bonafide. Uit de resultaten bleek wel dat er weinig tot geen verschil optrad aangaande de bloeddruk van de deelnemers. Het lijkt mij toch dat het oog van een cardioloog daarop zou vallen. Eén van de redenen dat afvallen voor hartpatiënten zo belangrijk is, is omdat het de bloeddruk verlaagt. Blijft de bloeddruk hoog, dan blijft de kans op hart- en vaatziekten evenzo bestaan.

Het draait natuurlijk allemaal om deze vraag: is de eerstelijnszorg krachtig genoeg? Nee. Ik zie mensen genoeg die er niet aan moeten denken om en plein publiek op een weegschaal te gaan staan, waarbij er geapplaudisseerd wordt bij wat-cijfertjes-achter-de-komma-succes. Zij zullen – indien toch gekozen voor het commerciële programma – snel afhaken of na het deelnamejaar weer snel terug zijn op hun oude gewicht. Voor veel mensen is regelmatig contact met de huisarts een reden om met zichzelf aan de slag te gaan. Wel zet ik vraagtekens bij de geschiktheid van de omgeving. Is de huisarts de persoon om je intensief te begeleiden in dit soort zaken? Is zijn kennis en kunde, als general practioner, wel voldoende? Staat hij niet al onder grote (tijds)druk? Moet je wel naar de huisarts om af te vallen, want je bent toch niet ziek?

Is de uitkomst dan, zoals Nu.nl vindt: samen afvallen geeft dubbel resultaat? Ik waag het te betwijfelen. Volgens mij toont het onderzoek aan dat een programma met regelmatige informatieoverdracht, contactmomenten (niet per definitie in groepsverband) stimulering, motivatie en verandering van gedrag, gecombineerd met opletten op wat en hoeveel je eet, maar ook hoeveel je beweegt de sleutel is tot succes. Ook online kun je daarbij geholpen worden. Dat lijkt me zelfs best hip en handig.

Afslanken en op gewicht blijven werkt als je steeds even met je neus op de feiten wordt gedrukt. Dat hoeft echt niet onder de neus van de buurvrouw te zijn, zoals het Diak in Utrecht er maar meteen van maakt. Wat moet ik daar als drukke tweeverdiener mee? Ik wil misschien wel niets met de buurvrouw, maar wel een steuntje in de rug.
Dit artikel afdrukken