Nederlandse groente- en fruittelers krijgen geld van Europa. Maar kennelijk gaan ze er niet goed mee om, want ze verkeren in de diepst mogelijke crisis. Stel je voor dat foodlog.nl die 100 miljoen voor hen besteden mag.

Sinds 1997 voert de Europese Gemeenschap het GMO(Gemeenschappelijke Marktordening) beleid. Deze subsidiepot, opvolger van de interventieregeling, moet telers van groenten en fruit stimuleren om door samenwerking een betere positie in de markt te veroveren. Telers kunnen dus afzonderlijk geen aanspraak maken op de regeling, slechts met z’n allen.

Recordbedrag
Europa draagt vervolgens de helft bij aan investeringen die binnen de spelregels vallen. Het maximale bedrag dat producenten kunnen ontvangen is 4,1% over de omzet van het afgelopen jaar. In 1997 ging het nog om bescheiden bedragen. In dat jaar claimden de Nederlandse telers 37 miljoen euro. De laatste jaren is het veel harder gegaan. In vliegende vaart zijn verenigingen opgericht en na fusies zijn er 22 overgebleven, die in totaal 90 tot 95% van het productievolume omzetten. Vorig jaar werd dus een recordbedrag van bijna 120 miljoen euro aangevraagd. Daarmee komt het totaal van al die jaren op bijna 750 miljoen euro totaal.
Met het stijgen van het bedrag rijst ook de kritiek. Andere Europese landen zijn bijvoorbeeld lang niet zo goed in een gezamenlijke afzet en laten gemiddeld 35% van het productievolume via telersverenigingen lopen. Zij kunnen dus minder hoge bedragen claimen. Maar ook de bestedingen zelf staan ter discussie. Boekenonderzoek van de Europese Commissie bij schatbewaker Productschap Tuinbouw legde bloot dat er een verschil van inzicht is tussen de nationale interpretatie van de regels en die van Brussel.

Verdeeldheid
Terugkijken over een periode zijn er heel veel positieve ontwikkelingen in gang gezet, mede door inzet van GMO-gelden, Positief is bijvoorbeeld vooruitgang in duurzaamheid en biologische bestrijding. Maar waar het echt om ging: een positief effect op de kwaliteit van producten en beperken van overschotten is nog verre van ideaal. Met 22 verenigingen is er meer verdeeldheid ontstaan dan dat er succesvol is gebundeld. De telers zelf hebben daardoor niet de gewenste marktpositie kunnen ontwikkelen die hen voorspoed heeft gebracht.

Nieuwe gebouwen
In de beginjaren gebruikte de sector het GMO geld vooral om het in 1996 definitief gevallen veilingsysteem te verbouwen naar een nieuwe infrastructuur. Simpelweg: er werden nieuwe gebouwen neergezet, gevuld met sorteermachines voor centrale afzet. Die gebouwen waren, zoals afgesproken, in handen van de telersverenigingen. In 2003 kwam er een versoepeling van de regels, waardoor er een verschuiving ontstond van collectieve locaties naar teeltbedrijven. Zo werd het dus mogelijk om GMO geld in individuele bedrijven te stoppen, die zich weer committeerden aan een vereniging.

Stimuleren
GMO geld is bestemd voor productinnovatie, stimuleren van duurzaamheid, bescherming van landschap en biodiversiteit, planning van productie, maatregelen om crisis te voorkomen, PR en promotie. Ook voor verregaande mechanisatie, kostprijsverlaging en schaalvergroting. Juist op het laatste is massaal ingezet. Het eerste gebeurt ook, maar verhoudingsgewijs veel te weinig. Kort door de bocht? Welnee, anders hadden de Nederlandse telers er toch veel beter voor gestaan?Echte samenwerking
Banken zagen de afgelopen jaren stapels financieringsvoorstellen, voorzien van GMO-aanvraag, passeren. Hoewel dat gebruikelijke praktijken waren fronzen zij inmiddels de wenkbrauwen. Nu het allemaal niet zo goed meer gaat met de sector signaleren ze dat het hoog tijd is voor een nieuwe koers. Zet dat geld in voor echte samenwerking en productontwikkeling, is hun boodschap. En stop eens met dat geharrewar tussen al die afzetclubjes.

Veel van hetzelfde
Gevoelig punt blijft de ontwikkeling naar bulkproducten, die mede door het GMO beleid massaal is ingezet. De telers zitten zo goed en zo kwaad allemaal bij elkaar, maar maken veelal dezelfde komkommers, aubergines, tomaten en paprika’s. Diversificatie van het assortiment vindt veel te weinig plaats. Gevoelig ligt het ook dat Einzelgängers zonder vereniging geen aanspraak kunnen maken op een subsidie die bij uitstek geschikt is om ook kleine bedrijven met een uniek product een handje te helpen. Bizar eigenlijk. De regeling heeft telersverenigingen van goedbedoelde afzetclubs veranderd in inhalige machthebbers. Bestuurders in manipulators. Samenwerking? Alleen als het de omzet van de vereniging dient.

Plan bedenken
Wat kun je doen met honderd miljoen per jaar? Met zo’n bedrag moet het mogelijk zijn een goed plan te ontwikkelen voor de groente en fruitsector. Gebouwen, koel- en bewaarcellen en sorteermachines, dat hoeft even niet. De logistiek is inmiddels dubbeldwars en -dik in orde.

Een plan om de tuinder dichter bij de consument te brengen? Kijkofhetklopt, niet alleen als boer- maar ook als tuindercode ontwikkelen? De boerensuper ontwikkelen? Promotie maken? En ga zo maar even door. Maar dan is het wel nodig om de spelregels aan te passen, zodat niet iedere vereniging zijn territorium afbakent en het wiel opnieuw probeert uit te vinden.
Dit artikel afdrukken