Terwijl Nederland zich opnieuw volkomen belachelijk maakt in Europa met zijn formatie-carnaval en held Ab met pek en veren heenzendt, hield gisteravond de Nederlandse Europarlementarier Esther de Lange (ja, ook CDA) een korte toespraak tot het Europees Parlement. Haar woorden waren bedoeld om José Bové te steunen. Hij stelde Europa voor om te komen tot een verbod om landbouwproducten onder de productieprijs te verkopen.
Of het haar woorden waren die erbij geholpen hebben, zullen we nooit weten. Maar een feit is dat het voorstel een uur geleden is aangenomen. Nou de uitwerking nog.

De Lange sprak de volgende woorden:

Voorzitter,

Wat we hier gehoord hebben over het functioneren van de voedselproductieketen is eigenlijk om te huilen. Laat ik daarom uien als voorbeeld nemen dat de kern van dit debat goed samenvat: een boer krijgt tegenwoordig 10 cent per netje van een kilo; datzelfde netje dat voor 1 euro in de winkel ligt.

Tussen boerderij en supermarktkassa zijn de marges en de macht scheef verdeeld. Daarom eiste dit Parlement al in 2008 een onderzoek naar de margeverdeling. Het is een schande dat de Commissie weigerde dit onderzoek uit te voeren. Wel stelde zij een prijzen-observatorium voor en wij zullen erop toezien dat dit er ook komt.

Het rapport van mijn collega Bové is een goed rapport omdat het wat dat betreft de vinger op zere plek legt; ook al schiet de rapporteur in zijn enthousiasme soms te ver door. Maar op hoofdlijnen verdient het brede steun. Ik zeg dat vooral richting de partijen die dreigen tegen te stemmen. Weten zij wat het een boer kost om 1 kg van deze appels te produceren? Minstens 30 cent. En dat terwijl hij vorig jaar 20 tot 25 cent kreeg voor zijn kilo appels. Daar legt hij dus geld op toe, terwijl de consument 1,25 euro betaalt.

Ik kijk bijvoorbeeld naar de liberalen die altijd vooraan bij het eisen van hogere standaarden voor milieu, biodiversiteit, minder gewasbeschermingsmiddelen etcetera. Maar zonder een stabiel en redelijk inkomen kun je deze investeringen niet verwachten van een boer. Degenen die morgen tegen dit rapport stemmen maken zichzelf, de volgende keer dat ze de eisen weer eens willen opschroeven, wat mij betreft volkomen ongeloofwaardig.
Wat hier allemaal achter zit? Iets verstandigs. Met zo'n voorstel blijft boeren een zaak van mensen en wordt het er geen van a-morele bedrijven. In de VS is bijvoorbeeld de varkenshouderij een zaak van bedrijven geworden. De boer is dood. Bedrijven kunnen het onder de prijs doen, bijv. omdat ze geld verdienen in de rest van de keten. De lage prijs van vlees wordt dubbel en dwars goedgemaakt in de verwerking ervan tot vleeswaar en hamburgers. En dat zorgt voor iets heel simpels: het begin van de keten wordt dan bijzaak. Je moet het hebben, maar je concentreert je natuurlijk op waar je het geld verdient. Dát wil Bové terecht voorkomen, want in de stal, op de akker en in de kas wordt het belangrijkste deel van de waarde van ons voedsel gemaakt, de voedingswaarde en de diversiteit daarvan. De boer rent er hard voor, want daar zit nou juist zijn handel. Om hem in de benen te houden is echter zogenaamd 'aanvullend beleid' nodig. Dat is een term waarmee bescherming wordt bedoeld.

Hoezeer ik er ook voor ben, ik moet bekennen dat ik niet had gedacht dat het voorstel het zou redden. De supermarkten hebben nl. ook gelijk: zij kunnen het niet helpen dat de boer geen moer verdient. Dat doet de markt. De boer overleeft alleen als je hem beschermt en in ieder geval zijn inkomen en reseveringen voor de toekomst laat verdienen. Het feit dat dat voor het eerst weer gebeurt sinds de hoogtijdagen van de GATT en dus de akkoorden over de spelregels voor vrije wereldhandel is groots voorpagina-nieuws. De werking van de markt wordt nl. aan banden gelegd. De Nederlandse kranten zullen er vanavond hooguit een klein persberichtje over opnemen. Jammer, er mag een borrel op worden gedronken. Misschien wel een hele fles champagne, zelfs al wordt het nog een hele toer om dat begrip 'kostprijs' in te vullen.
Dit artikel afdrukken