image Eventueel 'voorzittersgereedschap' met initialen kan zo van de één op de ander worden overgedragen: Borculoër Bertus Hesselink gaat, Eibergenaar Ben Hasselo komt, als voorzitter van de afdeling Berkelland van de landbouworganisatie LTO Noord.

Behalve de initialen hebben de landbouwvoormannen meer gemeen. Zoals de Geldersche Maatschappij van Landbouw als club van afkomst, die eerst met de katholieke ABTB tot ZMO fuseerde, daarna met de protestants-christelijke CBTB erbij de GLTO werd, voordat een jaar geleden de G eraf ging en de LTO overbleef. In verband met de gebiedsreconstructie Neede-Borculo deden de gelijknamige afdelingen in de praktijk al veel samen, maar pas bij de overgang van GLTO naar LTO zijn de vier plaatselijke clubs in Berkellands verband samengevoegd.
Melkveehouder Bertus Hesselink, in 1991 vice-voorzitter van zijn afdeling in het Gelderse en sindsdien het gezicht van de plaatselijke landbouw, heeft er zijn maximum van twee maal vier jaar en eventueel nog eens een derde termijn 'op speciaal verzoek' inmiddels opzitten. Als voorzitter van de Gebiedscommissie Neede-Borculo wil Bertus Hesselink zichzelf niet onnodig tegenkomen. "Ik heb daar meer taken dan alleen voor de landbouw op te komen. We zitten daar wel met twintig groepen bij elkaar. Dan is het goed wat objectiever te zijn."

Akkerbouwer Ben Hasselo is sinds 1988 actief als belangenbehartiger voor 'zijn tak van sport', maar doet dat tot nu toe meer op landelijk niveau. Hij is onder andere landelijk voorzitter van de sectie akkerbouw en open culturen voor Gelderland, Overijssel en Utrecht bij de landelijke LTO. Daar heeft hij als bestuurder bovendien duurzame energie en sociaal-economische ontwikkeling in zijn portefeuille.

"Als wij als LTO ons inzetten voor een goed bestemmingsplan buitengebied, liften de niet-aangesloten landbouwers mee. Als het gaat om hoe de nieuwe weg de A18 eruit komt te zien, is het onze taak om de belangen van de boer te behartigen. Wij zullen de gesprekspartner zijn in dat proces. Al die boeren die er niet over meepraten, zullen het resultaat moeten afwachten."

In financiële zin boeren veel boeren niet meer goed. Ben Hasselo wijst op de prijsontwikkeling van de afgelopen pakweg vijftien jaar. "Na 1990 heeft de landbouw een prijsval meegemaakt. Sindsdien zijn de prijzen van landbouwproducten zwaar achtergebleven bij de prijzen in het algemeen. Van elke euro die je voor brood, bier of pasta's betaalt, komt maar vijf cent bij de boer terecht die de grondstof ervoor heeft geleverd. Bij energie is vijftien procent voor de leverancier van de grondstof: drie keer zoveel. Landbouwers gaan daarom meer en meer energiegewassen telen. Dat is een vreemde ontwikkeling: dat je meer geld over hebt voor wat je met de auto verstookt dan voor voedsel. Ondertussen gaat mede daardoor de kostprijs omhoog voor de boer die melk of vlees produceert. De consument zal zich dan ook moeten voorbereiden op het duurder worden van voedsel. Als daar niets gebeurt, blijft er geen boer over. Die gaat in energie doen, of stopt."

Bertus Hesselink: "Als je geen energie wilt telen maar uit het andere werk geen inkomen haalt, zul je van armoede wel stoppen met boeren." De handel kleedt intussen alle partijen uit, is het verwijt van de LTO'ers. "Omdat de aardappeloogst tegenzit, wordt zo 25 cent bij een zakje frites opgeteld. Maar je denkt toch niet dat de aardappelboer in kwestie dat geld ziet?", stelt Hasselo. Niet voor niets zoeken veel landbouwers al naar alternatieve middelen van inkomsten. Zij of gezinsleden gaan elders werken om zo het basisinkomen te versterken, of nieuwe initiatieven worden aangeboord om op de boerderij zelf meer inkomsten te genereren. Hesselink: "Verbreding is binnen de LTO al een werkveld geworden. Verbrede landbouw, in de zin van bijvoorbeeld recreatie, wijnbouw of kinderopvang."
Hasselo: "Het kan voor de individuele landbouwer wel een uitkomst zijn, maar het moet wel een bijzaak blijven. We moeten oppassen dat nevenactiviteiten niet het hoofdinkomen worden. Het is een zorgelijke ontwikkeling."


Dierziekten als mond-en-klauwzeer, varkenspest, vogelgriep en blauwtong hebben de agrarische sector de afgelopen jaren verder in het nauw gebracht. Hesselink: "Dat had een grote impact op onze organisatie, inclusief de bestuurders. Het zijn dingen die mensen persoonlijk aangaan. Dat gaat je als bestuurder niet in de koude kleren zitten. Je doet het namelijk nooit goed. Bij het uitbreken van mond-en-klauwzeer wilden sommigen de wegen blokkeren. Dat geeft veel spanning. Maar je moet handelen met de kennis die je op een bepaald moment hebt. Toen bij mond-en-klauwzeer het gebied op slot zou gaan, riepen een paar boeren: 'We moeten snel alles vaccineren!' Maar anderen zeiden: 'Als je vaccineert, raken we ons fokvee voor de export niet kwijt!'."

Waar bij de LTO en haar voorgangers vroeger het accent lag op collectieve belangenbehartiging, komt er meer en meer ook individueel maatwerk bij om de hoek kijken. Daarbij moet ook door leden voor aparte diensten apart worden betaald, een beetje zoals niet-boeren dat van een organisatie als de ANWB kennen. Ben Hasselo: "Er zijn boeren die bewust geen lid zijn. Er zijn er die ervoor kiezen in voorkomende gevallen een adviesbureau in de arm te nemen dat 150 euro per uur rekent. Een slechte zaak vind ik en als het erom spant ook dom."

bron: Tubantia
Dit artikel afdrukken